
Persbericht
Grote verschillen kosten energiebelasting glastuinbouw in Noordwest-Europa
De kosten van energiebelasting voor een glastuinbouwbedrijf verschillen aanzienlijk tussen Noordwest-Europese landen. De verschillen tussen de landen lopen op tot ruim 6 eurocent per kuub aardgas. Vanuit de belastingentarieven voor energie is er geen gelijk speelveld voor glastuinbouwbedrijven. In alle onderzochte landen bestaan kortingen, vrijstellingen of verlaagde energiebelasting tarieven voor glastuinbouwbedrijven.
In de afzonderlijk landen worden in de glastuinbouw verschillende brandstoffen gebruikt. In Nederland, Frankrijk en in Engeland is aardgas de meest gebruikte brandstof. In België zijn dat aardgas en olie, in Polen kolen en in Denemarken en Duitsland aardgas, kolen en olie. In de Deense en Engelse glastuinbouw is de energiebelasting hoger en in België en Frankrijk lager dan in Nederland. Polen kent geen energiebelasting voor de glastuinbouw. De Duitse belasting op aardgas is hoger dan in Nederland en voor olie en kolen juist lager dan in Nederland.
Verlaagde tarieven glastuinbouw
Verlaagde tarieven voor energiebelasting op brandstoffen voor de glastuinbouw zijn er in Nederland voor aardgas, in België voor olie, in Duitsland voor aardgas en olie, in Frankrijk voor gas en olie, in Polen voor kolen en aardgas en in het Verenigd Koninkrijk voor aardgas. In de Deense glastuinbouw gelden de lagere zakelijke tarieven voor aardgas.
Tarieven en tariefstructuur
Duitsland, Polen en Engeland hebben een relatief eenvoudige tariefstructuur voor energiebelasting. In België, Denemarken, Frankrijk en Nederland is de tariefstructuur complexer. De complexiteit uit zich in meerdere soorten belasting per energiesoort en in de staffeling in de tariefstructuur. Nederland en België kennen een degressief gestaffelde tariefstructuur waardoor er verschillen in kosten tussen de bedrijven ontstaan. Andere landen hebben een vlak tarief. Bij een vlak is tarief is de belasting voor alle kuubs gelijk. Bij een degressief tarief is het belastingtarief het laagst voor de laatste eenheid brandstof die wordt gebruikt. Door energiebesparing wordt juist deze laatste eenheid niet meer gebruikt . Een vlak tarief is daardoor een betere stimulans voor vermindering van het brandstofgebruik.