“Coming to your senses”: Het effect van veranderingen in reuk- en smaakvermogen op eetgedrag en het brein

Samenvatting:

Stel je voor: je lievelingsmaaltijd smaakt van de ene op de andere dag heel anders. In Nederland krijgt 5% tot 20% van de mensen te maken met een verminderd reuk- en/of smaakvermogen. Dit heeft allerlei oorzaken, zoals een verkoudheid, griep of een ongeluk. Tot op heden was er weinig bekend over de effecten van reuk- en smaakverlies op het eetgedrag en de hersenactiviteit van patiënten. Hier heeft Elbrich Postma van Wageningen University de afgelopen jaren onderzoek naar gedaan.

Uit haar onderzoek bleek dat patiënten met reukverlies net zo goed volgens de Richtlijnen Goede Voeding eten als de gemiddelde Nederlander. Wel bleek dat patiënten met aangeboren reukverlies, die hun hele leven al niet konden ruiken, voorkeur hadden voor voedingsproducten met een sterkere smaakcomponent. Ook onderzocht Postma de effecten van reukverlies op de hersenen. Hiervoor liet zij patiënten zonder reukvermogen in de MRI-scanner geuren ruiken. Terwijl de patiënten aangaven niks te ruiken, bleken de hersenen van de patiënten toch te reageren op deze geuren. Dit biedt perspectief voor de behandeling van patiënten met reukverlies.