
Bouwen
Bouwen heeft direct effect op het milieu. Wageningen University & Research houdt daarom met alle bouw- en gebouw-aangelegenheden rekening met duurzaamheid. Dit geldt voor tijdens het bouwen, maar ook voor het gebouw dat wordt opgeleverd en dat wordt gebruikt.
Campus 78% klimaatneutraal
Voor het bepalen van de duurzaamheid van gebouwen gebruikt Wageningen University & Research de rekenmethode GreenCalc+. Als streefwaarde wordt de norm 215 voor nieuwbouw en renovatie gehanteerd. In de praktijk blijkt dat de gebouwen waarden ver boven deze streefwaarde hebben zoals Orion (480), Forum (360) en Helix (520).
Niet alleen met de bouw zijn we duurzaam, maar ook met de inrichting. Bij de aanbesteding voor het meubilair is en wordt gekozen voor hergebruik van oud meubilair. Daarnaast past het Facilitair Bedrijf Het Nieuwe Werken toe in het gebouw Actio. Zo zijn er nu minder werkplekken en minder vierkante meters kantoorruimte nodig, respectievelijk 70% en 80% van de situatie in de oude behuizing. Door meer digitaal te werken, wordt er bovendien substantieel minder geprint. Optimaal gebruikmaken van daglicht, natuurlijke ventilatie en koeling zijn andere maatregelen die kunnen worden toegepast - als een gebouw daarvoor de mogelijkheid biedt.
Op Wageningen Campus wordt watergebruik op verschillende manieren gereduceerd. In Gaia en Lumen wordt een grijswatercircuit gebruikt om de hoeveelheid drinkwater te beperken. RIKILT heeft het koelsysteem zo aangepast dat er veel minder water wordt gebruikt dan voorheen. De gebouwen zij voorzien van waterbesparende kranen. Ook worden er her en der bronnen gebruikt, zodat niet alles met leidingwater hoeft te gebeuren. Centralisering naar Wageningen Campus betekent dat er efficiënter met water wordt omgegaan. Op de Algemene Introductie Dagen en de Dag van de Duurzaamheid is er door The Green Man extra aandacht gevraagd voor het drinken van kraanwater en het navullen van flesjes.
Het onderwijs en onderzoek wordt meer en meer geconcentreerd op Wageningen Campus. Op Wageningen Campus wordt zeer efficiënt met ruimtegebruik omgegaan. Hierdoor is Wageningen University & Research al met 28% teruggegaan in m2, ondanks een forse toename in het totale aantal studenten en medewerkers.
Ook speelt óp het Wageningen Campus terrein duurzaamheid een grote rol. Het grote, open middengebied heeft in contrast met de randen een parkachtig karakter door parkbomen in gras en grote vijvers. Het gebied bestaat uit gras, water en bomen met veel doorzichten. Het is een verblijfsgebied waarin studenten en wetenschappers elkaar kunnen ontmoeten. Bij de inrichting is onder meer rekening gehouden met de ecologische groenstructuren (houtwallen, groene en ecologische verbindingszones), en duurzaam waterbeheer waardoor de oude stadgrachten van Wageningen worden schoongespoeld. Ook biodiversiteit vindt Wageningen University & Research belangrijk. Hiertoe is het beleid Flora en Fauna op de Wageningen Campus opgesteld.
Voor Wageningen Campus is ook het integraal oppakken van ongediertebestrijding van belang. Uitgangspunt is preventie en duurzaamheid. Voorheen werden chemicaliën gebruikt om ongedierte te lokken en doden. Toepassing van het Integrated Pest Managementsysteem (IPM) voorziet in een duurzame manier van plaagdierbeheersing, waarbij wordt ingezet op het voorkomen van overlast van plaagdieren door o.a. goed onderhoud van gebouwen en deskundige monitoring op de aanwezigheid van plaagdieren. Begin 2013 hebben ruim 20 plaagdierpreventiemedewerkers (PPM’er) hiervoor een training gevolgd. Zij zijn getraind in het herkennen van (beginnende) plaagdieroverlast in en rond gebouwen en kunnen adviseren over de bestrijding.
Kortom, Wageningen University & Research heeft oog voor mens, dier en plant op de campus. Dit maakt Wageningen Campus 78% klimaatneutraal en daardoor één van de meest duurzame kenniscampussen ter wereld.