Longread

De weg naar duurzame plastics in 2050 (deel 1)

5 minuten

Nu nog groeit de productie van plastic in de wereld exponentieel, maar we willen in 2050 naar een volledig circulaire economie met alleen gerecycled of biobased plastic. Hoe komen we daar? Drie Wageningse onderzoekers navigeren ons door complexe afvalstromen, weifelend beleid en nieuwe bedrijfsstrategieën.

De hoeveelheid plastic in de wereld groeit exponentieel, net als het plastic zwerfafval op stranden en in rivieren. Zonder aanvullend beleid stevenen we af op een bijna verdubbeling van het gebruik van plastics in 2050, bleek uit onderzoek begin dit jaar. De studie schatte de plastic productie op 450 miljoen ton in 2050, in de vorm van flessen, bakjes, rietjes, autodashboards, folies en leidingen. Met name in de groei-economiën in Azië en Afrika blijft het gebruik van plastic toenemen.

Nieuwe richtlijnen

Om dit probleem te verminderen, is de Europese Commissie met nieuwe wetgeving gekomen. Eerst in 2019 de single-use plastics (SUP) richtlijn. Deze richtlijn verbiedt de top 10 van meest vervuilende plastics op stranden. Dan hebben we het over plastic wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes, ballonnen, bekers, sigarettenpeuken en plastic zakken. Daarna volgde in 2022 de richtlijn 1616/2022 voor de toepassing van recyclaat in levensmiddelverpakkingen. En als laatste publiceerde de EU in november 2022 een voorstel voor de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). Dit wetsvoorstel is ambitieus. Als de lidstaten akkoord gaan, wordt er gelijktijdig hoge recyclingpercentages, hoge aandelen recyclaat in nieuwe producten en hergebruik van kunststof artikelen geëist. Verder stelt deze regulering een maximum aan het aantal tasjes die een Europese consument mag gebruiken per jaar en stelt zij vast in welke consumptieartikelen biologisch afbreekbare kunststof moet worden toegepast.

Nederland heeft een deel van de EU-SUP richtlijn al vertaald in wetgeving. Vanaf 2024 mogen kantines, kantoren, festivals en restaurants geen plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen meer aanbieden. De nieuwe regels gelden ook voor biobased plastics, maar er geldt een uitzondering voor plastics die goed gerecycled kunnen worden, zoals PET-flesjes. De Nederlandse regering streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Dat betekent dat vrijwel alle papier, kunststoffen en textiel tegen die tijd moeten worden verwerkt voor hergebruik, maar ook dat de grondstof biobased moet zijn.

Mogelijk komt er een maximum aan het aantal tasjes die een Europese consument mag gebruiken per jaar
Mogelijk komt er een maximum aan het aantal tasjes die een Europese consument mag gebruiken per jaar

Terugdringen plastic lastig en complex

Tussen wens en praktijk ligt een gapend gat, want het terugdringen van plastics in onze economie is lastig en complex. Dat komt eerst en vooral door de grote voordelen van plastic, zegt Judith van Leeuwen, onderzoeker bij de leerstoelgroep Milieubeleid van WUR. Ten eerste: plastic is goedkoop. Dus gerecycled plastic is al snel duurder dan nieuw plastic. Ten tweede: plastic is licht. Dat vinden vervoerders in bijvoorbeeld de voedselketen prettig. Ten derde: plastic beschermt goed tegen viezigheid en bederf en is daarmee onderdeel van onze voedselveiligheid. En tot slot: plastic past goed bij het moderne consumentisme, zoals de take-away-cultuur en ready-to-eat food. Daarmee zit plastic ingebakken in onze routines als consument en routines zijn lastig aan te passen.

Snelle en simpele oplossingen om gebruik van plastics te verminderen zijn er dan ook niet. Voorbeeld: menigeen denkt dat we plastic verpakkingen kunnen uitbannen door ons voedsel weer zoals vroeger in glas, karton en blik aan te bieden. Het probleem: de productie van die verpakkingen kost veel meer grondstoffen en energie en daarmee is de CO2-footprint van deze alternatieven groter dan van plastic. Het verschil met vroeger is niet alleen het verpakkingsmateriaal, maar ook dat we destijds veel minder consumeerden.

Zo’n afwenteling van problemen doet zich nu voor in de Nederlandse wetgeving om single use plastics uit te bannen. Vanaf 2024 mogen bed and breakfast verhuurders geen ontbijt meer aanbieden met kleine kunststof portieverpakkingen voor boter, jam, pindakaas en koffiemelk. Wat wordt het alternatief? Gaan de B&B’s geen ontbijt meer aanbieden of serveren ze de kleine porties pindakaas, jam en koffiemelk voortaan op schoteltjes en in kannetjes? Vermoedelijk leidt dit plastic-loze alternatief tot meer voedselverspilling en afval, zegt Ulphard Thoden van Velzen. Hij onderzoekt bij Wageningen Food & Biobased Research het (her)gebruik van plastic verpakkingen.

Vanaf 2024 mogen bed and breakfast verhuurders geen ontbijt meer aanbieden met kleine kunststof portieverpakkingen voor boter, jam, pindakaas en koffiemelk
Vanaf 2024 mogen bed and breakfast verhuurders geen ontbijt meer aanbieden met kleine kunststof portieverpakkingen voor boter, jam, pindakaas en koffiemelk

Ingewikkelde wetgeving

Volgens Thoden van Velzen weten de voedingsbedrijven op dit moment niet waar ze aan toe zijn. ‘Er heerst beleidschaos’, zegt hij. ‘Op dit moment buigt zich een leger van juristen over de stapeling van wetgeving die het erg ingewikkeld maakt voor de levensmiddelenbedrijven. De bedrijven vrezen dat ze met deze wetgeving de klimaatdoelen niet gaan halen. Ook voorzien ze een forse kostenverhoging met een systeem dat nog steeds vervuilt.’

Wat hier misgaat, aldus Thoden van Velzen, is dat de wetgeving niet aansluit op de weerbarstige praktijk. Je kunt het gebruik van eenmalige kunststof verpakkingen in kantines en op festivals verbieden, maar zolang jongeren vaker samen eten en drinken in parken en in de trein los je de oorzaak van plastic zwerfvuil niet op.

Judith van Leeuwen ziet nog een probleem in de wetgeving. ‘De EU kijkt nu vooral naar de reductie van plastic afval, de wetgeving belicht de afvalkant of richt zich op bedrijven die producten op de markt brengen. De olifant in de kamer is de productie van plastic en de rol van de petrochemische industrie, hoe gaan we die aanpakken? Het doel zou moeten zijn: minder plastics van fossiele grondstoffen, maar dat doel is nog niet vastgesteld. En ook al stel je een doel dat bedrijven minimaal 25% of 50% moeten recyclen, dan nog kan het zijn dat de productie van plastics minder afneemt dan verwacht.’

Violet Ross, promovendus bij Milieubeleid en Recht in Wageningen, ziet nog een probleem: de wetgeving is niet duidelijk en specifiek genoeg. Zo verbiedt de overheid een bepaalde vorm van de kunststof polystyreen maar andere niet. Kartonnen bekers met een plastic laagje worden verboden voor consumptie ter plaatse, voor consumptie on-the-go moet er een SUP-afdracht worden betaald. Dat levert een grijs juridisch gebied op voor consumptie enkele meters vanaf het afgiftepunt. Er is volgens Ross simpeler en duidelijker beleid nodig.

Dit is het eerste deel van het verhaal over plastics. Deel 2 van 'De weg
naar duurzame plastics in 2050' verschijnt a.s. zaterdag op wur.nl.