Genetische modificatie
Al eeuwen proberen mensen die biologische eigenschappen te regelen en selecteren, bijvoorbeeld door dieren te fokken en planten te kruisen. Maar tegenwoordig zijn erfelijke eigenschappen van planten en dieren veel sneller en preciezer te veranderen, bijvoorbeeld met CRISPR-Cas.
Uitleg
Genetische modificatie is het aanpassen van het DNA van levende wezens, om zo bijvoorbeeld landbouwgewassen resistent maken tegen ziektes. Tegenwoordig wordt de techniek CRISPR-Cas veel gebruikt. Dit werkt op microscopisch niveau: met een soort sjabloon spoort deze techniek een specifiek stukje DNA op in een cel. Dat stukje wordt verwijderd of vervangen door een ander stukje DNA. Zo is een bepaalde eigenschap van een organisme aan te passen.
Veelgestelde vragen over dit onderwerp
Genetische modificatie is een techniek om de eigenschappen van een plant, dier of micro-organisme aan te passen door een stukje DNA van het ene organisme over te brengen naar een ander organisme. Dat gebeurt door heel gericht de gewenste genen uit het DNA van het ene organisme te halen en aan het andere organisme toe te voegen.
Het toevoegen van goede eigenschappen aan levende organismen, zoals resistentie tegen ziektes of droogte, kan ook door soorten met elkaar te kruisen. Maar bij kruisingen komen er ook ongewilde eigenschappen mee. Het proces om via kruisingen die ongewilde eigenschappen weer kwijt te raken kost tientallen jaren.
Bij genetische modificatie maken onderzoekers of veredelaars in korte tijd een nieuwe variatie met exact de juiste eigenschappen, door alleen het gewenste gen over te brengen.
Absoluut niet. Het gebruik van kruisingen zal altijd belangrijk blijven om een grote diversiteit aan landbouwproducten te garanderen. Gentech is slechts één van de methodes om de voedselvoorziening te optimaliseren en tegelijkertijd duurzamer te maken.
Bovendien moeten consumenten altijd de keuze hebben of ze wel of geen voedingsmiddelen willen die genetisch gemodificeerde ingrediënten bevatten.
Onze experts
Duurzame voedselsystemen
We moeten op zoek naar een nieuw evenwicht tussen wat we eten, hoe we het produceren, en onder welke omstandigheden.