Ga naar de inhoud
NieuwsPublicatiedatum: 2 oktober 2025

Zes beleidsopties kunnen biodiversiteitsvoetafdruk Nederlandse voedselconsumptie bijna halveren

De afname van biodiversiteit wereldwijd heeft ingrijpende gevolgen voor ecosystemen en voor onze voedselproductie. Om de doelen voor biodiversiteitsherstel te halen, zijn beleidsinspanningen nodig. Maar welke? Onderzoekers van Wageningen Social & Economic Research onderzochten een combinatie van zes beleidsopties, waaronder het EAT-Lancet-dieet en het halveren van voedselverspilling.

Op basis van de afspraken die tijdens de Kunming-Montreal biodiversiteitstop in 2022 zijn gemaakt, moet Nederland rapporteren over de voortgang in het verkleinen van de biodiversiteitsvoetafdruk. Dat roept twee belangrijke vragen op: hoe kun je die voetafdruk berekenen, en welk beleid kan helpen die voetafdruk te verkleinen? In het KOEVOET-project, uitgevoerd voor het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedsel en Natuur (LVVN), is een team van onderzoekers aan de slag gegaan met deze vragen, met nadruk op de Nederlandse voedselconsumptie.

Zes beleidsopties doorgerekend

De beleidsanalyse leverde zes beleidsopties op die samen bijna een halvering van de Nederlandse biodiversiteitsvoetafdruk kunnen realiseren:

  • Overstappen naar het EAT-Lancet-dieet
  • Efficiënter gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
  • Verduurzamen van de herkomst van producten (due diligence)
  • Belasting op emissies van broeikasgassen
  • Uitbreiding van beschermde natuurgebieden tot 30% van het aardoppervlak
  • Halveren van voedselverspilling in consumptie en industrie

Om de effecten van deze beleidsopties op biodiversiteit goed in beeld te brengen, zijn meerdere voetafdrukindicatoren nodig. Eén enkele maat, zoals de ecologische voetafdruk, geeft slechts een deel van het beeld. Daarom gebruikt KOEVOET het Biodiversity Footprint Family Framework (BFFF) voor het bepalen van de biodiversiteitsvoetafdruk. Dit raamwerk combineert indicatoren voor landgebruik, broeikasgassen, water, nutriënten en chemische vervuiling. Deze ‘voetafdrukfamilie’ biedt een vollediger inzicht in de impact van consumptie op biodiversiteit dan afzonderlijke voetafdrukken en helpt beleidsmakers bij integrale keuzes en effectievere monitoring.

Halvering komt in zicht

Uit de doorrekening blijkt dat de zes beleidsopties samen kunnen leiden tot een reductie van bijna 50% van de biodiversiteitsvoetafdruk van de Nederlandse voedselconsumptie in 2050. Daarmee komt de ambitie om de voetafdruk te halveren binnen bereik. De onderzoekers benadrukken echter dat dit resultaat afhankelijk is van cruciale voorwaarden. Alle maatregelen moeten volledig worden ingevoerd. In de praktijk kan de effectiviteit dus lager uitvallen, bijvoorbeeld als landen beleid verschillend of slechts gedeeltelijk implementeren.

Chloë de Vries, onderzoeker internationaal beleid, concludeert: “Van de zes beleidsopties blijken de overgang naar het EAT-Lancet-dieet, waarbij in verhouding meer duurzame plantaardige producten worden gegeten (maar ook nog steeds dierlijke), en het halveren van voedselverspilling het meest effectief.”

Chemische voetafdruk belangrijk voor beleidskeuzes

Uit het onderzoek blijkt dat de chemische voetafdruk aanzienlijk bijdraagt aan biodiversiteitsverlies. Deze voetafdruk meet de impact van chemische stoffen (vooral pesticiden) die in bodem en water terechtkomen.

De analyses laten zien dat de impact van chemische vervuiling vergelijkbaar is met die van landgebruik en broeikasgasuitstoot. Dit is opvallend, omdat de rol van chemische vervuiling in beleid en monitoring vaak onderbelicht blijft. Door de relatief directe en locatiegebonden effecten kunnen pesticiden ecosystemen op korte termijn ernstig aantasten.

Dit inzicht benadrukt dat het terugdringen van biodiversiteitsverlies niet alleen vraagt om aandacht voor klimaat en landgebruik, maar ook om rekening te houden met chemische vervuiling.

Kans op ‘waterbedeffect’ is reëel 

Omdat 60% van de biodiversiteitsvoetafdruk van de Nederlandse voedselconsumptie buiten Europa ligt, is internationale samenwerking hard nodig. Wanneer Nederland en Europa de voorgestelde maatregelen in isolatie doorvoeren, is de kans op een ‘waterbedeffect’ reëel. Dat betekent dat bedrijven hun productie naar buiten Europa verplaatsen om te ontsnappen aan strengere milieuregels. De voetafdruk verschuift dan alleen, zonder daadwerkelijk te verdwijnen.

De onderzoekers wijzen erop dat maatregelen zoals een CO₂-belasting alleen effectief zijn wanneer ze onderdeel zijn van een integrale strategie. “Een combinatie van wet- en regelgeving, aandacht voor gedragsverandering, internationale afstemming en gezamenlijke investeringen in schone technologieën is noodzakelijk om de biodiversiteitsvoetafdruk structureel te verkleinen en het waterbedeffect te voorkomen.”

Verandering in beleid

Toen het KOEVOET-onderzoek in 2021 van start ging, was het beleidsdoel nog een halvering van de Nederlandse biodiversiteitsvoetafdruk in 2050. Inmiddels is die ambitie losgelaten: enerzijds door een verandering van kabinet, anderzijds door het Nationaal Biodiversiteitsstrategie Actieplan (NBSAP), waarin geen concrete indicatoren voor vermindering van de biodiversiteitsvoetafdruk door consumptie zijn opgenomen. De onderzoekers benadrukken echter dat hun analyses laten zien dat een halvering wél haalbaar is - mits er integraal beleid wordt gevoerd.

“Deze uitkomst onderstreept dat er juist nu kansen liggen om met samenhangend beleid de biodiversiteitscrisis te keren en tegelijkertijd de Nederlandse voedselconsumptie toekomstbestendig te maken,” aldus De Vries.

Lees meer in het rapport:

Heeft u een vraag?

Stel uw vraag over de biodiversiteitsvoetafdruk aan onze expert:

CC (Chloë) de Vries, MSc

WR Onderzoeker

Follow Wageningen University & Research on social media

Stay up-to-date and learn more through our social channels.