Studieprogramma - BSc Moleculaire Levenswetenschappen

Bekijk op deze pagina hoe de bacheloropleiding Moleculaire Levenswetenschappen is opgebouwd en welke vakken op het programma staan in het eerste, tweede en derde jaar.

Jaar 1

In het eerste jaar liggen de vakken die je gaat volgen vast. Tijdens deze vakken vergroot je je kennis op het gebied van scheikunde, natuurkunde en biologie. Ook krijg je wiskunde, omdat je dat vaak nodig hebt voor een goed begrip van andere vakgebieden. Gedurende het eerste jaar leg je de fundamenten van je studie en leer je steeds meer de verbanden tussen de verschillende vakgebieden te zien.

Lees hier meer over de vakken.

Jaar 2

In het tweede jaar worden de vakken meer interdisciplinair en steeds specialistischer. Je gaat je bezighouden met onderwerpen die op het grensvlak tussen de scheikunde, biologie en natuurkunde liggen. Daarnaast is het tweede jaar natuurkundiger georiënteerd dan het eerste jaar. Kwantummechanica en fysische chemie nemen een grotere rol in. Je leert onder andere hoe je golffuncties wiskundig kunt omschrijven en hoe drijvende krachten het verloop van scheikundige reacties bepalen.

Lees hier meer over de vakken.

Jaar 3

Het derde jaar is heel anders opgebouwd dan de eerste twee jaren. Dit jaar bestaat uit twee onderdelen: het schrijven van je thesis en de rest van het jaar vul je in met zelfgekozen vakken. Deze twee onderdelen samen zijn goed voor de benodigde 60 studiepunten.

Lees hier meer over je minor, vrije keuzeruimte en thesis.

Onderwijsvormen

Periodes

In Wageningen wordt gewerkt met zes periodes per jaar. Tijdens één periode, die acht weken duurt, volg je de eerste zes weken (werk)colleges en practica. De zevende week is een zelfstudieweek om je tentamens voor te bereiden, die in week acht worden afgenomen. In Wageningen wordt er onderscheid gemaakt tussen ochtend- en middagvakken. Hierdoor houd je je per week bezig met twee verschillende vakken.

Werkvormen

De manier waarop je onderwijs krijgt op de universiteit is anders dan je gewend bent op de middelbare school. Op de universiteit krijg andere vormen van onderwijs.

Hoorcollege

Bij een hoorcollege zit je met alle studenten in een collegezaal. De docent vertelt over de stof en geeft voorbeelden om het boek te illustreren. In een enkel geval heb een hoorcollege gezamenlijk met studenten van andere studies, maar bij Moleculaire Levenswetenschappen komt dit weinig voor. Het grootste deel van de colleges volg je met een kleine groep studenten Moleculaire Levenswetenschappen. Deze kleinschaligheid zorgt ervoor dat de drempel laag is om vragen te stellen.

Werkcolleges

Bij een werkcollege werk je aan opdrachten van een vak om meer begrip van de lesstof te krijgen. Deze opdrachten zijn individueel, maar je kunt natuurlijk overleggen met je medestudenten en vragen stellen aan de docent. Dat laatste is goed mogelijk, omdat je werkcolleges in kleine groepen volgt.

Practica

Practica maken een groot deel uit van de opleiding Moleculaire Levenswetenschappen. Je brengt de theorie uit de hoor- en werkcolleges naar de practicumzaal om daar met eigen ogen te zien hoe het echt werkt. Voor de vakken over organische chemie ga je zelf het lab op en zelf allerlei stoffen maken en analyseren, terwijl je voor de vakken over fysische chemie juist allerlei oplossingen gaat bestuderen en parameters gaat bepalen. Tijdens het vak Practicum Moleculaire Levenswetenschappen aan het eind van het eerste jaar doe je drie weken practica met een overkoepelend thema, waarbij je de kans krijgt om alles wat je dat jaar geleerd hebt te integreren. De geleerde technieken komen ook goed van pas tijdens je afstudeeronderzoek aan het einde van je bachelor.

Excursies

Tijdens de opleiding maak je zowel kennis met onderzoek doen in de academische wereld als het bedrijfsleven. Dit gebeurt onder andere door op excursie naar (internationale) bedrijven te gaan. Naast dat deze activiteiten erg leuk en leerzaam zijn, kun je je ook alvast oriënteren op je vervolgopleiding en toekomstige werkveld!