Nieuws

Nieuwe bedrijfstypering; gevolgen voor de aantallen bedrijven in het LMM

article_published_on_label
4 april 2012

In twee eerdere e-nieuwsbrieven, te bekijken rechts op deze pagina, heeft u al kunnen lezen over de nieuwe bedrijfstypering en gevolgen daarvan op de areaaldekking. Het derde en laatste artikel over dit onderwerp, gaat over de gevolgen voor de aantallen LMM-bedrijven per categorie (melkvee, akkerbouw, hokdieren en overige bedrijven).

Door de nieuwe bedrijfstypering kunnen bedrijven van hoofdbedrijfstype veranderen en daarmee soms ook van LMM-categorie. Tabel A verdeelt het aantal LMM-bedrijven naar bedrijfstype volgens de ‘oude’ typering. Tabel B laat zien bij welke types er sprake is van netto-groei (positieve getallen) van het aantal bedrijven door de nieuwe typering. Bij negatieve waarden is sprake van krimp van het aantal bedrijven.

De belangrijkste veranderingen per regio worden hieronder beschreven.

Veenregio: nauwelijks gevolgen

In de veenregio zijn de gevolgen het kleinst. Alle 60 melkveebedrijven blijven melkveebedrijven. De 8 andere LMM-bedrijven maken geen deel uit van het Basismeetnet maar van het Derogatiemeetnet. In het Basismeetnet komen bedrijven voor met alle bedrijfstypes, in het Derogatiemeetnet komen alleen bedrijven voor die deelnemen aan de derogatie. Eén van die bedrijven verandert van type ‘overig graasdierbedrijf’ naar type ‘veeteeltcombinatie’.

Lössregio: minder akkerbouwbedrijven

Twee van de löss-akkerbouwers switchen als gevolg van de nieuwe typering naar de LMM-categorie overige bedrijven, namelijk het type gewassen-veeteeltcombinaties. Hier staat tegenover dat één eerdere gewassen-veeteeltcombinatie juist in de LMM-categorie  akkerbouw intreedt. Per saldo zakt het aantal löss-akkerbouwbedrijven (inclusief gewassencombinaties) met één bedrijf.

Daarnaast is één van de bedrijven uit de LMM-categorie ‘overig’ als deelnemer bedankt. Dit bedrijf viel namelijk onder de gespecialiseerde hokdierbedrijven. In de lössregio vallen hokdierbedrijven buiten het onderzoekskader.

Kleiregio: meer hokdierbedrijven

In zowel de LMM-categorie klei-akkerbouw als LMM-categorie klei-melkvee transformeren één respectievelijk twee bedrijven van hoofdbedrijfstype. Opvallendst in de kleiregio is de ontstane groep van 5 hokdierbedrijven. Al deze 5 bedrijven zijn deelnemer aan het Derogatiemeetnet waarvoor, anders dan bij het Basismeetnet, geen bedrijfstypes worden uitgesloten van deelname. 

Zandregio: minder melkveebedrijven en meer hokdierbedrijven

In de groep melkveebedrijven in de zandregio zijn 7 bedrijven veranderd van bedrijfstype door de nieuwe manier van typeren. Tegenover deze 7 uittreders staan weer 2 intredende melkveebedrijven. Per saldo 5 melkveebedrijven minder volgens de nieuwe typering. De categorie hokdierbedrijven bevat in de nieuwe situatie netto  9 bedrijven meer.

Tabel A: aantallen LMM-bedrijven per hoofdbedrijfstype per regio (bemonsteringsjaar 2010), op basis van de ‘oude’ typeringswijze

Hoofdbedrijfstype zand klei veen löss totaal
akkerbouwbedrijven 34 28 13 75
melkveebedrijven 187 78 60 24 349
graasdieren anders dan melkvee 13 10 5 7 35
hokdierbedrijven 22 1 23
gewassencombinaties 4 3 1 8
veeteeltcombinaties 12 2 2 1 17
gewassen-veeteeltcombinaties 5 6 3 14
Totaal 277 127 68 49 521

Tabel B: netto-mutaties in bedrijfsaantallen, als gevolg van de nieuwe typeringswijze

Hoofdbedrijfstype zand klei veen löss totaal
akkerbouwbedrijven -2 -1 0 1 -3
melkveebedrijven -5 -2 0 0 -7
graasdieren anders dan melkvee 1 1 -1 0 1
hokdierbedrijven 9 5 0 1 15
gewassencombinaties 1 0 0 -1 0
veeteeltcombinaties -4 -1 1 -1 -5
gewassen-veeteeltcombinaties 0 -2 0 1 -1
Totaal 0 0 0 0 0