
Project
Migratielinks tussen Arctische broedgebieden en oceanische overwinteringsgebieden van zeevogels
In dit PhD onderzoek wordt migratie van een aantal moeilijk en daardoor weinig bestudeerde trekvogels in kaart gebracht. Het betreft zeevogels die op Arctische toendra broeden maar op open oceaan overwinteren; kleine jager Stercorarius parasiticus en kleinste jager S longicaudus, Noordse stern Sterna paradisaea en grauwe franjepoot Phalaropus lobatus.
De bescherming van migrerende vogelsoorten kan alleen succesvol zijn als de bewegingen het jaar rond bekend en begrepen worden. Met name in het licht van de verwachte ontwikkelingen in het Arctisch gebied (klimaatverandering, toename in scheepsactiviteit, olie- en gaswinning, toename in visserijdruk), is een gedegen kennis van de links tussen de Arctis en de meer zuidelijke oceanen uiterst belangrijk voor natuurbescherming en management.
Gebruikmakend van internationale samenwerking voeren we tegelijkertijd veldwerk uit in vier Arctische locaties. Dit project behelst het onderzoek in de twee Scandinavische gebieden: Sletness (Norway) en Ammarnäs (Zweeds Lapland). Door recent ontwikkelde ‘geolocators’ en de analyse van stabiele isotopenratios in veren en eierschalen kunnen migratieroutes van individuen worden gelinkt aan voedselopname.
Het beoogde resultaat is inzicht krijgen in de migratieroutes en overwinteringsgebieden van Noord-Atlantische populaties van vier zeevogels: kleine en kleinste jager, Noordse stern en grauwe franjepoot. Ook effecten van de broedperiode op de trek- en overwinteringsperiode en vice versa worden in kaart gebracht en gelinkt aan voedselgebruik.