Project

Groene begeleiding Leger des Heils: de biologische moestuin

Eén van de zorgtaken van het Leger des Heils is het bieden van dagbesteding aan haar cliënten (deelnemers genoemd). Deelnemers kunnen hiervoor kiezen uit vier werkbedrijven, waaronder een biologische moestuin. Deze tuin ligt in een woonwijk van Amsterdam-Noord en bestaat bijna acht jaar. De tuin is de focus van dit project.

Deze biologische moestuin heeft een speciale methodiek ontwikkeld voor het werken met de deelnemers (de ‘Tuintaal’ methodiek). Alles draait om contact te leggen tussen deelnemer en mogelijke tuinactiviteiten.

Achterliggend idee is dat het zelf kiezen voor een activiteit en de mogelijkheid te werken op eigen tempo, op termijn zorgt voor verantwoordelijkheidsgevoel, verbinding met de omgeving, het nemen van initiatief en verschillende arbeidscompetenties.

Aanvragers van dit project zien de biologische moestuin als een waardevol project, vooral omdat het om een specifieke groep zeer kwetsbare cliënten gaat. Toch worstelt de tuin met een aantal problemen. In de woorden van de aanvrager: “Er wordt vooral gekeken naar wat dit project kost en niet naar wat het oplevert. Naast dat het deelnemers weer hoop geeft, bespaart het de maatschappij veel geld aan overlast, criminaliteit, contacten met politie en rechtspraak, psychiatrische hulp en andere zorg.” Er spelen verschillende problemen, zowel intern als extern: zo worden momenteel niet alle beschikbare plekken op de tuin gevuld en is de financiering van de tuin moeilijk (de exploitatie van de tuin is niet winstgevend of budgetneutraal). Terugkerend issue in deze problemen is dat niet duidelijk is wat de tuin oplevert voor de deelnemers, de directe omgeving en andere stakeholders, zoals omwonenden en de gemeente Amsterdam.

Dit onderzoek richt zich daarom op drie vragen:

  1. Wat betekent de tuin voor de deelnemers zelf? Vermoedelijk is de biologische moestuin geen panacee of ‘silver bullet’ waar elke client mee geholpen is. Inzicht in de geschikte doelgroep helpt een gericht verhaal te vertellen, en zal woonbegeleiders sturing geven bij het al dan niet doorverwijzen van cliënten naar de tuin.
  2. Wat betekent de tuin voor de maatschappij als geheel? In de literatuur is al het een en ander bekend over de mechanismen achter hoe een groene omgeving gezondheid bevordert (denk aan meer beweging en stressreductie). Maar werkt dat ook bij complexe psychische problematiek, en waarom? Wat zijn de kosten en de baten van de tuin als behandelmethode? Het inzichtelijk maken van de kosten van de tuin, en dat afzetten tegen (mogelijke) baten voor de maatschappij maakt duidelijk welke kosten worden bespaard. Hiermee kan de gemeente verleid worden om subsidies te blijven verstrekken.
  3. Hoe kan we de positie van de tuin worden versterkt? Wat is een mogelijke toekomststrategie om deze tuin zijn functie nog beter te laten vervullen? Hoe kan het ‘businessmodel’ worden geoptimaliseerd? Bij deze vraag hoort ook het destilleren van algemene lessen die toepasbaar zijn voor soortgelijke groene voorzieningen voor de meest complexe groepen van zorgdeelnemers.

Het Leger des Heils heeft ongeveer 4000 cliënten in Amsterdam. Veel van deze mensen worstelen met complexe problemen, op diverse levensgebieden. Ze hebben moeite om zich in de maatschappij te handhaven en om eigen regie te ervaren en te nemen. Velen komen in contact met verdovende middelen en criminaliteit.

Het onderzoek

Verschillende deelonderzoeken zijn door studenten uitgevoerd, onder begeleiding van docenten van Wageningen Universiteit. De resultaten zijn samengevat in een wetenschapswinkel rapport dat ook een slothoofdstuk bevat met conclusies en aanbevelingen.

De tuin werkt goed voor deelnemers van alle niveaus, omdat er zowel uitdagende en verantwoordelijke als eenvoudige werkzaamheden te vinden zijn. Een voorwaarde is wel dat de deelnemers zelf graag buiten werken, bijvoorbeeld omdat zij fysiek actief willen zijn of de rust van een groene ruimte zoeken. De tuin is een plek voor deelnemers die voor de maatschappij relatief duur zijn: mensen die langdurig of zelfs hun hele leven door de maatschappij ondersteund moeten worden. De vraag is of de maatschappij deze zorgkosten wil betalen. De baten van de tuin zijn dat deze een plek biedt aan deelnemers die verder nergens terecht kunnen, en dat zij daar een goede dagbesteding kunnen hebben. Voor andere deelnemers kan de tuin een opstap zijn naar betaald werk. Er is een tussencategorie, die de tuin kan gebruiken om te herstellen, waarna ze in de tuin of in een van de andere werkbedrijven aan re-integratie kunnen werken.

Daarnaast heeft de tuin baten zoals de opbrengst aan voedselgewassen en het bieden van een groene plek voor wandelingen aan de omwonenden, maar dit zijn kleine baten vergeleken bij de zorgfunctie. Andere partijen waarderen het dat in de tuin een plek is voor mensen met complexe problematiek. Helaas zit de gemeente Amsterdam in een wettelijk keurslijf waardoor de verwachting overeind blijft dat deelnemers na 1,5 jaar klaar zijn voor de arbeidsmarkt. Lees meer in het wetenschapswinkel rapport: “De waarde van de biologische moestuin voor deelnemers, het Leger des Heils en de gemeente Amsterdam” dat je op deze pagina kunt downloaden.