Een derde van de melkveebedrijven voldoet aan streven 65% eiwit van eigen land
In de periode 2010-2012 tot en met 2019-2021 varieert het percentage eiwit van eigen land tussen de 54% en 58%. Met uitzondering van de laatste periode is het aandeel eiwit van eigen land sinds de periode 2015-2017 toegenomen.
Eiwit van eigen land als maatstaf voor grondgebondenheid
Eén van de maatregelen van de Commissie Grondgebondenheid om de melkveehouderij meer grondgebonden te maken is het streven naar minimaal 65% eiwit van eigen land. Meer eiwit van eigen land draagt bij aan een verder sluitende kringloop, minder aanvoer van buiten en daarmee ook minder kosten. Op basis van de dataset van het Bedrijveninformatienet, welke is verzameld binnen het LMM-project, kan ook een landelijk gemiddeld percentage eiwit van eigen land op jaarbasis berekend worden.
In de gehanteerde berekeningswijze van dit gemiddelde percentage eiwit van eigen land wordt de vervoederde hoeveelheid eigen geteeld eiwit gedeeld door de hoeveelheid totaal eiwit in het rantsoen in een jaar. De uitkomsten worden door middel van wegingsfactoren opgeschaald om tot een landelijk percentage te komen voor de gehele melkveehouderij. Cijfers worden gepresenteerd als voortschrijdend driejaarlijks gemiddelde om eventuele pieken en dalen in afzonderlijke jaren als gevolg van weersomstandigheden uit te middelen.
Laagste percentage in 2015-2017
In de periode tot 2015-2017 nam het aandeel eiwit van eigen land af tot circa 54,4% (Figuur 1). Deze afname is waarschijnlijk te verklaren door de intensivering van de melkveehouderij in die periode als gevolg van de afschaffing van de melkquotering in 2015. De veebezetting nam meer toe dan de eiwit productie van eigen land waardoor het eiwitaandeel van eigen land daalde. In de periode 2016-2018 viel een kentering waar te nemen en steeg het gemiddelde percentage eiwit van eigen land licht tot 56,5% in de periode 2018-2020.
Verklaringen voor deze kentering zouden kunnen zijn de introductie van het fosfaatreductieplan in 2017 en de invoering van het fosfaatrechtenstelsel in 2018. Dit leidde tot een reductie van de veestapel. De uitbreiding van de periodereeks laat zien dat de stijging van het percentage eiwit van eigen land, welke al waargenomen werd in het vorige artikel, nog een aantal periodes heeft doorgezet. Tot de periode 2019-2021, toen het weer daalde tot ruim 55%.
Invloed van de opbrengst van voedergewassen
Het percentage eiwit van eigen land is een resultante van vele factoren waarvan onder andere weersomstandigheden, beleidsmaatregelen, prijzen en het handelen van de melkveehouder. Over het algemeen is in de beschouwde periodes de variatie in geproduceerd eiwit van eigen land groter dan de variatie in het totale vervoederde eiwit. Weersinvloeden bepalen mede de opbrengst van de voedergewassen en daarmee het geproduceerde eiwit van eigen land. Er zit minder variatie in de vervoederde hoeveelheid eiwit van eigen land doordat de veebezetting minder fluctueert en er minder schommeling zit in de eiwitbehoefte van de melkveestapel.
Een derde van de bedrijven haalt een percentage eiwit van eigen land groter dan 65%
In de verdeling van melkveebedrijven naar klassen van aandeel eiwit van eigen land (Figuur 2) is waar te nemen dat in de periode wanneer het aandeel eiwit van eigen land hoger is, het aandeel bedrijven met meer dan 65% eiwit van eigen land (blauwe staven) ook groter is. Het omgekeerde is ook het geval. Over de gehele periode gezien is het aandeel bedrijven met een percentage eiwit van eigen land lager dan 50% gestegen van 20% in 2010-2012 tot 26% in 2019-2021 (grijze staven).
Voor bedrijven met een percentage groter dan 65% is dit gedaald van 39% naar 33%. Het aandeel bedrijven er tussenin met 50%-65% eiwit van eigen land (oranje staven) blijft redelijk gelijk en schommelt in dezelfde periode tussen de 41% en 43%. In de laatste periode heeft een derde van de bedrijven een percentage eiwit van eigen land groter dan 65%.
Eerder zijn verschenen de artikelen ‘Neerwaartse trend aandeel eiwit van eigen land gebroken’ (november 2020) en ‘Percentage eiwit van eigen land in de Veenregio het hoogst’ (oktober 2021). Vanwege een verbetering in de rekenwijze wijkt de driejaarlijks gemiddelde reeks (afgerond) 1% af ten opzichte van de voorgaande artikelen.
Auke Greijdanus en Marga Hoogeveen (Wageningen Economic Research) | LMM e-nieuws, augustus 2023