Publicaties

European Eel (Anguilla anguilla) stock size, anthropogenic mortality and silver eel escapement in the Netherlands 2006-2020

van der Hammen, T.; Soudijn, F.; Volwater, J.; van Rijssel, J.C.; Griffioen, A.B.; Chen, C.; Winter, H.V.

Samenvatting

In deze rapportage wordt het aalbeheerplan geëvalueerd in het licht van het bovenstaande beheerdoel uit de Aalverordening (Artikel 2.4). De methodiek die bij deze evaluatie is gehanteerd, komt voort uit ICES SGIPEE (Study Group on International Post-Evaluation on Eels, 2010a, 2011). De evaluatie is uitgevoerd door middel van modellen, vangstgegevens, veldwaarnemingen en statistische analyses, welke worden beschreven in de rapportage. Het geheel van deze inspanning resulteert in schattingen van een aantal, door de EC gevraagde, bestandsindicatoren voor vijf driejaarlijkse periodes (2006-2008, 2009-2011, 2012-2014, 2015-2017 en 2018-2020). De belangrijkste bestandsindicatoren zijn B0, Bcurrent en LAM. B0 is de biomassaschatting van uittrekkende schieraal in een pristine situatie. Voor Nederland is 7 van 97 Report CVO 21.023 deze vastgesteld op 10.400 ton op basis van wetenschappelijke onderzoeken, de beoordeling van de resultaten van die twee onderzoeken door een onafhankelijke commissie van deskundigen en de beoordeling van dit geheel door ICES (ICES 2010b). De 10.400 ton hebben betrekking op de binnenwateren. Voor alle wateren (dus ook de kustwateren en de visserijzone) gaat het om 13.000 ton (B0); 40% hiervan is 5200 ton. Voor de kustwateren en de visserijzone is er geen monitoringsprogramma, daarom worden alleen de “binnenwateren” meegenomen.