Hogere hectareopbrengst zetmeelaardappelen bij beregening

Door droge weersomstandigheden in de groeiseizoenen van 2018 en 2019 kwamen de opbrengsten van zetmeelaardappelen in de Zandregio lager uit dan in eerdere jaren. Gemiddeld werd in 2018 bijna 32 ton en in 2019 ruim 40 ton van een hectare geoogst ten opzichte van gemiddeld 44 ton in de 10 jaren daarvoor. Bedrijven die hun zetmeelaardappelen beregenden realiseerden in 2018 en 2019 respectievelijk 18% en 10% hogere gewasopbrengsten dan bedrijven die dat niet deden.

Droge groeiseizoenen in 2018 en 2019

Dit artikel gaat in op de opbrengsten van zetmeelaardappelen op bedrijven uit het Bedrijveninformatienet in de Zandregio. Deze bedrijven zijn in 2018 en 2019 allemaal gelegen in de landbouwgebieden ‘Veenkoloniën en Oldambt’ en ‘Oostelijk Veehouderijgebied’. Op basis van data van twee KNMI-meetstations in/bij deze gebieden is ingeschat hoeveel neerslag er gemiddeld in het groeiseizoen (april tot en met september) is gevallen op de bedrijven in deze landbouwgebieden. Uit figuur 1 blijkt dat het groeiseizoen in het jaar 2018 erg droog was met gemiddeld 279 mm neerslag. Dat geldt ook voor 2019 met 304 mm neerslag in het groeiseizoen. In eerdere jaren (2006 tot en met 2017) viel er gemiddeld zo’n 400 mm neerslag.

Figuur 1: Gemiddelde zetmeelaardappelopbrengst (in ton/ha) op bedrijven in het Bedrijvenformatienet in de Zandregio en gelegen in de landbouwgebieden ‘Veenkoloniën en Oldambt’ of ‘Oostelijk Veehouderijgebied’ en gemiddelde neerslaghoeveelheid (in mm) in het groeiseizoen (april tot en met september) op basis van meetstations Groningen/Eelde en Twente.
Figuur 1: Gemiddelde zetmeelaardappelopbrengst (in ton/ha) op bedrijven in het Bedrijvenformatienet in de Zandregio en gelegen in de landbouwgebieden ‘Veenkoloniën en Oldambt’ of ‘Oostelijk Veehouderijgebied’ en gemiddelde neerslaghoeveelheid (in mm) in het groeiseizoen (april tot en met september) op basis van meetstations Groningen/Eelde en Twente.

Bronnen: Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research en KNMI

Door droogte lagere hectareopbrengsten

Het droge weer in 2018 en 2019 heeft bij zetmeelaardappeltelers geleid tot lagere hectareopbrengsten. Gemiddeld werd in 2018 bijna 32 en in 2019 ruim 40 ton zetmeelaardappelen van een hectare geoogst ten opzichte van gemiddeld 44 ton in de 10 jaren daarvoor. De verschillen tussen bedrijven waren groot. De 5% Informatienetbedrijven met de laagste opbrengst realiseerden in 2018 24 ton of minder zetmeelaardappelen per hectare, terwijl de 5% bedrijven met de hoogste opbrengst op 41 ton of meer zat. In 2019 varieerde dit van 33 ton tot 47 ton per hectare.

Beregening op bijna de helft van de bedrijven

In 2018 heeft 41% van de Informatienetbedrijven in de Zandregio met zetmeelaardappelen beregening toegepast op dit gewas en in 2019 was dit 49% van de bedrijven (tabel 1). De bedrijven die hun zetmeelaardappelen beregenden zijn in beide jaren gemiddeld genomen groter qua areaal zetmeelaardappelen dan de bedrijven die dat niet deden. In 2018 en 2019 teelden ze respectievelijk 49 en 69% van het totale areaal zetmeelaardappelen van alle Informatienetbedrijven in de Zandregio. Bedrijven die beregening hebben toegepast op zetmeelaardappelen hebben daarbij in ieder geval een deel van hun zetmeelaardappelen één of meerdere keren beregend. In het Informatienet is het geschatte waterverbruik voor beregening van zetmeelaardappelen in m3 vastgelegd op basis van informatie die de teler daarover heeft aangeleverd en dat is omgerekend naar het kengetal mm beregening per aanwezige hectare zetmeelaardappelen. Stel dat een teler via beregening 12.000 m3 water heeft gegeven op 15 van zijn in totaal 20 ha zetmeelaardappelen, dan komt de gift per aanwezige hectare zetmeelaardappelen uit op (12.000 m3 x 1.000 liter) / (20 ha x 10.000 m2) = 60 liter/m2 = 60 mm. Als zou worden gekeken naar alleen het beregende areaal zetmeelaardappelen, dan gaat het om een hoeveelheid van gemiddeld 80 mm.

Hogere gewasopbrengst bij beregening

Gemiddeld over de bedrijven werd er via beregening 67 mm water toegediend per aanwezige hectare zetmeelaardappelen in 2018. In 2019 was dit wat minder met 43 mm. Bedrijven die in 2018 hun zetmeelaardappelen beregenden, behaalden een 5,3 ton per hectare hogere opbrengst (+18%) in vergelijking met bedrijven die de zetmeelaardappelen helemaal niet beregenden. In 2019 ging het om een verschil van 4 ton (+10%). In beide jaren waren de verschillen significant (p<0,01). De hogere opbrengst kan ook deels door andere verschillen tussen de twee groepen bedrijven zijn veroorzaakt zoals bemestingsniveau of bodemtoestand, maar in dit onderzoek is dat niet verder uitgezocht. Het effect van beregening kan groter of kleiner zijn geweest dan de hierboven genoemde verschillen in opbrengst tussen groepen bedrijven die wel en niet beregenden.

Tabel 1 Enkele kengetallen van bedrijven in het Bedrijvenformatienet in de Zandregio en gelegen in de landbouwgebieden ‘Veenkoloniën en Oldambt’ of ‘Oostelijk Veehouderijgebied’

2018 2019
Aantal bedrijven met zetmeelaardappelen 46 41
Aandeel bedrijven met beregening zetmeelaardappelen (%) 41 49
Aandeel van areaal zetmeelaardappelen op bedrijven met beregening (%) 49 69
Gemiddelde beregeningsgift per hectare aanwezige zetmeelaardappelen (mm) 67 43
Gemiddelde opbrengst zetmeelaardappelen bedrijven met beregening (ton/ha) 35,1 41,9
Gemiddelde opbrengst zetmeelaardappelen bedrijven zonder beregening (ton/ha) 29,8 37,9

Bron: Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research

In het LMM-project kijken we naar het mestgebruik, het bodemoverschot, de benutting van nutriënten en de waterkwaliteit. Interessant is om het onderzoek uit te breiden naar de toepassing van beregening en de effecten hiervan op de nutriëntenstromen.


Gerben Doornewaard (Wageningen Economic Research) LMM e-nieuws, mei 2021