Blog

Zijn gisten het alternatief voor grootschalige palmolieteelt?

Om te voorkomen dat nog eens miljoenen hectares oerbos moeten wijken voor de palmolieteelt, is de industrie op zoek naar duurzame alternatieven. In die zoektocht wordt met interesse gekeken naar gisten. Deze minuscule wezentjes weten wel raad met organisch afval. Of het nu gaat om suikerrijke reststromen van de papierindustrie, zetmeelresten van de aardappelteelt of GFT, ze maken er microbiële olie van.

Palmolie zit in bijna ieder bewerkt product dat je in de supermarkt vindt, van pindakaas en pizza tot bodycrème en wasverzachter. Een aantal jaar geleden startten we een TKI-project om samen met bedrijven de potentie van microbiële olie als alternatief voor palmolie te onderzoeken. Kennis van de biologie helpt ons om gisten oliën te laten maken die lange of juist iets kortere vetzuren bevatten. Of die juist bestaan uit veel meervoudig onverzadigde vetzuren.

We richten ons op verschillende producten: voedingsmiddelen, home & personal care (waaronder cosmetica) en reinigings- en hygiënemiddelen. Allereerst hebben we onderzocht hoe we de gisten zo kunnen opvoeden dat ze meer olie maken en opslaan in biomassa. Ook keken we naar de opbrengst per reststroom.

De resultaten zijn veelbelovend: inmiddels bestaat ruim de helft van het gewicht van de gist uit olie (water niet meegerekend). Natuurlijk moet je ook weten wat het kost om een gist een bepaald vetzuur te laten maken. Ook dat hebben we in kaart gebracht. Er is nog wel werk aan de winkel; om met palmolie te kunnen concurreren, moeten we zoveel mogelijk olie per kilo reststroom kunnen produceren.

Microbiële olie in margarine en mayonaise

Er is al aangetoond dat gisten een microbiële olie kunnen maken die probleemloos zonnebloemolie of palmolie kan vervangen in margarine en mayonaise. De volgende stap is dat we het fermentatie- en opwerkingsproces aanpassen, zodat we uit de olie ook de vetzuren en glycerol kunnen isoleren en gebruiken. Voor de kortere termijn zien we vooral kansen voor toepassingen in producten waarvoor consumenten bereid zijn iets meer te betalen, zoals voeding en cosmetica.

In de voedingsindustrie is een snelle doorbraak aanstaande, gezien de investeringen die wereldwijd gedaan worden. Ook de cosmetica-industrie zal niet lang op zich laten wachten.

Nog geen alternatief voor palmpitolie

Er zijn nog wel wat uitdagingen. Een technologische puzzel die nog niet is opgelost, is: hoe kunnen we gisten een volwaardig alternatief laten maken voor palmpitolie? De vetzuren hierin zijn anders samengeteld dan de standaard palmolie. Moleculair heeft palmpitolie een lengte die varieert tussen C10 en C12 en niet van C16 en C18. Deze kortere vetzuren zijn ideaal voor een groot aantal chemische producten, van oppervlakte-actieve stoffen in reinigingsmiddelen tot ingrediënten voor personal care producten. Die lengtes kunnen maken uit microbiële oliën, is de heilige graal. Vooralsnog zijn er geen gisten bekend die dit uit zichzelf op economisch rendabele wijze kunnen.

Grote fermentatiefabrieken nodig

Een andere stap die nog gezet moet worden, is opschaling. Microbiële olie wordt pas een serieuze concurrent van palmolie als er genoeg grote fermentatiefabrieken beschikbaar zijn. Dit zie ik wel gebeuren: er zijn al enorme fermentoren waar grote volumes organische vetzuren worden gemaakt. De grondstof is nog wel een serieuze uitdaging. Organische reststromen worden vaak verdund of in vaste vorm aangeleverd, waardoor een extra processtap nodig is om ze bruikbaar te maken voor fermentatie. Die extra stap beïnvloedt de kostprijs van microbiële oliën.

Nu investeren, op tijd klaar

Ondanks de hobbels die nog te nemen zijn, voorspel ik een zonnige toekomst voor microbiële oliën voor industrieel gebruik. Door nu te investeren in onderzoek en ontwikkeling, is de industrie op tijd klaar om over te kunnen stappen op alternatieve bronnen.

De huidige schaalgrootte van de palmolieproductie is simpelweg niet houdbaar; er zijn al miljoenen hectare oerbos opgeofferd voor de palmolieteelt.