Nieuws

Experts satellietdata voor landgebruik bijeen in Nederland

article_published_on_label
26 april 2013

Wat is de invloed van landbouw en bossen op ons klimaat? Hoe verandert het gebruik van het beschikbare landoppervlak op de wereld? Hoe kunnen we tropische bossen en biodiversiteit beschermen volgens de internationale afspraken? Wetenschappers vanuit de hele wereld kwamen vorige week bijeen op de Wageningen Universiteit voor het door het ESA Land Cover Project Office georganiseerde vijfdaagse symposium om hierover te spreken. Hoofd van het Project Office en organisator van het symposium is de Wageningse hoogleraar Martin Herold.


Bron: Persbericht Netherlands Space Office (26 april 2013)

De wetenschappers discussieerden onder andere over hoe het menselijk gebruik van land bedreigend kan zijn voor kwetsbare gebieden, zoals veengebieden met bossen. Die veengebieden zijn grote opslagplaatsen van koolstof dat vrij kan komen als koolstofdioxide en methaan. Veranderingen in het waterniveau van veengebieden en het bosoppervlak hebben daarom invloed op de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer en de mate waarin dat kan worden opgenomen. Dat staat dus in directe relatie met een opwarming van de aarde. 

Het symposium toonde vooral aan hoe essentieel satellietdata zijn voor deze vraagstukken.
Martin Herold

Illegale houtkap
Grootschalige ontbossing voor landbouw, kleinschalige illegale houtkap, verdroging, verzilting en vermindering van de biodiversiteit zijn maar enkele van de bedreigingen voor een juiste balans tussen voedselvoorziening, goed waterbeheer en ons milieu.

Satellieten kunnen juist een goed en actueel beeld geven van het landgebruik. Hoeveelheid biomassa, oogstvoorspellingen, ontbossing, gevolgen van branden, het wordt allemaal met behulp van satellieten in kaart gebracht. Dat is niet alleen belangrijk voor 'monitoring' van de activiteiten, het levert ook essentiële kennis op over ons klimaat en milieu. 

Doel van het symposium was om te speken over de manier waarop de gegevens worden verzameld en op welke manier die het beste gebruikt kunnen worden om klimaat- en milieubeleid van de juiste informatie te voorzien. De gegevens zijn onder andere van groot belang voor de rapporten van de Verenigde Naties over de toestand van voedselzekerheid, bossen, veengebieden, het klimaat en milieu. 

Gegevens van de aardobservatiesatellieten van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA worden hiervoor veelvuldig gebruikt. In Nederland is veel kennis en ervaring aanwezig op het gebied van aardobservatie, klimaat, landgebruik en voedselzekerheid, en het gebruik van satellietdata. Daarom draagt Nederland via ESA bij aan het GOFC/GOLD Land Cover Project Office. Dit kantoor vormt een link tussen ruimtevaartorganisaties, wetenschappers, beleidsmakers en andere gebruikers van aardobservatiedata. 

Voedselzekerheid
Martin Herold benadrukt nog eens het belang van satellietgegevens voor kennis over milieu en klimaat: ‘Het thema van dit symposium en de werkzaamheden van het Land Cover Office sluiten naadloos aan bij de zwaartepunten die Nederland legt in internationale samenwerkingsprojecten.’ Herold doelt hiermee op nieuwe projecten die in voorbereiding zijn in het kader van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, waarbij satellietdata ingezet worden ten behoeve van voedselzekerheid en een effectiever gebruik van water, met name in de landbouw. Satellieten kunnen daarmee enorm waardevol zijn, met name voor landen met weinig tot geen waarneemsystemen, zo benadrukken ook de aanwezige vertegenwoordigers van UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) en de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, de FAO. 

Nieuwe Europese satellieten

Nu gebeuren de waarnemingen vooral met behulp van wetenschappelijke satellieten. Vanaf eind dit jaar zal dit gebeuren door de zogeheten Sentinel satellieten, die voor de komende 20 jaar de levering van gegevens zekerstellen. De Sentinel satellieten, die gezamenlijk door ESA en de Europese Unie worden betaald, zijn een onderdeel van het Copernicus programma, voorheen het Global Monitoring for Environment and Security (GMES) programma. 

Het NSO vertegenwoordigt Nederland bij ESA en voor Copernicus ook bij de EU. Nederland bepaalt via die vertegenwoordiging mede de keuzes die gemaakt worden voor de besteding van het budget, zoals aan het Land Cover Office in Wageningen. In mei wordt een keuze voor een nieuwe ESA satelliet gemaakt, waarbij de belangrijkste kandidaat de satelliet Biomass is. Dit is een radarsatelliet waarmee het mogelijk wordt om nog precieser de hoeveelheid hout in bossen (biomassa), iets dat nu met name in tropische bossen en arctische gebieden nog heel moeilijk is.