Ga naar de inhoud
Longread11 december 2025

Hoe herken je koffie en chocola zonder schimmige herkomst?

VCJ (Valerie) Janssen
Social sustainability impact researcher / Social sustainability impact researcher

Uitbuiting en milieuvervuiling zijn nog lang geen verleden tijd in de landen waar onze koffie en chocola vandaan komen. Misstanden komen amper in beeld, terwijl veel leveranciers nu nog kiezen voor de laagste prijs. Valerie Janssen, onderzoeker Sustainable Value Chains, ontwikkelde een online dashboard voor bedrijven dat licht werpt op de risico’s. ‘Zij moeten die risico’s kennen om te voldoen aan nieuwe Europese wetgeving.’

Aan een kopje koffie of een beker chocolademelk is het niet te zien: de herkomst van de boon. Want waar groeide de boon? En is deze boon met respect voor mens en milieu geoogst, vervoerd en verwerkt? Ofwel: hoe weet je welke boon goede papieren heeft? ‘De consument heeft geen idee, maar leveranciers weten het vaak ook niet’, zegt Valerie Janssen van Wageningen Social & Economic Research. ‘Sommigen worstelen met dit ethische vraagstuk. Anderen gaan simpelweg voor de laagste prijs en sluiten hun ogen voor mogelijke schendingen van mensenrechten en het milieu’. Dat moet veranderen, vindt ook het Europees Parlement.

“Sommige leveranciers worstelen met dit ethische vraagstuk. Anderen gaan simpelweg voor de laagste prijs”

De nieuwe Europese wet CSDDD

De nieuwe Europese wet CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) is vorig jaar geaccepteerd. Van de CSDDD moeten bedrijven en overheden de negatieve effecten van hun bedrijfsvoering op mensenrechten en het milieu in beeld hebben. Bedrijven moeten passende maatregelen nemen om die te voorkomen, te beperken of te beëindigen. Vanaf 2027 moeten bedrijven hieraan voldoen. ‘De eisen zijn een beetje te vergelijken met Fair Trade en biologische producten waarbij ook veel meer rekening moet worden gehouden met mens en milieu’, zegt Janssen. Anders dan certificeringen zoals Fair Trade, is deze Europese wet wél verplicht. Het Wageningen Food Views Due Diligence Dashboard loopt daarmee alvast vooruit op de aankomende wetgeving. De online tool biedt inzicht in een van de meest ondoorzichtige schakels in de productieketen: de primaire productie.

Een cacaoboer plukt de vruchten.

Een cacaoboer oogst de rijpe, gele cacaovruchten van de cacaoboom. Dit is onderdeel van de oogst in de agrarische cacaoproductie.

Shutterstock
Shutterstock

Voor de herkomst van de cacaoboon, bijvoorbeeld, voert de reis naar tropisch Afrika. ‘Het merendeel van de cacao komt uit Ivoorkust, gevolgd door Ghana’, vertelt Janssen. ‘Die boon zit in een vrucht aan een cacaoboom bij meestal een kleine boer. Leveranciers weten vaak niet wie de vrucht van de boom haalt, de kleine boontjes eruit snijdt en klaarmaakt voor fermentatie en drogen. Soms doen kinderen het werk of is er sprake van gedwongen arbeid, onderbetaling of discriminatie. Ook werken arbeiders vaak onder slechte omstandigheden, bijvoorbeeld met bestrijdingsmiddelen of gevaarlijk gereedschap zoals kapmessen, zonder enige bescherming.’

“Grofweg de helft van de chocoladerepen wereldwijd is tot stand gekomen met kinderarbeid”

In Ghana ziet 55% van de kleinschalige cacaoboeren zich genoodzaakt hun kinderen in te zetten. In Ivoorkust is dat bijna 40%. Die cijfers zijn van 2019, maar volgens Janssen is er geen reden om te denken dat die cijfers nu sterk verbeterd zijn. ‘Grofweg de helft van de chocoladerepen wereldwijd is dus tot stand gekomen met kinderarbeid’, zegt Janssen.

Lange ketens, weinig regels

Chocolademelk of -repen komen bovendien niet rechtstreeks van de boer; de keten is veel langer. De gedroogde cacaoboontjes verlaten in grote zakken de boerderij. ‘Daarna verschilt de keten per regio. Of de boer brengt de zakken met bonen naar een handelaar of een coöperatie haalt ze op bij meerdere boeren. Soms is er nog een tussenhandelaar, maar uiteindelijk komt de zak op een schip naar Europa voor verdere verwerking.’

Overal in die keten kunnen mensenrechtenschendingen aan de orde zijn. Vaak zijn zaken als veiligheid, arbeidstijden en het recht op vereniging wettelijk niet geregeld of de wetgeving wordt slecht nageleefd. Veel landen hebben officieel een minimumloon, maar dat geldt lang niet altijd voor beroepen in de landbouw. Dit maakt het risico op uitbuiting groter in deze sector. Daarom gelden deze risico’s niet alleen voor koffie en cacao, maar ook voor bijvoorbeeld soja, katoen, bananen, vlees en andere producten uit de landbouw.

Shutterstock

Veel Cacao is afkomstig uit Brazilie. Deze worden geladen op schepen om naar Europa te transporteren.

Voor het milieu spelen daarnaast nog andere problemen in de ketens van boer tot bord. Denk aan ontbossing, verlies van biodiversiteit, watergebruik en uitstoot van broeikasgassen. ‘En dan is de keten eigenlijk nog langer. Ook tijdens internationaal vervoer op schepen en op de weg is bijvoorbeeld de veiligheid voor werknemers niet altijd in orde. En zelfs in de landen waar de verdere verwerking plaatsvindt, gaat er veel mis als je kijkt naar de rechten van mensen en het milieu. Dezelfde soort schendingen spelen in de hele keten, alleen in de landen van herkomst zijn de risico’s vaak het grootst en het minst duidelijk voor leveranciers.’

Risico’s verschillen sterk per regio

Bedrijven hebben dus gegevens nodig van de directe en indirecte leveranciers waar zij mee werken. Bijvoorbeeld van de hoeveelheid gekapt bos per jaar of het aantal boerengezinnen waarin de kinderen mee moeten werken. Janssen: ‘Om ze op weg te helpen, berekenen wij daarom scores per regio’, zegt Janssen. Scores per land zijn niet toereikend: in het ene deel van een land kunnen op meer cacaoboerderijen kinderen aan het werk zijn, dan in een andere deel. Per subregio geven de data veel meer inzicht en zijn ze relevanter voor gerichte acties.

Olam Food Ingredients (ofi) is een wereldwijde leverancier van koffie, cacao, noten, specerijen en zuivel. Het bedrijf is al langer op zoek naar betere manieren om schendingen van mensenrechten en het milieu te voorkomen. In 2021 ontwikkelde het samen met WUR de eerste versie van het dashboard en geeft nu maandelijks advies over de nieuwe versie. Die bevat gegevens uit meer verschillende regio’s en landen, zodat andere bedrijven er ook mee kunnen werken. ‘Wij hebben dezelfde inzicht in de risico’s nodig om de situatie te verbeteren in de landen van herkomst van onze producten’, zegt Janhavi Naidu, Human Rights and Inclusion Manager bij het bedrijf.

Wie de tool opent, vindt bijvoorbeeld scores voor palmolie in 21 regio’s in Colombia. In alle regio’s blijkt kinderarbeid een behoorlijk probleem. Op de schaal van 0 tot 5 scoren de gebieden rond de 3,5, wat weliswaar hoog is, maar zelfs nog onder het wereldwijde gemiddelde ligt. Ter vergelijking: voor ontbossing maakt het wél uit waar in Colombia de palmen groeien. De scores varieerden van 1 tot 4. En zo kunnen bedrijven op zoek gaan in tientallen combinaties van regio’s, producten en risico’s.

Vooruitlopen op wetgeving

Een handvol bedrijven gebruikt de tool zelf als startpunt voor verbetering. Een deel van de scores zijn daarnaast ook via andere platforms beschikbaar. Volgens Janssen werken er dus veel meer bedrijven met de scores, en dat aantal is groeiende. ‘Bedrijven kunnen op basis van de scores besluiten om te switchen naar een land of regio waar minder risico is op kinderarbeid of ontbossing. Maar dat willen wij als onderzoekers niet aanmoedigen. Dit kan namelijk heel nadelig zijn voor de bestaanszekerheid van de boeren. Die kiezen er niet bewust voor om hun kinderen in te zetten bijvoorbeeld, maar voelen zich daartoe genoodzaakt. Bedrijven die de producten van deze boeren op de markt brengen in Europa, kunnen daar wél iets aan doen. Zij kunnen de boeren helpen om de omstandigheden te verbeteren, zodat boeren in staat zijn om andere keuzes te maken’, zegt Janssen.  

“Bedrijven kunnen de boeren helpen om de omstandigheden te verbeteren”

Bij ofi werkt Naidu samen met bedrijfsteams om de mensenrechtenrisico’s aan te pakken, met bijzondere aandacht voor kinderarbeid en gedwongen arbeid. ‘Uit de beoordeling van WUR kwamen deze twee risico's naar voren in bepaalde toeleveringsketens van ofi, waardoor het bedrijf verdere maatregelen moest nemen. Hiertoe breiden wij de monitoring ter plaatse uit. Dankzij de risicoanalyse van WUR op het niveau van de regio, kunnen wij nu gerichter de vorm en plaats van de monitoring bepalen.’

Nog in 2025 verwacht Janssen meer producten toe te voegen aan het dashboard. Rundvlees, peper, noten, mais, rijst, tarwe, rubber, katoen en sesam voeren de lijst aan, maar ze streeft naar nog meer producten. ‘De wetgeving geldt voor alle producten die de EU binnenkomen. Hoewel er nu, na invoering, helaas nog uitzonderingen zijn voorgesteld in het Europees Parlement. Kleinere bedrijven hoeven zich er misschien niet aan te houden en mogelijk hoeft toch niet de hele keten transparant te zijn. Dat is nog afwachten. Als het aan mij ligt, wordt de wet voor iedereen even streng. Het is belangrijk dat alle leveranciers duurzaamheidsrisico’s in hun ketens aanpakken. Alleen zo krijgen we eerlijk geproduceerde producten op ons bord.’

Contact

Stel uw vragen over dit KennisOnline-onderzoek aan:

VCJ (Valerie) Janssen

Social sustainability impact researcher / Social sustainability impact researcher