Nieuws

Variabele productie van biobrandstoffen kan leiden tot een hogere voedselzekerheid

article_published_on_label
1 december 2020

Het gebruik van biobrandstoffen is mogelijk zonder de voedselzekerheid in gevaar te brengen. Onder de juiste condities kan het zelfs leiden tot een hogere voedselzekerheid. Dit is een van de conclusies van een internationaal multidisciplinair expertpanel, waaronder onderzoekers van Wageningen Universitiy & Research. De bevindingen zijn gepubliceerd in Biofuels, Bioproducts & Biorefining (Biofpr) Journal, een internationale bron voor wetenschappelijke artikelen rond biobased producten en brandstoffen.

Het expertpanel bestudeerde mede aan de hand van een survey en literatuuronderzoek de effecten van een variabele productie van biobrandstoffen. In de EU en andere gebieden op de wereld worden biobrandstoffen momenteel in een vaste verhouding bijgemengd bij conventionele brandstoffen. Volgens de experts kan de productie van bio-ethanol uit suikers en zetmeel of biodiesel uit vetten en oliën verhoogd worden in periodes dat deze grondstoffen overvloedig beschikbaar zijn. In tijden van overvloed zijn de prijzen van deze bulkproducten lager. Andersom kan de productie van biobrandstoffen verlaagd worden als de beschikbaarheid van de grondstoffen klein is en de prijzen van deze grondstoffen hoog zijn. Grondstoffen voor biobrandstoffen kunnen zo een ‘virtuele reserve’ vormen en die reserve kan voor voedselproductie worden aangewend als daar behoefte aan is.

Dr. Iris Vural Gulsel, onderzoeker van Wageningen Food & Biobased Research, is een van de auteurs van het artikel in Biofpr. Zij stelt dat als de productie van biobrandstoffen kan meebewegen met de beschikbaarheid en prijzen van biomassa, de variabele vraag kan zorgen voor een grondstofbuffer die kan worden gebruikt om te voldoen aan de vraag naar voedsel, materialen en chemicaliën.

“Positief effect op productiviteit”

Volgens 58% van de deskundigen die aan de survey meededen, kan een variabele vraag naar biobrandstoffen een positief effect hebben op de landbouwproductiviteit. Een minderheid (28%) is het daar niet me eens. Sommige respondenten merkten op dat een positief effect mogelijk is doordat een variabele vraag naar biobrandstoffen een stabiliserende werking heeft op de markt van landbouwgrondstoffen: het levert boeren een extra verkoopkanaal op om hun overschot aan gewasopbrengsten tegen een goede prijs te verkopen. Hierbij gaat het om aanbod dat de behoefte voor gebruik voor voedsel overschrijdt en dus niet verdringt. Doordat de belangrijkste grondstoffen voor biobrandstoffen op grote schaal verhandeld worden met bestaande logistiek en infrastructuur, kan dit mechanisme op verschillende schaalniveaus, per land of regio als op wereldschaal, functioneren. Als de markt voor deze grondstoffen gegarandeerd is, biedt dat telers meer zekerheid en vergemakkelijkt dit investeringen. Investeringen in betere zaden, gereedschap en technologie zorgen op hun beurt voor meer efficiëntie en productiviteit in de bedrijfsvoering. Andere experts zijn juist bezorgd dat een variabele vraag naar biomassa tot een daling in investeringen leidt in de biobrandstoffenindustrie of leidt tot een wedloop om schaarse grondstoffen. Het was opvallend dat landbouwexperts en milieudeskundigen in de survey positiever over de gunstige effecten zijn dan economen en chemici.

Effecten op landgebruik

Een belangrijke zorg rond de productie van biobrandstoffen is dat het benodigde land om grondstoffen voor biobrandstoffen te produceren, concurreert met andere gewassen, wat ten koste kan gaan van de voedselzekerheid en een negatieve invloed op het milieu heeft. Als de productie van gewassen voor biobrandstoffen andere essentiële producten vervangt, kan het bijdragen aan uitbreiding van landbouw en ontbossing, oftewel ‘indirect verandering van landgebruik’. Onderzoekers haalden echter diverse studies aan, onder andere enkele uit Brazilië, die laten zien hoe beleid rond de productie van biobrandstoffen juist tot efficiëntere en duurzame productiemethoden kan leiden, met een netto positief effect op landgebruik.

Passend beleid nodig

Zoals in het artikel beschreven zou er in beleid rond biobrandstoffen meer rekening moeten worden gehouden met de beschikbaarheid van grondstoffen en de prijzen hiervoor. De auteurs doen de aanbeveling voor de ontwikkeling van mechanismen die tijdelijke aanpassingen in de productie van biobrandstoffen mogelijk maken, waardoor dreigende voedselcrises voorkomen kunnen worden. Dit soort ‘virtuele buffersystemen’ kunnen schommelingen in de beschikbaarheid van grondstoffen opvangen. “De experts waren het vooral eens over de stelling dat lage prijzen voor landbouwproducten slecht zijn voor de voedselzekerheid: boeren investeren dan te weinig in hun bedrijf omdat de marges op hun producten simpelweg te laag zijn”, merkt Vural Gursel op. “Ze hebben het geld niet. Dit leidt tot lagere opbrengsten in de jaren daarna en op langere termijn kan het betekenen dat er meer land nodig is. Een variabele vraag naar biobrandstoffen is een interessante gedachte die kan helpen om te voorkomen dat overaanbod leidt tot te lage prijzen. Het leidt dan tot meer zekerheid voor de boer, waardoor die eerder geneigd zal zijn te investeren in productiviteitsverbetering. Uiteindelijk is er dan minder land voor dezelfde productie nodig.”

De auteurs benadrukken dat er meer onderzoek nodig is om het principe van een variabele biobrandstoffenproductie om te kunnen zetten in effectief beleid. In het artikel concluderen zij: als via onderzoek kan worden bevestigd dat een variabele productie niet ten koste gaat van de voedselzekerheid, maar juist kan bijdragen tot een hogere voedselzekerheid, dan is dat een belangrijke stap op weg naar duurzame biobrandstofproductie.

Naast Wageningen University & Research droegen ook wetenschappers en experts van AgriQuest, Biomass Research, Oak Ridge National Laboratory, University of Nebraska en de RVO bij aan de studie.