Legenda

De legenda van LGN7 is gelijk gebleven aan de legenda van LGN6. De bekende 39 landgebruiksklassen zijn hieronder  beschreven.

Legenda_LGN7.jpg

Code 1 - Agrarisch gras

Grasland binnen het stratum agrarisch gebied. Agrarische percelen met gras gebruikt voor de agrarische productie. Voor een deel betreft het ook erven van boerderijen en bedrijven, gras op dijken, wegbermen en andere met gras bedekte oppervlakken.

De begrenzing van het grasland wordt voor een groot deel bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van het agrarische grasland binnen deze Top10NL eenheden. Verder betreft het de klasse overig grondgebruik en begraafplaatsen die niet onder het stratum stedelijk gebied valt.

Code 2 - Maïs

Agrarische percelen met het gewas maïs.

De begrenzing van de maïs wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de maïs binnen deze Top10NL eenheden.

Code 3 - Aardappelen

Agrarische percelen met het gewas aardappelen. Hierbinnen wordt geen onderscheid gemaakt tussen pootaardappelen, consumptieaardappelen en fabrieksaardappelen.

De begrenzing van de aardappelen wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de aardappelen binnen deze Top10NL eenheden.

Code 4 - Bieten

Agrarische percelen met het gewas suikerbieten. Deze klasse bevat zowel suikerbieten als voederbieten, maar geen ‘rode bieten’ die als tuinbouwgewas in de klasse ‘overige landbouwgewassen’ vallen.

De begrenzing van de bieten wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de bieten binnen deze Top10NL eenheden.

Code 5 - Granen

Agrarische percelen met het gewas graan. Een verzamelklasse voor alle graangewassen: tarwe, gerst, have, rogge, enz. waarbij geen onderscheid is gemaakt naar zomergranen of wintergranen.

De begrenzing van de granen wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de granen binnen deze Top10NL eenheden.

Code 6 - Overige landbouwgewassen

Agrarische percelen met landbouwgewassen die niet binnen de voorgaande klassen vallen en niet tot de klasse bloembollen behoren: Tuinbouwgewassen, koolgewassen, hennep, koolzaad, enz.

De begrenzing van de overige gewassen wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de overige gewassen binnen deze Top10NL eenheden.

Code 61 – Boomkwekerijen

Boomkwekerijen zijn percelen in gebruik voor het opkweken van bomen en struiken waarbij hoogte van de aanplant niet van belang is.

De begrenzing van de klasse boomkwekerijen komt overeen met de ligging van Top10NL boomkwekerijen in combinatie met BRP2012. In LGN5 viel deze klasse onder ‘Overige landbouwgewassen’.

Code 62 – Fruitkwekerijen

Fruitkwekerijen zijn percelen met laag stammige fruitbomen zonder onderscheid naar type vrucht

De begrenzing van de klasse fruitkwekerijen komt overeen met de ligging van Top10NL fruitkwekerijen in combinatie met BRP2012. In LGN5 viel deze klasse onder ‘Boomgaarden’.

Code 8 – Glastuinbouw

Voornamelijk uit glas opgebouwde overbouwing van percelen.

De begrenzing van de klasse kassen komt overeen met de ligging van Top10NL kassen.

Code 9: – Boomgaarden

Boomgaarden zijn percelen met hoogstammige fruitbomen zonder onderscheid naar het type vrucht.

De begrenzing van de klasse boomgaarden komt overeen met de ligging van Top10NL boomgaarden.

Code 10 – Bloembollen

Percelen met bloembollen. Hierbij is geen onderscheid gemaakt naar het type bloembol en ook geen onderscheid tussen voorjaars- of najaarsbollen.

De begrenzing van de granen wordt bepaald door de ligging van het weiland en bouwland in het Top10NL bestand. Multi-temporele gewasclassificatie in combinatie met het BRP2012 bepaald de exacte ligging van de bloembollen binnen deze Top10NL eenheden.

Code 11 – Loofbos

Loofbos buiten het stratum stedelijk gebied. Deze klasse kan een natuurfunctie hebben, maar dit zal in veel gevallen niet het geval zijn.

De bossen zijn gedefinieerd door de Top10NL klassen loofbos, naaldbos, gemengd bos, grienden en populieren opstanden samen te nemen. Een unsupervised classificatie heeft de bossen onderverdeeld in loof- en naaldbos. De classificatie van LGN6 loofbos is overgenomen en aangevuld met nieuw bos.Bossen vallend binnen het moeras- of hoogveengebied zijn geclassificeerd als bos in moerasgebied of bos in hoogveengebied. Bossen vallend binnen stedelijk gebied zijn geclassificeerd als bos in primair of secundair bebouwd gebied.

Code 12 – Naaldbos

Naaldbos buiten het stratum stedelijk gebied. Deze klasse kan een natuurfunctie hebben, maar dat zal in veel gevallen niet het geval zijn.

De bossen zijn gedefinieerd door de Top10NL klassen loofbos, naaldbos, gemengd bos, grienden en populieren opstanden samen te nemen. Een unsupervised classificatie heeft de bossen onderverdeeld in loof- en naaldbos. De classificatie van LGN6 naaldbos is overgenomen in LGN7.

Bossen vallend binnen het moeras- of hoogveengebied zijn geclassificeerd als bos in moerasgebied of bos in hoogveengebied. Bossen vallend binnen stedelijk gebied zijn geclassificeerd als bos in primair of secundair bebouwd gebied.

Code 16 – Zoet water

Meren, plassen, sloten, kanalen en rivieren.

Het zoete water wordt gedefinieerd door de Top10NL klasse sloten, water, oeverlijnen, droogvallende gronden, steenglooiingen, aanlegsteigers en dokken. M.u.v. het als zout water, rietmoeras of kwelders geclassificeerde deel.

Code 17 - Zout water

Noordzee, Waddenzee, Dollard, Oosterschelde, Westerschelde en de Grevelingen.

Het zoute water is grotendeels overgenomen uit LGN6.

Code 18: – Bebouwing in primair bebouwd gebied

Bebouwing vallend binnen de LGN klasse 23 gras in primair bebouwd gebied.

Bebouwing is gedefinieerd als de gebufferde (10m) huizen uit het Top10NL huizen bestand gecombineerd met de gebouwen uit het Top10NL vlakken bestand. Het stedelijk bebouwd gebied is gedefinieerd als zijnde de bebouwing vallende binnen de klasse gras in primair bebouwd gebied (klasse 23) of bos in bebouwd gebied (LGN klasse 20).

Code 19 – Bebouwing in secundair bebouwd gebied

Bebouwing vallend binnen de LGN klasse 28 gras in secundair bebouwd gebied. De bebouwing heeft geen agrarische functie. Hierbij moet worden gedacht aan: gebouwen op vliegvelden, bungalowparken en campings, gebouwen op militaire terreinen, gebouwen van de elektriciteitsvoorziening, waterzuiveringsinstallaties, gebouwen op sportterreinen, in recreatieparken en in parken en plantsoenen.

Bebouwing is gedefinieerd als de gebufferde (10m) huizen uit het Top10NL huizen bestand gecombineerd met de gebouwen uit het Top10NL vlakken bestand. De bebouwing in het buitengebied is gedefinieerd als zijnde de bebouwing vallende binnen de klassen secundair bebouwd gebied (LGN klasse 28), bos in secundair bebouwd gebied (LGN klasse 22) en kale grond in bebouwd buitengebied (LGN klasse 24).

Code 20 – Bos in primair bebouwd gebied

Bossen die zich bevinden binnen het primair bebouwd gebied. Er is geen onderscheid gemaakt tussen loof- en naaldbos.

De bossen zijn gedefinieerd door de Top10NL klassen loofbos, naaldbos, gemengd bos, grienden en populieren opstanden. Ze vallen binnen het primair bebouwd gebied.

Code 22 – Bos in secundair bebouwd gebied

Bossen die zich bevinden binnen het secundair bebouwd gebied. Er is geen onderscheid gemaakt tussen loof- en naaldbos.

De bossen zijn gedefinieerd door de Top10NL klassen loofbos, naaldbos, gemengd bos, grienden en populieren opstanden. Ze vallen binnen het secundair bebouwd gebied.

Code 23 – Gras in primair bebouwd gebied

Overwegend met gras bedekte gebieden met een stedelijke functie. Het betreft o.a. bouwterreinen, parken en plantsoenen, sportterreinen die behoren tot het primair bebouwd gebied.

Het primair bebouwd gebied is het bebouwd gebied zoals gedefinieerd door de BBG2003 klassen woongebied, detailhandel en horeca, bedrijfsterreinen en bouwterreinen. Top10NL vlakken vallend onder het primair bebouwd gebied zijn geclassificeerd als gras in primair bebouwd gebied. De Top10NL klassen kassen, hoofdwegen (zie definitie LGN klasse 25) en water zijn hiervan uitgezonderd.

Code 24 – Kale grond in bebouwd gebied

Kale grond voorkomend in het stedelijke gebied.

De klasse kale grond in bebouwd gebied komt overeen met het Top10NL zand dat valt binnen de hoofdklasse stedelijk gebied.

Code 25 – Hoofdwegen en spoorwegen

De belangrijkste wegen en alle spoorwegen uit het Top10NL bestand.

De klasse hoofdwegen en spoorwegen omvat de Top10NL klassen autosnelwegen, autowegen, hoofdverbindingsroutes, verbindingsroutes en lokale wegen breder dan 7m. Deze wegen zijn gebufferd met 12.5m. Smallere wegen zijn omgezet naar hun omgeving en vallen dus onder andere klassen. Verder behoren tot deze klasse alle Top10NL lijnvormige elementen vallend onder spoorwegen. De spoorwegen zijn gebufferd waarbij de bufferafstand varieert met het type spoorweg.

Code 26 – Bebouwing in buitengebied

Bebouwing binnen het stratum agrarisch gebied, bos en natuur.

Bebouwing is gedefinieerd als de gebufferde (10m) huizen uit het Top10NL huizen bestand gecombineerd met de gebouwen uit het Top10NL vlakken bestand. De bebouwing in agrarisch gebied is gedefinieerd als zijnde de bebouwing vallende binnen de hoofdklasse agrarisch gebied.

Code 28 – Gras in secundair bebouwd gebied

Overwegend met gras bedekte gebieden met een stedelijke functie. Het betreft m.n. sportterreinen, recreatiegebieden, golfterreinen, stortplaatsen maar ook vliegvelden.

Het semi/secundair bebouwd gebied zijn de niet in het primair bebouwd gebied opgenomen vliegvelden, openbare voorzieningen, sociaal-culturele voorzieningen, stortplaatsen, wrakkenopslag-, begraaf- en delfstofwinplaatsen uit het BBG2003 bestand. Verder bevat het de parken en plantsoenen, sportterreinen, volkstuinen, dagrecreatieve terreinen en verblijfsrecreatie uit het BBG2003 bestand. Top10NL vlakken vallend onder het semi/secundair bebouwd gebied zijn geclassificeerd als gras in semi/secundair bebouwd gebied. De Top10NL klassen kassen, hoofdwegen (zie definitie LGN klasse 25) en water zijn hiervan uitgezonderd.

Code 30: – Kwelders

Buitendijks gelegen graslanden en droogvallende gronden.

De begrenzing van de kwelders is grotendeels gebaseerd op LGN6 informatie. Het betreft m.n. Top10NL weilanden en droogvallende gronden die buitendijks liggen. Hun ligging komt overeen met de kwelder in LGN6.

Code 31 – Open zand in kustgebied

Gebieden langs de kust zonder vegetatie: stranden en open duinvalleien.

Open zand in het kustgebied komt overeen met de Top10NL klasse zand gelegen in het kustgebied. M.b.v. segmentatie van luchtfoto’s zijn de onbegroeide duinen van de begroeide duinen gescheiden. Klasse is overgenomen uit LGN6 aangevuld met nieuw Top10NL zand gelegen in kustgebied.

Code 32 – Duinen met een lage vegetatie

Gebieden langs de kust met een lage (< 1m) vegetatie.

Duinen met een lage vegetatie komen overeen met de Top10NL klasse zand gelegen in het kustgebied. M.b.v. segmentatie van luchtfoto’s zijn de onbegroeide duinen van de begroeide duinen gescheiden. M.b.v. AHN is binnen de begroeide duinen een onderscheidt gemaakt tussen lage en hoge begroeiing. Klasse is overgenomen uit LGN6

Code 33 – Duinen met een hoge vegetatie

Gebieden langs de kust met een hoge (> 1m) vegetatie.

Duinen met een hoge vegetatie komen overeen met de Top10NL klasse zand gelegen in het kustgebied. M.b.v. segmentatie van luchtfoto’s zijn de onbegroeide duinen van de begroeide duinen gescheiden. M.b.v. AHN is binnen de begroeide duinen een onderscheidt gemaakt tussen lage en hoge begroeiing. Klasse is overgenomen uit LGN6

Code 34 – Duinheide

Duingebieden met een vegetatiedek van droge heide.

De begrenzing van duinheide komt overeen met de Top10NL vlakken heide die binnen het duingebied vallen. Toekenning is gebaseerd op vergelijking met LGN6 en het gebruik van een masker voor het duingebied.

Code 35 – Open stuifzand en/of rivierzand

Zand met zeer weinig begroeiing. Het bevindt zich niet in elijke gebied of in de duinen. Het zijn veelal stuifzandvlakten of het bevindt zich als strandjes langs de rivieren.

Het open stuifzand komt overeen met de klasse Top10NL zand. Uitgezonderd zijn die vlakken die binnen het duingebied of het stedelijk gebied vallen.

Code 36 – Heide

Heidegebieden met een vergrassing minder dan 25%

De klasse heide valt samen met de Top10NL klasse heide. Unsupervised classificatie van de heide heeft een driedeling opgeleverd die min of meer overeenkomt met de drie vergrassingsklassen. De Top10NL klasse heide vallend binnen de kust- of hoogveengebieden is niet als heide geclassificeerd. Klasse is overgenomen uit LGN6 en aangevuld met nieuwe heide uit Top10NL.

Code 37 – Matig vergraste heide

Heidegebieden met een vergrassing tussen 25-75%

De klasse matig vergraste heide valt samen met de Top10NL klasse heide. Unsupervised classificatie van de heide heeft een driedeling opgeleverd die min of meer overeenkomt met de drie vergrassingsklassen. De Top10NL klasse heide vallend binnen de kust- of hoogveengebieden is niet als heide geclassificeerd. Klasse is overgenomen uit LGN6.

Code 38 – Sterk vergraste heide

Heidegebieden met een vergrassing van meer dan 75%

De klasse sterk vergraste heide valt samen met de Top10NL klasse heide. Unsupervised classificatie van de heide heeft een driedeling opgeleverd die min of meer overeenkomt met de drie vergrassingsklassen. De Top10NL klasse heide vallend binnen de kust- of hoogveengebieden is niet als heide geclassificeerd. Klasse is overgenomen uit LGN6.

Code 39 - Hoogveen

Levend, onvergraven hoogveen. Enkele kleine, sterk verdroogde veenrestanten zijn niet als zodanig geclassificeerd.

De begrenzing van het hoogveen komt grotendeels overeen met het LGN6 bestand. M.n. de Top10NL klasse heide die overeenkomt met het hoogveen uit LGN6 is geclassificeerd als hoogveen. In enkele gevallen is op basis van luchtfoto’s een uitzondering gemaakt en zijn Top10NL weilanden overeenkomend met hoogveen uit LGN6 ook tot deze klasse gerekend.

Code 40 – Bos in hoogveengebied

Bossen die zich binnen de hoogveengebieden bevinden. Er is geen onderscheid gemaakt tussen naaldbos en loofbos.

De bossen in het hoogveen komen grotendeels overeen met Top10NL bossen die binnen het LGN6 hoogveen vallen.

Code 41 – Overige moeras vegetatie

Vegetatie in moerasgebieden die niet tot riet of bos oftewel de klassen 42 en 43 worden gerekend. Het zijn veelal natuurgraslanden die binnen het moerasgebied voorkomen.

De begrenzing van de klasse overige moerasvegetatie wordt bepaald door het voorkomen van Top10NL dras/moeras binnen de Top10NL vlakken weiland of water. Gebieden in LGN geclassificeerd als stedelijk, kassen, boomgaarden, fruit/boomkwekerijen, akkerbouw, duinen, stuifzand, heide of hoogveen zijn uitgesloten.

Code 42 - Rietvegetatie

Gebieden binnen moerasgebieden die met riet begroeid zijn.

De ligging van het rietmoeras wordt bepaald door het voorkomen van Top10NL riet of dras/moeras in combinatie met riet binnen de Top10NL vlakken weiland of water. Gebieden in LGN geclassificeerd als stedelijk, kassen, boomgaarden, fruit/boomkwekerijen, akkerbouw, duinen, stuifzand, heide of hoogveen zijn uitgesloten.

Code 43 – Bos in moerasgebied

Bossen die zich binnen de moerasgebieden bevinden. Er is geen onderscheid gemaakt tussen naaldbos en loofbos, maar naaldbos komt vrijwel niet voor binnen moerasgebieden.

De bossen waar Top10NL dras/moeras, riet of dras/moeras in combinatie met riet voorkomen binnen de Top10NL vlakken bos zijn geclassificeerd als bos in moerasgebied.

Code 45 – Natuurgraslanden

De natuurgraslanden zijn graslanden die extensief worden beheerd.

De graslanden zijn afgeleid uit het BKN2012 bestand in combinatie met visuele/handmatige aanvullingen gebaseerd op satellietbeelden en luchtfoto’s.