Gespreksvormen

Dialoog wordt vaak door elkaar gehaald met veel verschillende gespreksvormen. Dit kan verwarrend zijn. We refereren naar gesproken interacties als een conversatie of gesprek, waarvan dialoog één van de vele vormen is. Andere veelgebruikte vormen zijn debat, discussie en deliberatie. Laten we deze vormen even kort verduidelijken en voorbeelden geven. Het is daarbij ook belangrijk te realiseren dat dialoog en deliberatie niet altijd de meest toepasselijke vorm van conversatie zijn om te gebruiken.

Dialoog Deliberatie Debat Discussie
Belangrijkst als: Meerdere belanghebbenden hebben uiteenlopende belangen, interesses, aannames en perspectieven. In situaties waar niet een enkele simpele oplossing is; wanneer je in een onvoorspelbare, oncontroleerbare en constant veranderende context moet opereren Een gedragen besluit of criterium is nodig om een probleem aan te pakken Er wordt gepleit voor een positie of actie en winnen is het doel Mensen willen samen praten over iets zonder een specifieke uitkomst te verlangen van het gesprek
Houding naar verschillen Samenwerkend: twee of meer kanten werken samen naar een gezamenlijk inzicht. Afwegend: opties worden bekeken en afwegingen worden gezamenlijk gemaakt om tot een betere beslissing te komen. Oppositioneel: twee of meer kanten staan tegenover elkaar en proberen het ongelijk van de ander te bewijzen. Analyseert de verschillende gezichtspunten door een open en informele uitwisseling.
Houding naar ‘waarheid’ vinden In een dialoog is geen goed, fout of universele waarheid. Het punt is om elkaar te begrijpen en dat te gebruiken als basis voor verdere samenwerking. Deliberatie gaat over het verkennen van de juiste keuze of actie. Debat gaat ervan uit dat er een correct antwoord is en dat iemand dat kent. -
Identiteit, status, macht Expliciete aandacht voor (verschil in) identiteit en status is gewoon. Verkennen van (verschillen in) ervaringen en identiteit is een sleutelelement van het gesprek. - Er wordt vaak aangenomen dat er een ‘gelijk speelveld’ is met weinig of geen aandacht voor identiteit, status en macht. Er wordt vaak aangenomen dat er een ‘gelijk speelveld’ is met weinig of geen aandacht voor identiteit, status en macht.
Oriëntatie van deelnemers naar zichzelf Deelnemers dragen bij vanuit hun eigen kennis en waarden, er vanuit gaande dat de reflectie van anderen je eigen denkbeelden verrijken en aanscherpen in plaats van afbreken. Mensen verkennen wat voor hen en anderen belangrijk is door vragen te stellen. Er is ruimte om aannames te evalueren. Persoonlijke ervaringen worden gewogen tegen die van de groep en worden onderworpen aan consensus. Deelnemers verdedigen hun overtuiging, vaak lijnrecht, tegenover andersdenkenden om te laten zien dat ze gelijk hebben. In debat klampen mensen zich volledig vast aan hun overtuiging. Aannames worden als waarheid verdedigd. Discussies worden vaak gevoerd met het primaire doel om duidelijkheid en inzicht te scheppen over een onderwerp, waarbij wordt aangenomen dat de werkelijkheid stabiel is.
Oriëntatie naar anderen De een luistert naar de ander in een poging om elkaar te begrijpen, betekenis te geven en aanknopingspunten te vinden. De een luistert naar de ander om consensus te bereiken. De een luistert naar de ander om foute redeneringen en argumenten te vinden en om tegenargumenten te geven. De een luistert naar de ander, puur om het eigen perspectief te kunnen invoegen.