Invloed boomsoort
Tijdens de vroege verteringsfases bestaan er grote verschillen tussen naald- en loofhout door de aanwezigheid van hars en specifieke secundaire plantenstoffen zoals fenolen. Van de dood hout kevers leeft ongeveer tweederde in loofhout en eenderde in naaldhout. Binnen deze hoofdgroepen bestaat weer een variatie tussen de verschillende boomgenera.
Bij eik en den komen relatief veel specifieke keversoorten voor. Specifieke kevers komen uitsluitend bij één boomgenus voor, terwijl niet-specifieke kevers bij meerdere boomgenera voorkomen. Bedacht moet worden dat de biodiversiteit van de boomgenera veel hoger is omdat behalve de kevers ook talloze soorten schimmelmugjes, houtwespen, springstaarten etc. voorkomen. Vers dood hout van exoten zoals Pseudostuga en Robinia is extreem arm aan insectensoorten. Pas nadat schimmels en bacteriën het hout en de specifieke plantenstoffen in verregaande mate hebben afgebroken, kunnen de generalisten zich er in ontwikkelen.
Boomgenus / soort | Nederlandse naam | Specifieke en (niet-specifieke) keversoorten |
Quercus | Eik | 84 (490) |
Pinus | Den | 55 (209) |
Picea abies | Fijnspar | 24 (206) |
Fagus sylvatica | Beuk | 18 (367) |
Populus | Populier | 14 (251) |
Ulmus | Iep | 10 (185) |
Abies alba | Zilverspar | 10 (82) |
Betula | Berk | 9 (243) |
Tilia | Linde | 7 (157) |
Fraxinus excelsior | Es | 7 (81) |
Alnus | Els | 4 (219) |
Juniperus | Jeneverbes | 4 (10) |
Larix | Lariks | 3 (39) |
Acer | Esdoorn | 2 (151) |
Carpinus betulus | Haagbeuk | 2 (125) |
Bronnen
- Oriënterend onderzoek naar geleedpotigen in liggend dood hout van Zomereik en Grove den (1,12 mb)
- Dood hout en biodiversiteit: een literatuurstudie naar het voorkomen van dood hout in de Nederlandse bossen en het belang ervan voor de duurzame instandhouding van geleedpotigen, paddenstoelen en mossen (4,32 mb)