Grondgebruik en landbouw in Europa onder druk: nieuw onderzoek brengt keuzes scherp in beeld

- dr. BS (Berien) Elbersen
- Senior onderzoeker landgebruiksveranderingen en milieu
Hoe verdelen we in Europa de schaarse ruimte tussen voedselproductie, natuur, energie, wonen en infrastructuur? Nieuw onderzoek van Wageningen University & Research en partners in opdracht van de Europese Commissie (DG Agriculture) geeft hier een gedetailleerd antwoord op.
Instrument voor integraal beheer
Discussies over landbouw en natuur zijn niet nieuw. Wat deze studie bijzonder maakt, is de combinatie van schaal, detail en toekomstblik. Het onderzoek keek naar alle 27 lidstaten en rekende door tot op regionaal niveau, waardoor verschillen tussen bijvoorbeeld Noordwest-Europa, Mediterrane kustgebieden en Oost-Europese plattelandsregio’s zichtbaar werden. Historische gegevens over landgebruik van de afgelopen decennia werden gekoppeld aan scenario’s tot 2050. Zo wordt zichtbaar hoe beleid van nu doorwerkt in de ruimte van morgen. De studie bekeek niet alleen de dynamiek in landbouwgrond, maar ook veranderingen in landgebruik voor natuur, stedelijke uitbreiding, infrastructuur en productie van energie en biomassa; landgebruik werd dus geanalyseerd als één samenhangend systeem.
Elbersen licht toe: “We hebben verschillende scenario’s doorgerekend, van ‘business as usual’ tot een scenario in lijn met de Green Deal en Farm-to-Fork-ambities. We keken naar emissies, waterkwaliteit, bodem, pesticidengebruik, landverlies en productiecapaciteit. Juist daarin, in die integrale aanpak, ligt de grote meerwaarde van dit onderzoek, en de sleutel voor de toekomst.”
Het onderzoek toont aan dat zonder extra duurzaamheids- en ruimtelijk beleid de landbouwgrond in de EU tot 2050 met meer dan 8 miljoen hectare kan afnemen. Dat komt door verschillende ontwikkelingen zoals toenemende verstedelijking, boeren die stoppen met hun bedrijf, en doordat land geen andere productiefuncties krijgt door gebrek aan arbeidskrachten en/of alternatieve verdienmodellen. Maar met gerichte maatregelen zijn aanzienlijk grotere milieu- en klimaatwinsten mogelijk, terwijl de voedselproductie en de leefbaarheid op het platteland op peil kan blijven.
De onderzoekers combineerden Europese datasets over landgebruik en landverandering, informatie over landbouwsystemen, bos, natuur en verstedelijking, en modelberekeningen. Zo ontstond er een reeks kaarten en indicatoren die laten zien waar spanningen ontstaan tussen functies zoals intensieve veehouderij, natuurherstel, stadsuitbreiding, biologische landbouw, koolstofvastlegging én welke beleidsmix deze spanningen kan verminderen.
Hoewel de studie EU-breed is, zijn de uitkomsten vooral interessant omdat ze verschillen tussen regio’s zichtbaar maken. Enkele voorbeelden:
- Intensieve veehouderij in Noordwest-Europa
In Nederland, Vlaanderen en Duitsland is de combinatie van intensieve veehouderij en sterke verstedelijking al jaren onderwerp van debat, onder meer door stikstof en waterkwaliteit. Het onderzoek van Elbersen et al laat zien hoe landbouwgrond hier onder druk staat van woningbouw en infrastructuur, en welke effecten verschillende beleidsopties hebben op emissies, natuur en productie. Dat helpt bij keuzes over waar extensivering, kringlooplandbouw of natuurontwikkeling het meeste effect hebben – en hoe het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) hierop kan worden afgestemd. - Mediterrane irrigatieregio’s
In kustregio’s met intensieve irrigatielandbouw en toeristische ontwikkeling, zoals in Andalusië en de Levante, concurreren landbouw, natuur, stedelijke groei en toerisme sterk om land en water. Onderzoek laat zien dat irrigatie relatief weinig oppervlakte beslaat maar een groot deel van de productie en toegevoegde waarde levert, terwijl urbanisatie en toerisme landbouwgrond en water onder druk zetten. Het onderzoek van WUR maakt zichtbaar hoe verschillende keuzes rond irrigatie, natuurherstel en verstedelijking doorwerken in watergebruik, bodemkwaliteit en voedselproductie. Dat biedt handvatten voor ruimtelijke planning en waterbeleid op regionaal niveau. - Leeglopende plattelandsregio’s
In sommige regio’s zoals het binnenland van Spanje en Oost-Europa is niet verstedelijking maar juist landverlating het grote thema. Studies laten zien dat landbouwgrond daar soms wordt verlaten, terwijl bebouwing en infrastructuur in andere delen juist toenemen. Dit nieuwe onderzoek koppelt zulke trends aan scenario’s tot 2050 en laat zien waar duurzame landbouw – bijvoorbeeld High Nature Value-systemen, maar ook productie van biomassa als grondstof voor biomaterialen en chemie – kan bijdragen aan biodiversiteit, klimaatdoelen én leefbaarheid op het platteland. Lidstaten kunnen daarmee gerichte steun geven aan boeren in kwetsbare regio’s, in plaats van generiek beleid te volgen.
Waarom is dit relevant
Elbersen: “Er is dus geen one-size-fits-all-oplossing voor de dilemma’s met betrekking tot het Europese landgebruik. We denken, en dat hebben we nu wetenschappelijk onderbouwd, dat EU-beleid sterker kan worden gericht op regionale verschillen, en dat ruimtelijke planning, landbouwbeleid, natuurherstel, klimaatbeleid en zelfs migratiebeleid beter op elkaar afgestemd moeten worden. We hebben aangetoond dat boeren, natuurbeheerders, regionale overheden en burgers baat hebben bij transparante scenario’s: ze moeten weten welke keuzes op bepaalde plekken leiden tot welke winsten en verliezen.”
De nieuwe inzichten helpen om dialoog en debat over landbouw, natuur en ruimte minder abstract te maken. Ze geven concrete aanknopingspunten voor beleid dat zowel voedselzekerheid als biodiversiteit en klimaatdoelen ondersteunt – precies de opgave waar Europa de komende decennia voor staat.
Heeft u een vraag?
Heeft u een vraag rondom dit onderwerp of ziet u kansen om met ons samen te werken? Neem dan contact op met onze expert.
dr. BS (Berien) Elbersen
Senior onderzoeker landgebruiksveranderingen en milieu

