Mediterrane zeevogels dragen zeer hoge hoeveelheden plastic in hun maag

Een nieuwe internationale studie onder leiding van Wageningen Marine Research laat zien dat pijlstormvogels in de Middellandse Zee aanzienlijk meer plastic inslikken dan soortgenoten in de Atlantische Oceaan. Het onderzoek, onlangs gepubliceerd in Marine Pollution Bulletin, is gebaseerd op de analyse van de maaginhoud van 529 vogels.
De resultaten leveren belangrijke inzichten op voor de manier waarop Europa plasticvervuiling in zee monitort. De onderzoekers stellen nieuwe drempelwaarden voor die gebruikt kunnen worden binnen de EU Marine Strategy Framework Directive (MSFD) en het OSPAR-verdrag.
Vogels in de Middellandse Zee het zwaarst getroffen
In de studie troffen de onderzoekers bij vogels uit de noordwestelijke Middellandse Zee gemiddeld tot vijf keer meer plastic aan dan bij pijlstormvogels uit Atlantische regio’s zoals de Azoren en de Canarische Eilanden. Hoewel de totale hoeveelheid plastic bij deze soorten lager is dan bij de Noordse stormvogel – de soort waarop WUR al decennialang monitort – zijn de verschillen tussen regio’s duidelijk zichtbaar.
Vooral net uitgevlogen jonge vogels bleken opvallend hoge hoeveelheden plastic in hun maag te hebben.
Volgens eerste auteur Jan Andries van Franeker waren de verschillen groter dan verwacht: “De Middellandse Zee staat al bekend als een vervuilde regio, maar de hoeveelheden plastic die we in deze vogels aantroffen, waren toch nog opvallend hoog. Deze vogels laten heel direct zien wat er gebeurt onder het wateroppervlak, in een wereld die we zelf nauwelijks kunnen volgen.”
Opvallend is dat de plasticdeeltjes in pijlstormvogels veel kleiner zijn dan de stukken die in Noordse stormvogels worden gevonden. Dat wijst erop dat deze vogels het plastic waarschijnlijk grotendeels indirect binnenkrijgen via de vis waarop ze jagen.
Massa zegt meer dan het aantal deeltjes
Een belangrijk element in de studie is de aanbeveling om plastic in vogelmagen voortaan te beoordelen op basis van totale massa in plaats van het aantal stukjes. Volgens de onderzoekers geeft het gewicht van de ingeslikte plastics een veel beter beeld van de werkelijke ecologische impact.
De voorgestelde drempelwaarden zijn 0,0098 gram plastic voor jonge vogels en 0,0041 gram voor oudere vogels. Voorstel is, dat regio’s waar meer dan tien procent van de onderzochte vogels boven deze waarden uitkomen, volgens de EU MSFD niet aan de norm voor goede milieutoestand voldoen.
Laatste auteur Suse Kühn, marien ecoloog bij Wageningen Marine Research, benadrukt waarom die massabenadering belangrijk is: “Het gewicht bepaalt hoeveel ruimte het plastic inneemt in de maag, en dat is direct gerelateerd aan de schade die het kan veroorzaken. Massa is daarom een veel robuustere maat voor monitoring en beleid.”
Voortbouwend op decennia WUR-expertise
De nieuwe drempelwaarden sluiten aan bij het langdurige Fulmar Monitoring Programme, waarin WUR al jaren een internationale rol vervult. De ervaring uit dit programma vormt de basis voor de uitbreiding naar andere zeevogelsoorten in zuidelijkere gebieden. Omdat voor jonge en oudere vogels afzonderlijke drempelwaarden zijn vastgesteld, kunnen beide leeftijdsgroepen worden gebruikt in de monitoring.
Voor Van Franeker, die al lange tijd betrokken is bij het onderzoek naar plastic in zeevogels, is dit werk een belangrijke mijlpaal: “We zijn ooit begonnen met één soort in de Noordzee. Dat dit werk nu een Europees referentiekader helpt opbouwen, vind ik heel bijzonder. Mijn hoop is dat deze inzichten bijdragen aan schonere zeeën – voor vogels, vissen en uiteindelijk ook voor ons.”
Net als bij het stormvogelonderzoek worden alle gegevens gedeeld met OSPAR, zodat ze kunnen worden meegenomen in internationale monitoringprogramma’s voor mariene vervuiling.
Bouwsteen voor Europees beleid
Met de voorgestelde drempelwaarden kunnen EU-lidstaten op een uniforme en ecologisch relevante manier volgen hoe plasticvervuiling zich ontwikkelt. Daarmee vormt de studie een belangrijke bouwsteen voor het behalen van Europese milieudoelen en voor de bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen.
Heeft u een vraag?
Heeft u een vraag rondom dit onderwerp of ziet u kansen om met ons samen te werken? Neem dan contact op met onze expert.
CBM (Cecile) Leuverink
Senior Communicatieadviseur


