prof.dr.ir. GJ (Gerben) Messelink

prof.dr.ir. GJ (Gerben) Messelink

Buitengewoon hoogleraar Biologische Bestrijding in de Glastuinbouw en senior wetenschappelijk onderzoeker entomologie

Mijn missie

Biologische bestrijding van plagen is mijn grote passie. Het blijft fantastisch om te zien hoe plagen volledig onderdrukt kunnen worden door inzet van natuurlijke vijanden zoals roofmijten, roofwantsen, roofkevers, sluipwespen, galmuggen, gaasvliegen en zweefvliegen. De enorme diversiteit van insecten en mijten is iets wat me bijzonder boeit en ik ben er van overtuigd dat de mogelijkheden voor biologische bestrijding nog lang niet uitgeput zijn. Samen met mijn collega’s en studenten proberen we de mogelijkheden voor biologische bestrijding van plagen in kassen te verbeteren en bij te dragen de reductie van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Mijn werk is globaal samen te vatten in 5 thema’s:

1) Nieuwe natuurlijke vijanden

Veel van mijn werk is gericht op het selecteren en evalueren van nieuwe natuurlijke vijanden. Dit heeft (mede) geleid tot het beschikbaar komen van de roofmijten Amblyseius swirsii [1, 2] en Macrocheles robustulus [3], de sluipwesp Aphidius matricariae [4], miride roofwantsen [5, 6] en het schaakbordlieveheersbeestje Propylea quatuordecimpunctata. Niet alleen in Nederland, maar ook internationaal ben ik betrokken bij projecten die gericht zijn op het selecteren en evalueren van nieuwe natuurlijke vijanden voor biologische bestrijding in Afrika, het Midden-Oosten en China.

5) Biodiversiteit

Meer recentelijk is ons werk gericht op de rol van biodiversiteit in en om kassen bij plaagbestrijding. Ik denk dat er grote mogelijkheden liggen om biodiversiteit rondom kassen te benutten voor plaagbestrijding in kassen. Veel rupsen kunnen bijvoorbeeld spontaan geparasiteerd worden door sluipwespen die commercieel niet beschikbaar, vaak omdat ze moeilijk massaal te kweken zijn. Dit geldt voor meerdere soorten natuurlijke vijanden, zoals spinnen en roofvliegen. Deze spontane bijdrage van de natuur aan plaagbestrijding is een ecosysteemdienst die verder ontwikkeld kan worden door het gericht ontwikkelen van functionele biodiversiteit. Daarbij zullen we ook goed in kaart moeten brengen wat de risico’s zijn voor invlieg van plagen.

4) IPM

Biologische bestrijding is vaak onderdeel van een totaalsysteem met aanvullende manieren van bestrijding, ook wel Integrated Pest Management (IPM) genoemd. Bijvoorbeeld door inzet van entomopathogene micro-organismen [20] of door het combineren met (geïnduceerde) resistentie [21]. Het is belangrijk om bij de integratie van verschillende manieren van bestrijding rekening te houden met de mogelijke effecten op biologische plaagbestrijding. Uiteindelijk grijpt in een kasteelt alles op elkaar in en is een holistische benadering noodzakelijk om tot oplossingen te komen (zie tetrahedron Kruidhof) [22]. In veel van onze projecten proberen we naar het totaalsysteem te kijken en onderzoeken we de invloed van bijvoorbeeld het teeltsubstraat, klimaat, belichting en gewasstructuren op plaagbeheersing.

12. Grosman, A., G. Messelink, and E.d. Groot, Combined use of a mulch layer and the soil-dwelling predatory mite Macrocheles robustulus (Berlese) enhance the biological control of sciarids in potted plants. IOBC/WPRS Bulletin, 2011. p. 51-54.

13. Messelink, G.J., M.W. Sabelis, and A. Janssen, Generalist predators, food web complexities and biological pest control in greenhouse crops, in Integrated pest management and pest control - current and future tactics, M.L. Larramendy and S. Soloneski, Editors. 2012, Rijeka. p. 191-214.

14. Messelink, G.J., C.M.J. Bloemhard, J.A. Cortes, M.W. Sabelis, and A. Janssen, Hyperpredation by generalist predatory mites disrupts biological control of aphids by the aphidophagous gall midge Aphidoletes aphidimyza. Biological Control, 2011. 57(3): p. 246-252.

15. Bloemhard, C.M.J., M. van der Wielen, and G.J. Messelink, Seasonal abundance of aphid hyperparasitoids in organic greenhouse crops in the Netherlands. IOBC-WPRS Bulletin, 2014. p. 15-19.

16. Rocca, M. and G.J. Messelink, Combining lacewings and parasitoids for biological control of foxglove aphids in sweet pepper. Journal of Applied Entomology, 2017. 141(5): p. 402-410.

17. Messelink, G.J. and A. Janssen, Increased control of thrips and aphids in greenhouses with two species of generalist predatory bugs involved in intraguild predation. Biological Control, 2014. 79(0): p. 1-7.

18. Messelink, G.J., R. van Maanen, S.E.F. van Steenpaal, and A. Janssen, Biological control of thrips and whiteflies by a shared Two pests are better than one. Biological Control, 2008. 44(3): p. 372-379.

19. Messelink, G.J., R. Van Maanen, R. Van Holstein-Saj, M.W. Sabelis, and A. Janssen, Pest species diversity enhances control of spider mites and whiteflies by a generalist phytoseiid predator. BioControl, 2010. 55(3): p. 387-398.

20. Gonzalez, F., C. Tkaczuk, M.M. Dinu, Z. Fiedler, S. Vidal, E. Zchori-Fein, and G.J. Messelink, New opportunities for the integration of microorganisms into biological pest control systems in greenhouse crops. Journal of Pest Science, 2016. 89(2): p. 295-311.

21. Pappas, M.L., C. Broekgaarden, G.D. Broufas, M.R. Kant, G.J. Messelink, A. Steppuhn, F. Wäckers, and N.M. van Dam, Induced plant defences in biological control of arthropod a double-edged sword. Pest Management Science, 2017. 73(9): p. 1780-1788.

22. Messelink, G.J. and H.M. Kruidhof, Advances in pest and disease management in greenhouse cultivation, in Achieving sustainable greenhouse cultivation, L. Marcelis and E. Heuvelink, Editors. 2019, Burleigh Dodds Science Publishing Cambridge. p. 311-356.

Referenties

1. Messelink, G., S.v. Steenpaal, and W.v. Wensveen, Typhlodromips swirskii (Athias-Henriot) (Acari: Phytoseiidae): a new predator for thrips control in greenhouse cucumber. IOBC/WPRS Bulletin, 2005. 28(1): p. 183-186.

2. Messelink, G.J., S.E.F. Van Steenpaal, and P.M.J. Ramakers, Evaluation of phytoseiid predators for control of western flower thrips on greenhouse cucumber. BioControl, 2006. 51(6): p. 753-768.

3. Messelink, G. and R. van Holstein-Saj, Improving thrips control by the soil-dwelling predatory mite Macrocheles robustulus (Berlese). IOBC/WPRS Bulletin, 2008. p. 135-138.

4. Schelt, J.v., H. Hoogerbrugge, N. Becker, G. Messelink, and K. Bolckmans, Comparing Aphidius colemani and Aphidius matricariae on Myzus persicae ssp. nicotianae in sweet pepper. IOBC/wprs, 2011. p. 169-172.

5. Messelink, G.J., C.M.J. Bloemhard, H. Hoogerbrugge, J. van Schelt, B.L. Ingegno, and L. Tavella, Evaluation of mirid predatory bugs and release strategy for aphid control in sweet pepper. Journal of Applied Entomology, 2015. 139(5): p. 333-341.

6. Ingegno, B.L., G.J. Messelink, N. Bodino, A. Iliadou, L. Driss, J.B. Woelke, A. Leman, and L. Tavella, Functional response of the mirid predators Dicyphus bolivari and Dicyphus errans and their efficacy as biological control agents of Tuta absoluta on tomato. Journal of Pest Science, 2019. 92(4): p. 1457-1466.

7. Messelink, G.J., J. Bennison, O. Alomar, B.L. Ingegno, L. Tavella, L. Shipp, E. Palevsky, and F.L. Wäckers, Approaches to conserving natural enemy populations in greenhouse current methods and future prospects. BioControl, 2014. 59(4): p. 377-393.

8. Leman, A. and G.J. Messelink, Supplemental food that supports both predator and A risk for biological control? Experimental and Applied Acarology, 2015. 65(4): p. 511-524.

9. Messelink, G.J., R. Vijverberg, A. Leman, and A. Janssen, Biological control of mealybugs with lacewing larvae is affected by the presence and type of supplemental prey. Biocontrol, 2016. 61(5): p. 555-565.

10. Messelink, G.J., A. Leman, R. van Holstein-Saj, R. van Tol, R. Vijverberg, C. Elfferich, L. Catalá Senent, T. Huang, K. Shresta, and H.M. Kruidhof, Nieuwe mogelijkheden voor de bestrijding van trips in de sierteelt onder glas. 2019, Wageningen University & Bleiswijk. p. 88.

11. Pirayeshfar, F., S.A. Safavi, H.R. Sarraf Moayeri, and G.J. Messelink, The potential of highly nutritious frozen stages of Tyrophagus putrescentiae as a supplemental food source for the predatory mite Amblyseius swirskii. Biocontrol Science and Technology, 2020. 30(5): p. 403-417.

2) Standing army

In de loop der jaren ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt dat biologische bestrijding veel meer is dan het simpel loslaten van natuurlijke vijanden in een teeltsysteem, maar dat het eigenlijk draait om het managen van een ecosysteem. Natuurlijke vijanden hebben alternatieve voedselbronnen, prooien, gastheren, schuil- en eilegplekken nodig om zich te kunnen vestigen. De beste bestrijding van plagen wordt vaak behaald bij een preventieve vestiging van populaties natuurlijke vijanden die klaar staan om opkomende plagen te bestrijden, het zogenaamde “standing army”. Samen met collega-onderzoekers hebben we onze visie op deze aanpak samengevat in een opiniestuk [7]. De rol van alternatief voedsel hebben we in diverse projecten onderzocht, zoals het gebruik van stuifmeel [8], meelmoteieren [9] pekelkreeftcysten [10] of voermijten [11, 12]. Het bijvoeren van natuurlijke vijanden wordt inmiddels met succes toegepast in diverse teeltsystemen.

3) Voedselwebinteracties

Meer natuurlijke vijanden betekent ook meer interacties tussen soorten. Dit kan op oneindig veel manieren plaagbestrijding beïnvloeden [13]. Zo kunnen roofmijten bijvoorbeeld de bestrijding van bladluis met galmuggen ernstig verstoren doordat ze zich voeden met de eitjes van de galmug [14], of sluipwespen geparasiteerd worden door hyperparasitoïden [15], maar er kunnen ook synergistische interacties plaatsvinden doordat natuurlijke vijanden elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld doordat sluipwespen en gaasvliegen bladluis op verschillende posities in de plant bestrijden [16], of doordat verschillende generalistische roofwantsen een aanvullende voorkeur voor plagen hebben [17]. Ook de diversiteit van plagen kan soms positieve effecten hebben op de bestrijding, doordat de gemengde plaagdiëten de ontwikkelen van hun predatoren verbetert [18, 19]. Versterking van biologische bestrijding door complementariteit van natuurlijke vijanden is een belangrijk thema in veel van mijn huidige onderzoek.