Blogpost
Weblog Stef Heijink
Volg 1e jaars student Plantenwetenschappen Stef Heijink in zijn weblog
Inleiding
Ik ben Stef Heijink, 18 jaar en ik woon in Hummelo. Ik ben nu eerstejaars Plantenwetenschappen en eerstejaars bij de Wageningse Studenten Vereniging Ceres en roeier bij Argo. Ik had al vrij snel besloten dat ik in Wageningen wilde studeren, maar ik moest alleen nog even uitzoeken wat. Dit kwam vooral omdat ik interesse had in landbouw. Ik twijfelde heel erg tussen Plantenwetenschappen en Dierwetenschappen. Ik heb van allebei een meeloopdag gedaan, met een groep. Dierwetenschappen vond ik een studie van paardenmeisjes en daarmee niet echt serieus, omdat ik het gevoel had dat veel van hen weer zouden afhaken. Dit terwijl ik toch ook één dag per week werk op een manege voor mensen met een beperking, waar ook veel paardenmeisjes lopen. Ik heb rond november gekozen en me in februari ingeschreven.
Ik vind de studie erg leuk, maar wel zwaar. We zijn dit jaar met 31 eerstejaars, waar zeker leuke mensen tussen zitten. Ik had het wel iets minder intensief verwacht, maar je moet er zeker niet van uitgaan dat je veel thuis komt te zitten. Gelukkig worden er veel verschillende werkvormen gehanteerd, waardoor je wel een goede afwisseling hebt. In deze periode volg ik Celbiologie, waar we met een werkgroepje kijken naar een gesteld probleem en dit proberen op te lossen. Zo moet je bijvoorbeeld een presentatie geven.
Ik heb dit jaar pas drie vakken gehad, waarvan er één echt uit sprong. Dat was een inleiding op Plantenwetenschappen, want daarvoor ga je toch plantenwetenschappen doen. Ik heb nog geen toekomstplannen, ik besloot om een studie te kiezen die ik leuk vond, vooral omdat ik dacht dat ik daar vast mee kan worden wat ik leuk vind.
Ik probeer naast mijn studie actief te zijn bij Ceres, in elk geval eens per week te gaan roeien en nog wat te gaan wielrennen.
April 2013
Hallo allemaal, er zit weer een tentamenweek aan te komen, met middenin Koninginnedag, al weer de laatste. Ik zal er niet veel van meekrijgen, ik mag lekker aan de bak met vier tentamens. Vier ik toch iets:) Ik vertelde vorige maand iets over mijn middagvak, wat eigenlijk van mij doet verwachten nu iets over mijn ochtendtijdsbesteding te vertellen. Ik beloof dat ik dat zo doe, eerst nog iets over de middag.
De eerste mooie dag van het jaar mochten wij op excursie, naar een biologische boer aan de overkant van de Rijn. Dit in kader van een grotere opdracht over omschakeling naar een biologisch teeltsysteem, compleet met vruchtwisseling en bemestingsschema’s. Het was lekker weer, dus niet bepaald een straf om de middag buiten te moeten doorbrengen. We hebben ook nog een foto gemaakt op de tractor. Ik zeg altijd maar zo: ‘lekker op de trekker’. Je blijft toch een Wageningse boer.
In de ochtend zitten we voornamelijk in het lab. Nu eens niet om stoffen te mixen, maar om naar planten te kijken, en deze na te tekenen. Nu zijn planten prachtige dingen, maar om alles wat je ziet te tekenen gaat ver. Ik vond het wel wat minder, maar ik heb me erdoor geslagen. Tekenen is sowieso niet zo mijn ding, wat dat betreft gaat rekenen me beter af.
Nu tentamens leren, de twee voor deze periode samen met nog twee herkansingen. Dan kom ik wat beter op schema en is iedereen, inclusief studieadviseur, weer blij.
We hebben hier ook nog een soort decaan, je studieadviseur. Hij houdt je cijfers en punten in de gaten, en vraagt of je op gesprek komt als je niet meer op schema ligt, of als hij of zij zich afvraagt of het wel wat voor je is, zeker als je alleen onvoldoendes haalt.
Zo wordt je toch ietwat begeleid in het groot worden:).
Jullie zullen wel vakantie hebben in de week van Koninginnedag, veel plezier dan. Ik heb wel een tip: mochten jullie je op 5 mei vervelen, kom naar Wageningen en proef wat een sfeer de studenten en mensen van buitenaf hier maken.
Tot volgende maand!
Maart 2013
Hallo allemaal, heb je dat ook wel eens, dat je door de bomen het bos niet meer ziet? Gisteravond drie feestjes, toen heb ik besloten om gewoon rustig voetballen te kijken. Ik word nog wel eens wijs. Verder zit ik namelijk stevig in de drukte. Twee grote vakken met veel verplichte practica. Maar gelukkig gaan ze eindelijk over hetgeen waarvoor ik hier kwam: planten.
Een van de vakken is een inleiding op agro-ecologie. Dat houdt zoiets in als de ecologie op een boerenbedrijf. Het komt er op neer dat er, voor het groeien van gewassen, meerdere maatregelen nodig zijn van de boer om het milieu op de akker zo goed mogelijk te maken, om zo opbrengsten te verhogen. Wist je bijvoorbeeld dat wanneer er goed wordt bemest in Afrika, dat ondanks de droogte de opbrengsten verdubbelen? Blijkt maar weer dat boeren eigenlijk ook topmanagers zijn. Verder is natuurlijk belangrijk in hoeverre onkruiden invloed hebben op gewasgroei, of bijvoorbeeld hoe de plant zo efficiënt mogelijk met het inkomende licht kan omgaan. Veel om over na te denken.
Als je al deze factoren mee moet nemen, en je wilt een meerjarig teeltplan opstellen, kun je natuurlijk geen proef van tien jaar doen. Daarom zit er in dit vak ook een stukje systeemanalyse en simulatie. Er is een computerprogramma, waarmee je meerjarig, met duizenden factoren rekening houdend, kunt simuleren hoe je gewas beïnvloed wordt door de omgeving, onkruid, mest etc.
Best lastig, maar ook best leuk. Gelukkig heb ik in de avonduren wat meer tijd voor mezelf, en kan ik gewoon met vrienden in een kroegje gaan zitten, of op donderdag met m’n huis gaan stappen. Naast de studie moet er ook geleefd worden. Je moet alleen wel de juiste balans vinden.
Ik ga zo weer practicum doen, dus ik laat volgende maand weer wat van me horen!
Stef
Febuari 2013
Hallo allemaal, de winter is nu echt over, tenminste, daar is iedereen wel aan toe. Wij hebben in ons studentenhuis in ieder geval de verwarming weer uitgezet. De lente zit in de lucht, merk ik aan m’n huis- en studiegenoten. Lekker. Jammer dat die lente vanuit de collegebanken waargenomen moet worden. Tegenwoordig ben ik nauwelijks meer buiten: het vak biologische chemie vraagt om dagen van practica en verslagen. Het vak bestaat eigenlijk uit twee delen: een moleculair biologisch deel (met DNA van bacteriën en tomatenplanten, hoe dit wordt afgelezen, of juist inbouwen van vreemde genen in plasmides in bacteriën). Dat was het eerste deel, het was vooral erg druk met in het lab zitten, en weinig tijd om daar een verslag over te schrijven (wel een voorgekauwde, dus je hoeft alleen de vragen te beantwoorden, gelukkig).
Dan bestaat het tweede gedeelte uit biochemie, waar het meer gaat om eiwitten aantonen in verschillende soorten vlees, om te zeggen of er bijvoorbeeld paardenvlees inzit. We hebben daar ook onze eigen urine geanalyseerd. Hier moeten we dan weer allerlei berekeningen op loslaten. Dit duurt minder lang, dus hebben we iets meer tijd voor het verslag. We werken in groepen van twee. Mijn partner is ook een eerstejaars plantenwetenschappen, en samen hebben we op onze rug ‘Dreamteam’ geschreven, omdat we daar steeds grappen over maakten.
In een labzaal werken vergt vaak wat aanpassingen. In collegezalen mag je gewoon drinken uit petflessen. In het lab wordt je daar meteen op aangekeken, zeker bij moleculaire biologie, omdat we daar met levende organismen werken. Ook zien we er allemaal hetzelfde uit in onze labjas. Gelukkig herken je de meeste aan hun haar (zoals bij mij zeker het geval is).
Nu de tentamenweek in. En tentamen halen. Zoals het hoort.
Tot volgende maand!
Januari 2013
Hallo allemaal, zitten alle vingers er nog aan? Bij mij wel. Gelukkig. Er zijn nou eenmaal bepaalde dingen die minder makkelijk gaan zonder vingers. Januari is een speciale maand, wat opleidingen hier in Wageningen betreft. Januari bestaat namelijk uit een volledige periode, waarin een zespuntsvak of twee driepuntsvakken worden gegeven. In drie weken alle stof erdoor knallen en dan een tentamen maken. Daarna komt de eerste herkansingsweek eraan. Die zit goed vol voor mij, want ik heb toch maar de helft van m'n puntjes weten te halen:(
Nu volg ik een vak, waar genetica heel belangrijk is. We hebben het een dagdeel over de chemie van DNA, kloneren van DNA, intronen, exonen en primers, vooral heel veel primers. Primers zijn stukken DNA die zorgen dat functionele delen kunnen worden geïntegreerd en later weer kunnen worden aangetoond. Dit vak wordt een dagdeel gegeven, de rest is zelf in te delen voor zelfstudie. 's Ochtends en 's middags wordt precies hetzelfde gedoceerd, dus ben je een keer brak: je kan naar het middagprogramma. Heel fijn.
Je kunt natuurlijk niet studeren zonder boeken. En boeken zijn erg dure dingen, zeker als je ze maar een paar weken worden gebruikt. Gelukkig heb ik een tweedejaarshuisgenoot, die ook Plantenwetenschappen doet. Ik hoef maar te knikken en ik heb alle boeken, weet welke onderdelen van welke vakken verplicht zijn, en wat leuk is en wat niet. Hemel. Als je dit niet hebt, kun je de boeken natuurlijk ook op internet kopen. Er is een speciale second hand bookshop, waar je bijna alle boeken kunt kopen, en je overbodige boeken weer kunt verkopen. Ook is er een speciale site hiervoor. De universiteit heeft ook een boekwinkeltje, maar daar is het vaak heel erg duur. Handleidingen zal je wel daar moeten kopen.
Alvast veel succes bij je studiekeuze, dat kun je natuurlijk niet vroeg genoeg doen, en het leren van je eindexamen/tentamens.
Laterrss
December 2012
Gelukkig nieuwjaar, allemaal, dat je al je puntjes mag halen dit jaar. Of je eindexamen. Met mijn puntjes zit het wel goed. Als het goed is heb ik er 9 van de 12 gehaald. Daar ben ik wel tevreden mee. Een van de vakken van deze periode was celbio. Het ging in op structuren en functies binnen cellen, en de manier waarop cellen communiceren met elkaar, waardoor weefsels en organen ontstaan. Het is een aanvulling op de middelbare schoolstof. De puntjes van dit vak heb ik zeker binnengehaald, bij een digitaal tentamen wist ik 57% te scoren. Met mijn eerder behaalde bonus van 0,4 zijn de zes punten zeker binnen. Veel vakken werken hier trouwens met bonussen, die op verschillende manieren te halen zijn. Het chemievak wat ik gevolgd heb vereiste drie internetopdrachten per week, terwijl een eerder chemievak alleen de aanwezigheid bij de practica al een half punt oplevert. Tel jezelf rijk!
Bij statistiek (wiskunde A voor gevorderden, pff) heb ik waarschijnlijk ook een nieuw fenomeen ontdekt: het vervolgvak halen terwijl ik de basisvariant nog moet herkansen. In de gymzaal (ja, daar maken wij ook onze tentamens!), achter een gammel tafeltje, had ik eindelijk het gevoel dat ik begreep waar ik mee bezig was.
Om je eerste jaar te halen moet je 60 punten scoren, waarbij je een keer een vijf mag laten staan. Nu, na twee periodes, kan je er maximaal 24 hebben. Als ik goed geteld heb staan er 15 op mijn balans. Begin februari is de hertentamenweek, dus dan ga ik weer lekker bijtrekken.
Geniet allemaal nog even van de oliebollen en doe de groeten aan je buurvrouw!
November 2012
Het is te merken dat we aan elkaar wennen. Er komen initiatieven op gang om met het eerste jaar samen te gaan eten, sporten en stappen. Nadeel aan een kleine studie is dat je lang niet altijd met iemand wat kunt gaan doen, maar er zijn natuurlijk ook juist dingen die je beter meemaakt, we kennen elkaar persoonlijk. Gelukkig hebben we een actieve studievereniging.
En november bracht nog iets. Toen ik op donderdagavond naar Wageningen ging om mijn verjaardag te vieren met wat vrienden van thuisthuis (zoals we de plaats noemen waar we in de weekends naartoe gaan) bij een studentenhuis. Ik had daar al een paar keer geslapen en dat beviel ze zo goed dat ze me hebben gevraagd om deel te worden van het huis. Ik heb dus een kamertje en ik hoef niet meer dagelijks op en neer.
De vakken van deze periode zijn eigenlijk ongeveer hetzelfde als van de vorige. We bikkelen ’s middags aan celbiologie, de hele periode. Verder hebben we in de ochtenden eerst (een ander soort) chemie en vanaf week vier een uitbereiding op statistiek. Chemie is al tijden mijn ding, ik heb er nog over gedacht om scheikunde te gaan studeren, maar statistiek is verschrikkelijk, vind ik dan. Misschien wordt het duidelijker als ik iets minder brak naar die colleges zou gaan..
December staat weer voor de deur, de maand van nog een weekje bikkelen op de tentamens, maar vanaf woensdag vrij, waardoor ik lekker 2,5 week de tijd heb om naar Wageningen te verhuizen, of misschien toch niet. Misschien dat mijn kamergenoot toch liever wil studeren, dan dat ik m’n bed in mekaar kom zetten. Ik moet het maar zien. En hij ook.
Ik ga ervan uit dat mijn streven voor november gehaald is, maar dat zullen we volgende maand zien.
Oktober 2012
Het begint te wennen. Ik hoef niet meer perse overal bij te zijn en als ik door de Hoogstraat, in het centrum, wandel, voel ik me thuis. Top stad. Het nadeel is dat het een klein wereldje is, waardoor niets geheim blijft. Dit lijkt nu nog niet zo erg, maar ik heb gehoord dat sommige dingen verstandiger zijn om maar gewoon te laten.
De eerste activiteit met de studievereniging was ook een groot succes. Er werd een zeskamp gehouden, waarbij vier ploegen tegen elkaar streden in spellen als string-steken, water doorgeven op een lat en gezelligheid. Deze avond hebben we afgesloten in onze stamkroeg. Een dag later was het weer raak, met een paar studiegenoten hebben we de biercantus van de roeivereniging meegemaakt. Wat een topavond. Een cantus is een typische vorm van studentenvermaak, waarbij er gezongen moet worden en tussendoor, om de keeltjes te smeren, bier dient te worden genuttigd.
Verder was oktober vooral de maand van de tentamens. Tentamens, ze zijn niet echt leuk. Zeker niet als je ze onderschat, wat bij mij erg het geval was. Het plantenvak was goed te doen, zeker omdat het zo leuk is. De andere vakken heb ik ruim in gefaald: twee keer een vier. Heb ik weer, begin ik het jaar al met een studievertraging. Dit wil Ik liever niet doorzetten. Ondertussen is er ook de eerste afvaller: een Duits plantje is afgehaakt omdat de studie hem niet paste en hij het Nederlands slecht kon volgen.
Wat trouwens misschien ook leuk is om te vertellen, is dat we dit jaar erg internationaal zijn. Ons jaar bestaat uit een Belg, een Fransman, een Oostenrijker en drie Duitsers. Ze spreken wel allemaal Nederlands, de een wat beter dan de ander.
November wordt een rustig maandje. Goed opletten en college volgen om te zorgen dat ik niet nog verder achter ga komen. Kan ik proberen om in de volgende tentamenweek mijn puntentotaal te verdrievoudigen. Nobel streven, lijkt me toch?
September 2012
Mijn eerste aankomst in Wageningen dateert al van een tijdje terug. Ik kwam met een vriend van me naar de Bachelor-opendag, waar we, onvoorbereid, een aantal studierichtingen aankruisten om te bezoeken. Inderdaad, plantenwetenschappen was er één van.
En nu ben ik terug, zonder die vriend, hoewel hij wel biologie studeert, maar vol goede moed om aan de nieuwe stap te beginnen. Ik heb nog geen kamer gevonden, dus ik ben nu nog een zogenaamde spoorstudent. Het bevalt, behalve als ik vroeg op moet om de bus te halen (6:55, pfff). Als er feesten zijn heb ik gelukkig wat mensen bij de studentenvereniging die een matrasje voor me hebben.
We beginnen het jaar, dat wordt opgedeeld in periodes, met drie vakken. Twee kleintjes (chemie en statistiek) en een groot vak (introductie plantenwetenschappen). Vooral het plantenvak spreekt me erg aan, wat duidelijk maakt dat ik goed gekozen heb. Gelukkig.
De kleinere vakken worden ’s middags gegeven. De eerste drie weken statistiek, daarna drie weekjes chemie.
Ondertussen begin ik wel te merken dat het lastig is om aan zo veel mogelijk mee te doen als je geen kamer hebt. Ik was te laat om via Idealis wat te kunnen regelen en ik had gehoopt op een verenigingshuis, maar ook dat werd geen waarheid. Gelukkig studeert mijn eerder genoemde vriend hier ook, en mag ik daar zoveel slapen als ik wil. Het rooster is ook niet echt ideaal: tussen half tien en half 4 moet ik wachten, om daarna nog een practicum te kunnen doen. Vroeg weg en laat thuis: ik lijk al niet meer thuis te wonen.
Ik ga m’n best doen om de vakken goed te volgen, en volgende maand zullen we zien of het genoeg was om mijn tentamens te halen. Tot volgende maand!