Een nieuwe kans voor oud-WUR-student Jacelien Balkema
In 2008 start de dan negentienjarige Jacelien van Berkum met haar bachelor Voeding & Gezondheid. Ze gaat op kamers in Wageningen en wordt stapelverliefd op huisgenoot Anne Balkema. Niet veel later is ze zwanger; het stelletje besluit te trouwen. “We besloten er gewoon voor te gaan,” vertelt een stralende Jacelien, twaalf en een half jaar en vier kinderen later. Jacelien (nu 31) koos er destijds voor om geen master te doen, maar is afgelopen september gestart met het Online Master’s Programme Nutritional Epidemiology and Public Health.
Voor de jonge Jacelien ligt in 2008 de wereld aan haar voeten: klaar met het gymnasium met een bètapakket, ze kan studeren wat en waar ze maar wil. Ze overweegt geneeskunde, maar kiest voor Voeding & Gezondheid aan de WUR: “Bij geneeskunde kijk je naar ongewenste verschijnselen en wat je kunt doen om die te verhelpen. Binnen de voedingsleer ga je uit van gezondheid en analyseer je wat je kunt doen om die te behouden. Bovendien, voeding is zo’n groot deel van je leven. Ik wilde daar iets mee doen. Dat waren voor mij belangrijke redenen om voor deze bachelor te kiezen.”
Keuzestress
De bachelor Voeding & Gezondheid rondde ze af, met een korte pauze rondom de geboorten van eerst zoontje August en later dochter Anneke. “Ik wist daarna wel dat ik een master wilde doen, alleen kwam er zoveel op me af toen. De kinderen sliepen slecht, mijn man Anne was druk. Ik dacht: mijn tijd komt wel. We hebben er toen voor gekozen om naar Duitsland te verhuizen, waar Anne werk kreeg bij zaadveredelingsbedrijf KWS. Hier ben ik echt op adem gekomen.”
In de jaren die volgden werden Sijbrand en Tjiske geboren en startte Anne een eigen bedrijf. Vanwege het bedrijf, familie én school verhuisde het WUR-koppel terug naar Nederland. Bij Jacelien begonnen de studiekriebels. “Ik wilde niet alleen maar huishouden, ik wilde iets anders. Ik wilde iets gaan doen wat toekomst voor mij biedt, iets waar ik me nuttig mee kan maken. Misschien wel een leuke baan. Ik ben een beetje rond gaan kijken, maar vond het ontzettend moeilijk en had best wel keuzestress. Wat wilde ik eigenlijk? Zou ik studeren nog wel leuk vinden? Zou het te doen zijn in combinatie met een druk gezin? En... kón ik nog wel studeren? Werkten mijn hersenen nog wel?”
“Ik ga ervoor!”
Tijdens haar zoektocht naar een studie, stuitte ze op het Online Master’s Programme Nutritional Epidemiology and Public Health. Een volledige master die in deeltijd te volgen is en die bovendien online kan, op een plek waar het de student het beste uitkomt. Jacelien nam contact op met de studieadviseur om haar twijfels te bespreken. “De studieadviseur was heel open en heeft me allerlei opties voorgelegd, we hebben ook naar andere studies gekeken. Ook kreeg ik een heel helder beeld van het onboarding traject. In dit adviesgesprek werd me heel duidelijk wat de belasting zou zijn, of ik het wel zou trekken allemaal. Na dit gesprek wist ik het: ik ga ervoor!”
Inmiddels is Jacelien ruim een half jaar onderweg en heeft ze haar eerste vakken goed afgerond. “Het gaat heel goed en ik vind het echt heel leuk. Mijn hersenen werken gelukkig nog, en epidemiologie, ik heb er echt wel gevoel voor. Bijna alle lessen zijn online te volgen in je eigen tijd. Ik kan het prima doen als de kinderen naar school zijn of liggen te slapen. Er staat twintig uur per week voor en dat klopt wel. Meestal red ik het met minder uur, soms duurt het net iets langer om goed in een vak of onderwerp te komen. Sommige studiegenoten doen deze master zelfs naast hun baan en redden het ook. Een belangrijk onderdeel van de studie zijn de opdrachten, individueel en in een groep. Tegen de groepsopdrachten zag ik best wel op. Hoe gaat dat, online samenwerken, zit je wel op dezelfde golflengte, streven we allemaal hetzelfde niveau na? So far so good trouwens, want ik heb alleen maar in fijne groepjes gewerkt."
Cirkel rond
Het duurt nog even, nog anderhalf jaar vakken en twee jaar stage/scriptie, maar Jacelien werpt af en toe al een blik vooruit op wat ze na haar master wil gaan doen. “Het allerliefste zou ik onderzoek gaan doen. En dan natuurlijk heel graag in Wageningen. Dan is de cirkel rond en ben ik terug op die mooie plek waar het twaalf en een half jaar geleden is begonnen.”