Ga naar de inhoud
NieuwsPublicatiedatum: 25 augustus 2025Bijgewerkt: 2 september 2025

Een meetlat voor het functioneren van genenbanken: CGN leidt een initiatief om betere kengetallen te definiëren

dr.ir. TJL (Theo) van Hintum
hoofd CGN-PGR

Wie nieuwe plantenrassen wil ontwikkelen, is afhankelijk van genetische bronnen. Wereldwijd beheren ruim 870 genenbanken samen bijna 6 miljoen zaadmonsters, de schatkamers van onze voedselvoorziening. Maar hoe goed functioneren die genenbanken eigenlijk? Tot nu toe was dat verrassend genoeg moeilijk te zeggen.

Waarom meten nodig is

Basale begrippen als accessie of basismonster worden niet in alle genenbanken hetzelfde gebruikt. Daardoor is het lastig om prestaties te vergelijken of te zien waar achterstanden zijn, bijvoorbeeld bij kiemtoetsen of het vermeerderen van zaad. Ook ontbreekt vaak transparantie, terwijl samenwerken voor genenbanken essentieel is en ze een sleutelrol spelen in internationale afspraken zoals de VN-doelen voor biodiversiteit.

De oplossing: genebank metrics

Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) lanceerde daarom een set eenvoudige kengetallen: de genebank metrics. Het gaat om een reeks statistieken die elke genenbank gemakkelijk kan (of zou moeten kunnen) berekenen. Ze maken bijvoorbeeld inzichtelijk hoeveel en wat voor accessies er in de genenbank worden beheerd, hoeveel kiemtoetsen worden gedaan en nog gedaan moeten worden, hoeveel materiaal beschikbaar is voor gebruik en hoeveel daadwerkelijk gebruikt is. Het doel: overzicht scheppen, knelpunten signaleren en beter plannen, zonder extra administratieve rompslomp.

De genebank metrics geven meer grip op het werk, maar ook meer transparantie. Zo wordt het makkelijker om rapportages te maken, samen te werken met collega-genenbanken en vertrouwen te winnen bij financiers.

Het idee sluit aan bij eerdere initiatieven van de FAO en het Global Crop Diversity Trust, maar nu met heldere definities en breed draagvlak. Een groot aantal genenbanken hebben een eerste versie van de lijst getest, en hun feedback werd verwerkt. Ook internationale organisaties, actief op het gebied van genenbanken, gaven hun feedback. Het resultaat werd recent gepubliceerd. De 24 auteurs afkomstig van twaalf genenbanken, een NGO en twee internationale organisaties geven het brede draagvlak van deze eerste versie genebank metrics aan.

Toekomst

De genebank metrics zijn geen eindpunt, maar een begin. Het zijn niet alleen nuttige instrumenten voor de dagelijkse praktijk, maar ook bouwstenen voor een wereldwijd betrouwbaar systeem van conservering en beschikbaarstelling van genetische bronnen. Het is nu aan de internationale gemeenschap van genenbanken, onderzoekers en beleidsmakers om de genebank metrics te omarmen en verder te ontwikkelen. Want alleen door samen te meten en te verbeteren, kunnen we garanderen dat de rijkdom van onze gewassen ook voor toekomstige generaties behouden blijft.

Heeft u een vraag?

Heeft u een vraag over genebank metrics? Vraag onze expert:

dr.ir. TJL (Theo) van Hintum

hoofd CGN-PGR

twee lammetjes in de wei

Genetische Diversiteit

Wil je meer weten rondom genetische diversiteit van planten, bomen en dieren?

Bekijk de genetische bronnen

Follow Wageningen University & Research on social media

Stay up-to-date and learn more through our social channels.