Ga naar de inhoud
NieuwsPublicatiedatum: 17 september 2025

Geslaagde verzamelmissies in Kirgizië

R (Rik) Lievers, PhD
WR Onderzoeker

In juni en augustus heeft het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) in samenwerking met de Kirgizische genenbank twee verzamelmissies uitgevoerd. Tijdens deze korte missies - elk van één week - zijn in totaal meer dan 200 accessies verzameld.

De samenwerking krijgt later dit jaar een vervolg wanneer Kirgizische collega’s Nederland bezoeken om meer te leren over de verschillende aspecten van genenbankbeheer.

Samenwerking met de Kirgizische genenbank

“Een sterke samenwerking met lokale partners is cruciaal bij dit soort missies,” zegt Rik, onderzoeker en hoofd curator bij CGN cluster plant. “Gelukkig voor ons bleek het team in Kirgizië echt een superteam! Aizhan en Diana, de twee curatoren van de Kirgizische genenbank, regelden de logistiek en al het papierwerk tot in de puntjes: van de vergunningen tot accommodatie en maaltijden. Adilet, botanist en chauffeur van de Academy of Sciences, had een schat aan veldervaring en bracht het team veilig van a naar b. Dankzij hun inzet verliepen beide missies vlekkeloos.”

In totaal werd ruim 3.000 kilometer afgelegd door alle zeven regio’s van Kirgizië. Dat betekende lange en hete dagen in de auto, vaak over stoffige wegen vol wegwerkzaamheden. “Aan het eind van de dag zat alles en iedereen onder het stof,” aldus Rik.

Verschillende bronnen

Tijdens de missies is voornamelijk materiaal verzameld van wilde verwanten en lokale cultivars. De eerste missie in juni richtte zich vooral op Spinacia turkestanica, een wilde verwant van de gecultiveerde spinazie. Het bleek soms lastig om de soort te vinden; alleen op locaties waar de afgelopen jaren nog waarnemingen waren gedaan, kon daadwerkelijk materiaal verzameld worden. In gebieden met oudere waarnemingen leverde zelfs intensief zoeken geen resultaat meer op. In totaal werden zeven populaties gevonden, voornamelijk in de Chuy- en Ferganavallei. Tijdens de tweede missie in augustus trok het team naar hoger gelegen gebied om wilde verwanten te verzamelen van onder andere kool, sla, wortel, witlof, rucola, pastinaak, en asperge.

Tijdens beide missies werd ook op markten gezocht naar lokale cultivars. “Soms bleken zaden te koop op de meest onverwachte plekken,” aldus Rik. “Zo vonden we in een petten- en hoedenwinkel een klein hoekje met lokale zaden. Dat verwacht je toch niet?! Als klap op de vuurpijl kregen we, als dank voor onze aankoop, van de eigenaresse nog een glas gefermenteerde paardenmelk, vers getapt uit een grote tank achter in de winkel. Een onverwacht, maar zeer verfrissend extraatje!”

Tot slot kon naast nieuw verzameld materiaal uit het wild en van markten ook zaad worden meegenomen uit oudere collecties die al lange tijd in de Kirgizische genenbank lagen opgeslagen, inclusief Spinacia turkestanica. Daarmee is ook van dit historische materiaal nu een back-up gemaakt bij het CGN en wordt het beter beschikbaar gemaakt voor onderzoek.

Schonen en administratie

Het verzamelen van de zaden is slechts één deel van het werk. Aan het eind van de laatste missie werden twee dagen besteed aan het verdelen van het materiaal tussen het CGN en de Kirgizische genenbank, en het schonen en zorgvuldig verpakken van de zaden. Dit was nodig om een fytosanitair certificaat aan te vragen bij de nationale plantenziektekundige dienst. Na inspectie en goedkeuring konden de zaden officieel worden geëxporteerd. Een back-up van het verzamelde materiaal blijft achter in de Kirgizische genenbank. De komende tijd zullen de verzamelde zaden worden vermeerderd in samenwerking met partners van het CGN. Na vermeerdering en kiemkrachtbepaling worden de nieuwe accessies opgenomen in de permanente collectie van het CGN en beschikbaar gesteld voor onderzoek, veredeling, en educatie voor voedsel en landbouw.

CGN-strategie: conserveren en samenwerken

De samenwerking met de Kirgizische genenbank volgt de CGN-strategie, waarbij het eerlijk delen van de voordelen (benefit-sharing) uit het delen en gebruiken van de zaden én uit de gezamenlijke inspanningen een belangrijk onderdeel is. Zo vindt later dit jaar een bezoek van de Kirgizische collega’s aan het CGN plaats, waarbij zij worden getraind in diverse aspecten van genenbankbeheer. In zijn algemeenheid ontwikkelt CGN ook samenwerkingen met andere genenbanken, waarbij capaciteitsopbouw en kennisuitwisseling een centrale rol spelen. Daarmee wordt de internationale infrastructuur versterkt die nodig is om genetische diversiteit beschikbaar te maken en te houden voor huidige en toekomstige generaties.

Heeft u een vraag?

Heeft u een vraag rondom dit onderwerpn? Neem dan contact op met onze expert.  

R (Rik) Lievers, PhD

WR Onderzoeker

twee lammetjes in de wei

Genetische Diversiteit

Wil je meer weten rondom genetische diversiteit van planten, bomen en dieren?

Bekijk de genetische bronnen

Follow Wageningen University & Research on social media

Stay up-to-date and learn more through our social channels.