Studiewijzer Teaching as a Profession (ECS-32306)

1. Algemeen

Het vak Teaching as a Profession stelt studenten in staat:

  • kennis en ervaring op te doen in het onderwijs
  • zicht te krijgen op het eigen functioneren als docent

Er zijn twee varianten van het vak. De eerste variant omvat een oriënterende stage op een school naar keuze. In de tweede variant verzorgen de studenten gedurende een periode een ‘mobiel practicum’ op een twintigtal middelbare scholen. In deze studiewijzer richten we ons op de eerste variant.

Voor beide varianten geldt dat de student op basis van de opgedane ervaringen beter in staat is te kiezen voor de lerarenopleiding of een baan in het onderwijs, dan wel te besluiten een andere weg in te slaan.

2. Doelgroep

Alle studenten die een baan in het onderwijs overwegen (VMBO, HAVO/VWO, MBO, HBO).

3. Samenhang met andere vakken

Het practicum Didactiek en Communicatie is voorvereist. Het practicum Didactiek en Communicatie vormt samen met het vak Teaching as a Profession het Oriëntatieprogramma Lerarenopleiding. Voor het soepel doorstromen naar de universitaire lerarenopleiding wordt dit Oriëntatieprogramma sterk aanbevolen.

Het vak Teaching as a Profession bouwt voort op het practicum Didactiek en Communicatie. Gaat het daarbij om een practicum met medestudenten, bij de stage binnen het vak Teaching as a Profession gaat het om de onderwijspraktijk.                        

4. Doelstellingen

Onderstaande doelstellingen hebben betrekking op een stage binnen het voortgezet onderwijs. Voor stages binnen andere werkvelden worden de doelen daarop aangepast.

  • De student heeft kennis genomen van en ervaring opgedaan in de huidige onderwijspraktijk en kan antwoord geven op de vragen 'Hoe wordt het huidige onderwijs vormgegeven?' en 'Wat houdt lesgeven tegenwoordig in?'
  • De student heeft, middels het observeren van ervaren docenten, inzicht gekregen in belangrijke vaardigheden als het creëren van een veilige leeromgeving, het betrekken van leerlingen bij het onderwijsleerproces en het activeren van het leren van de leerling.
  • De student is (onder meer) in staat tot het geven van een uitleg, in staat leerlingen duidelijk te maken wat van hen verwacht wordt, in staat vragen van leerlingen te beantwoorden en in staat tot het nabespreken van een opdracht.
  • De student is in staat tot het nemen van (kleine) ordemaatregelen.
  • De student is in staat audiovisuele hulpmiddelen adequaat te gebruiken.
  • De student heeft, middels het zelf verzorgen van een viertal lessen en de feedback van een ervaren docent daarop, zicht gekregen op het eigen functioneren als docent.
  • De student is in staat te reflecteren op zijn/haar functioneren in een klas en in staat het eigen functioneren op basis daarvan te verbeteren.
5. Activiteiten

Het vak kent de volgende activiteiten:

  1. Het schrijven van een stageplan (met inbegrip van het formuleren van persoonlijke leerdoelen voor de stage, als ook het formuleren van relevante aandachtspunten m.b.t. de recente onderwijsvernieuwingen op basis van bestudeerde literatuur).
  2. Een (oriënterende) stage, met als belangrijkste activiteiten 1) het observeren van ervaren docenten en 2) het (in een later stadium) participeren in de hedendaagse onderwijspraktijk van de stage-instelling. Gemiddeld genomen loopt iedereen twee dagen per week stage.
  3. Het deelnemen aan de bijeenkomsten bij de leerstoelgroep ECS, waarin onderwijskundige thema's worden besproken en ervaringen worden uitgewisseld. Deze bijeenkomsten zijn geroosterd op vrijdagmorgen.
  4. Het schrijven van een reflectieverslag, waarin de opgedane leerervaringen centraal staan.
6. Begeleiding

De voor het vak verantwoordelijke docent van de leerstoelgroep ECS heeft de volgende taken:

  • aanreiken van informatie over en richtlijnen voor de invulling van de stage;
  • ondersteunen bij het contact leggen met de stage-instelling;
  • bespreken van het voorlopige stageplan met de studenten;
  • een schoolbezoek: bijwonen en nabespreken van door de student(en) gegeven les(sen) en een tussentijdse evaluatie met de schoolpracticumdocent;
  • bespreken van logboekfragmenten en het reflectieverslag met de studenten;
  • beoordelen van het vak als geheel (zie Beoordeling).

Binnen de school fungeert één persoon als schoolpracticumdocent (spd). Deze wordt verzocht de volgende taken op zich te nemen:

  • bespreken van het stageplan met de studenten voorafgaand aan het verblijf op school, waarbij voor zover mogelijk concrete afspraken worden gemaakt, met name over de bij te wonen activiteiten;  
  • begeleiden tijdens de eigenlijke stage; de intensiteit van deze begeleiding is afhankelijk van de situatie, met name wordt gevraagd de door de studenten zelf verzorgde lessen na te bespreken;
  • gesprek met de studenten ter afronding van hun de stage
7. Beoordeling

Het vak Teaching as a Profession kan worden afgerond als:

  • een stageplan is ingediend en goedgekeurd;
  • voldoende inzet is getoond tijdens de bijeenkomsten op vrijdagmorgen;
  • de in het plan opgenomen activiteiten binnen de stage instelling zijn uitgevoerd;
  • een logboek is bijgehouden, waaruit het reflecteren op de opgedane leervaringen spreekt;
  • een verslag is ingeleverd, dat aan de richtlijnen voldoet en waarin voldoende leerervaringen tot uiting komen.

De afronding vindt plaats door middel van een eindgesprek (met de docent en desgewenst de schoolpracticumdocent) aan de hand van het door de student geschreven verslag. Bij de beoordeling spelen de volgende elementen een belangrijke rol:

  • inzet en groei op het gebied van aan de orde zijnde didactische en communicatieve vaardigheden;
  • reflecterend vermogen en/of bereidheid tot reflectie.
8. Praktische informatie

Deze studiewijzer richt zich op de eerste variant van het vak, deze variant is geroosterd in de 2e en in de 5e periode. Geef je voor deze variant vroegtijdig op bij Minny Kop, omdat voor aanvang van het vak een stageplaats geregeld moet worden. Realiseer je daarbij dat voor aanvang van de betreffende periode een stageplan geschreven moet worden. Verder is het belangrijk te weten dat de  stage-instelling moet aansluiten bij je opleiding en dat de reiskosten voor eigen rekening zijn.

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Minny Kop.