Persbericht

Betere voorspellingen van zomertemperatuur in Europa

article_published_on_label
17 juli 2013

Hoe zeker zijn voorspellingen van toekomstige zomertemperaturen in Europe? En hoe kunnen de onzekerheden in deze voorspellingen beperkt worden? Onderzoekers van Wageningen University hebben de onzekerheid onderzocht van de zomertemperatuur in een groot ensemble van regionale klimaatsmodellen. Het bleek mogelijk de onzekerheid te beperken door de modeluitkomsten te confronteren met metingen van warmteuitwisseling aan het landoppervlak. De grootste reductie in onzekerheid werd behaald in gebieden waar de warmteuitwisseling aan het oppervlak de grootste invloed heeft op het zomerklimaat.

Stijgende concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer verhogen de energie in het systeem Aarde, maar hoe deze energie wordt omgezet in warmte – en waar deze opwarming plaatsvindt – hangt ondermeer af van regionale verschillen in de interactie tussen de atmosfeer en het landoppervlak. Onderzoekers verwachten dat - op basis van een hogere gevoeligheid voor condities aan het landoppervlak - Europe sterker beinvloed gaat worden door klimaatsverandering dan andere regio’s.

Model vs. waarneming

Om de onzekerheid in projecties van het Europese zomerklimaat door 15 verschillende modellen te beperken gebruikte Stegehuis et al. waarnemingen van uitwisseling van energie aan het landoppervlak. Deze uitwisseling kan op twee manieren plaatsvinden. De latente warmtestroom of verdamping is de energie die niet direct voor opwarming wordt gebruikt. De sensibele warmtestroom is de energiestroom die wel leidt tot temperatuurverandering. Hoewel het belang van deze energieuitwisselingen voor het klimaat al langer bekend was, zijn deze nog niet eerder gebruikt om onzekerheden klimaatsprojecties te beperken.

Regionale verschillen

De onderzoekers gebruikten de waarnemingen om de best presterende modellen te selecteren. Ze vonden dat de zomertemperaturen voor centraal- en noord-Europa 1 graad hoger kunnen uitvallen dan de 2 tot 6 graden die momenteel wordt gehanteerd. Voor het Middellandse Zeegebied en de Balkan wordt de temperatuurstijging momenteel overschat. Door het gebruik van waarnemingen kan de onzekerheid in sommige gebieden met wel 40% worden teruggebracht.

Annemiek Stegehuis, een voormalig studente Bos- en Natuurbeheer aan Wageningen Universiteit, voerde dit onderzoek uit in het kader van haar afstuderen onder begeleiding van Ryan Teuling (Leerstoelgroep Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer). Ze werkt momenteel aan haar promotieonderzoek aan het Laboratoire des Sciences du Climat et de l’Environnement (LSCE) nabij Parijs, waar ze ook haar afstudeeronderzoek heeft verricht. Het onderzoek werd gepubliceerd in Geophysical Research Letters. Het werd door de editors geselecteerd als een AGU research spotlight.

Referentie

Annemiek I. Stegehuis, Adriaan J. Teuling, Philippe Ciais, Robert Vautard and Martin Jung (2013). Future European temperature change uncertainties reduced by using land heat flux observations. Geophys. Res. Lett. doi:10.1002/grl.50404