Project

Fijnstof in kaart brengen

In Europese landen is de concentratie fijnstof vrij hoog. Het inademen van fijnstof is slecht voor de gezondheid. In Nederland leven mensen hierdoor gemiddeld een half jaar korter. Het is daarom belangrijk om inzicht te krijgen in hoe fijnstof precies is samengesteld, hoe het in de lucht komt, hoe het zich verspreidt en hoe de concentratie fijnstof in de lucht kan worden verminderd.

Fijnstof is een verzamelnaam voor zwevende deeltjes in de lucht. De fractie van het fijnstof die relevant is voor het beleid wordt ook wel aangeduid als PM10. PM staat voor particulate matter, de Engelse benaming voor fijnstof. Het getal 10 staat voor 10 micron. Fijnstof of PM10 bestaat uit deeltjes die kleiner zijn dan 10 micrometer (een duizendste millimeter). Fijnstof kan door menselijk handelen in de lucht worden gebracht. De belangrijkste bronnen hiervan zijn transport, industrie en landbouw. Zeezoutkristallen en bodemstof zijn voorbeelden van natuurlijk fijnstof. Daarnaast bevat fijnstof moleculen die een rol spelen bij verzuring, zoals stikstofoxiden en ammoniak. Het inademen ervan kan de longfunctie verminderen en luchtwegklachten verergeren.

Europese grenswaarden

Het Beleidsgeoriënteerde Onderzoeksprogramma PM, afgekort BOP, is opgezet om onzekerheden in het fijnstofdossier te verkleinen en het aantal beleidsdilemma's op het gebied van fijnstof te verminderen. Het programma richt zich naast PM10 ook op PM2.5 (nog kleinere fijnstofdeeltjes). Hoewel de luchtkwaliteit voor fijnstof in de afgelopen tien jaar is verbeterd, worden nog overschrijdingen van Europese grenswaarden waargenomen in Nederland. Fijnstof kan over grote afstanden worden getransporteerd en is daardoor een grensoverschrijdend probleem.

Atmosferisch en chemisch transportmodel

Het is belangrijk om beter inzicht te krijgen in hoe fijnstof in de atmosfeer komt, hoe het is samengesteld, hoe het zich verspreidt en hoe de concentraties verlaagd kunnen worden. Met deze gegevens kan het fijnstof in Europa en de regio beter worden berekend. Dit gebeurt met het mondiale model TM5, een driedimensionaal, atmosferisch en chemisch transportmodel dat de mogelijkheid biedt om in te zoomen op specifieke grootschalige gebieden. Daarmee kan de import en export voor fijnstof in Europa worden vastgesteld. De Leerstoelgroep Meteorologie en Luchtkwaliteit van Wageningen University koppelt TM5 aan een model dat op regionaal schaalniveau werkt. Op die manier worden processen omtrent fijnstof in Nederland gemodelleerd en de expertise over fijnstof verbeterd. Daardoor kan beter worden bepaald wat de meest effectieve manier is om problemen met fijnstof op te lossen.

Lokale maatregelen en weersomstandigheden

Uit het onderzoek blijkt dat de grenswaarden voor fijnstof in Nederland na 2011 nog maar op een klein aantal plekken in Nederland wordt overschreden. Dit wordt vooral verwacht in de buurt van snelwegen rondom grote steden in de Randstad, de drukste straten in de grote steden en dicht in de buurt van intensieve veehouderijstallen. Of er daadwerkelijk overschrijdingen van fijnstofconcentraties plaatsvinden, hangt ook af van de effecten van lokale maatregelen en weersomstandigheden.