Krimp Noordzeevisserij voelbaar aan wal

- FF (Geert) Hoekstra, MSc
- Economisch onderzoeker seafood (visserij en aquacultuur), -markten en -ketens
De Nederlandse visverwerkende bedrijven en visgroothandels hebben in 2023 een stevige omzetdaling doorgemaakt. In bijna alle visserijregio’s daalde de omzet per bedrijf, soms met meer dan 30 procent. Opvallend genoeg bleef de werkgelegenheid grotendeels stabiel, mede door de opmars van importvis en opdrachten voor buitenlandse visserijbedrijven.
Dat blijkt uit de nieuwe monitoring van Wageningen Social & Economic Research, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Vooral de regio’s Waddenkust, Kop van Noord-Holland en Zuidwest-Nederland kregen flinke economische klappen te verwerken in 2022 en 2023. De sluiting van visafslagen, het stoppen van kotters en onzekerheid over visserijvergunningen in natuurgebieden speelden een grote rol. In Den Helder verdween in 2022 de lokale visafslag, na decennia van economische betekenis voor de haven.
Minder afhankelijkheid van Nederlandse visserij
Tegelijkertijd zijn er regio’s waar visverwerkende bedrijven en visgroothandels zich weten te herpositioneren. IJmuiden, Katwijk-Scheveningen en Urk zagen een relatief stabiele of zelfs licht stijgende omzet. Dit is grotendeels te danken aan een verschuiving van gevangen Noordzeevis naar verwerkte import, met name zalm uit Noorwegen en tropische garnalen uit Azië. Van alle vis die in Nederland wordt verwerkt, is nog slechts 14% (in gewicht) afkomstig uit de Noordzee en van Nederlandse visserij- of aquacultuurbedrijven.
In Nederlandse havens landen ook buitenlands gevlagde visserijvaartuigen hun vis aan. Deze vaartuigen met buitenlandse vlag op de boeg zijn vaak eigendom van Nederlandse visserijfamilies. Als hun aanvoer wordt meegerekend als Nederlands product, dan bedraagt de afhankelijkheid nog steeds slechts 21%, en is dus 79% van het totale visgewicht dat beschikbaar is voor productie in Nederland afkomstig uit import.
Die afnemende afhankelijkheid van de eigen visserij is het gevolg van sterk dalende economische prestaties (Visserij in Cijfers, 2025) sinds 2016 in de visserijsector en marktontwikkelingen, maar ook van beleidsmaatregelen zoals de kottersanering, Brexit, stikstofregels en de bouw van windparken op zee. Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe kansen door beleidsmaatregelen: energie- en innovatiesubsidies geven toeleveranciers zoals scheepsbouwers werk in het ombouwen en verduurzamen van schepen.
Financiële steun nodig
“Veel bedrijven aan wal binnen de visclusters hebben aangetoond wendbaar en ondernemend te zijn,” zegt onderzoeker Geert Hoekstra. “Maar zonder ondersteuning dreigt het wegvallen van essentiële functies in visserijhavens en -regio’s. Vooral visafslagen en visserijcoöperaties blijven kwetsbaar, omdat zij sterk afhankelijk zijn van aanvoer van Noordzeevis.”
Om die reden stelde het ministerie van LVVN 30 miljoen euro beschikbaar voor het Visserij Ontwikkel Plan (VOP) in 2024. Dat moet bedrijven aan wal die actief zijn in de visketen helpen in de noodzakelijke aanpassingen naar een meer internationale en innovatieve toekomst.
Heeft u een vraag?
Heeft u een vraag over de visserijketen? Neem dan contact op met onze expert.
FF (Geert) Hoekstra, MSc
Economisch onderzoeker seafood (visserij en aquacultuur), -markten en -ketens
Lees meer over dit onderwerp (3)
Follow Wageningen University & Research on social media
Stay up-to-date and learn more through our social channels.


