Betere bessen en appels en minder verliezen naar het milieu met teelt los van de grond
Kan de kwaliteitsproductie van appels en blauwe bes omhoog en tegelijk de emissies van nitraat en gewasbeschermingsmiddelen omlaag? Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) denkt van wel en onderzoekt teelt ‘los van de (onder)grond.
Kwaliteit sturen via water
Bij appels is al langer bekend dat de kwaliteit van de vruchten te sturen is via de watergift. Onderzoek onder gecontroleerde omstandigheden laat zien dat scheutgroei, vruchtgroei en knopvorm afhankelijk zijn van de hoeveelheid water. De kwaliteit van de appels is bij te sturen door druppelbevloeiing met meststoffen, ook wel fertigatie genoemd. Alleen is dit principe nooit uitgetest in de praktijk. Bij een hevige regenbui zit er namelijk al zoveel water in de grond dat het niet meer mogelijk is de watergift te beperken. De wortels van de bomen en struiken halen het water zelf wel uit de bodem.
Appels in sleuven in de grond
Het onderzoek ‘teelt uit de grond’ maakt het mogelijk in de praktijk te testen of de appelkwaliteit inderdaad te sturen is. De appels groeien in sleuven in de grond, in een mineraal substraat met een drainagebuis. Daaronder ligt folie.
Naast de voordelen voor de teler biedt deze nieuwe teelt ook voordelen voor het milieu. Door het wateraanbod te beperken of het drainagepercentage laag te houden, stroomt er minder water uit de grond. Daarmee lekken er ook minder gewasbeschermingsmiddelen en minder meststoffen uit de grond naar het water. Mogelijk is dit zo weinig dat de EU-normen te halen zijn. Lukt dat niet dan is nog een systeem met recirculatie denkbaar om de emissie te beperken. Voor de teelt van appel op zand wordt het via deze nieuwe manier van telen mogelijk om zonder chemische ontsmetting van de grond opnieuw een boomgaard in te planten.