Nieuws

“De vraag hoe je de consument meeneemt in transities, blijft vaak buiten beschouwing”

article_published_on_label
25 januari 2024

Voor Sigrid Wertheim-Heck was het zonder twijfel een van de hoogtepunten van het jaar, de conferentie die Wageningen University & Research samen met SCORAI en ERSCP in juli 2023 organiseerde. Blik terug op dit evenement en zoom in op het belang van het sociaal-maatschappelijke perspectief in de transitie naar een rechtvaardige, duurzame toekomst.

Transforming consumption-production systems toward just and sustainable futures, dat was de titel van de conferentie die begin juli 2023 in Wageningen plaatsvond. Uniek: verschillende netwerken kwamen hier voor het eerst bijeen. Wageningen University & Research sloeg hiervoor de handen ineen met de Sustainable Consumption Reasearch and Action Initiative (SCORAI), een internationaal netwerk van sociale wetenschappers, en met de European Roundtable of Sustainable Production and Consumpion (ERSPC). Dat alleen was al bijzonder, aldus Sigrid Wertheim-Heck, universitair hoofddocent Global Food System Sustainability.

Maar het was volgens haar vooral belangrijk dat het sociaal-maatschappelijke perspectief centraal stond: “In het debat over de duurzaamheidsuitdagingen die op ons afkomen in de wereld, klinkt een sterk geloof door in de maakbaarheid van de noodzakelijke transitie. Alsof we ons er wel uit kunnen innoveren. Terwijl de geschiedenis ons juist leert dat technologische innovatie vaak ook leidt tot méér consumptie.”

Onbedoelde perverse prikkels

Er waren verschillende keynote speakers, onder wie Diederik Samsom vanuit zijn Europese politieke perspectief. Hij bood de honderden aanwezige wetenschappers een inkijk in politieke besluitvorming en toonde zich als alumnus van TU Delft een techno-optimist: beleid moet technologische innovatie en interventies stimuleren. Door zich zo te positioneren wist hij de aanwezigen goed te prikkelen.

“Deze manier van nadenken over duurzaamheidstransities is dominant,” merkt Wertheim-Heck op. “De nadruk ligt sterk op de productiekant van duurzaamheid. Dus: als je niet-duurzame productie vervangt door duurzame productie, ben je duurzaam bezig. Vanuit een sociaalwetenschappelijk perspectief zien we echter dat zelfgeproduceerde duurzame energie een perverse prikkel vormt voor meer energieconsumptie.”

Wat gebeurt er als iedereen zonnepanelen heeft? Het kan heel goed dat consumenten tijdens een hete zomer dan eerder een airconditioner kopen, omdat de energie die ze opwekken toch gratis is. “In het voedseldomein waar ik vooral actief ben, zie je eenzelfde weerbarstigheid: de consumptie van vleesvervangers neemt toe, maar de consumptie van vlees neemt nauwelijks af. Bij duurzaamheidsopgaven wordt vaak in richtingen gedacht: we moeten van a naar b. De vraag: hoe neem je de samenleving mee in de transitie, blijft vaak buiten beschouwing. Terwijl daar precies de uitdaging ligt.”

Ineffectief transitiebeleid

Een sessie van de conferentie ging over het vervangen van vlees in huidige en toekomstige voedselpraktijken. “Eiwittransitie is een ‘westers’ construct dat onder meer wordt gestimuleerd via het vervangen van een stukje vlees dat in het cellofaan in de supermarkt ligt door een niet-vleesproduct dat erop lijkt. Maar in Azië koop je een kip levend op de markt en eet je alles ervan op. Je hebt daar dus andere ideeën nodig om de transitie naar meer plantaardige eiwitten te kunnen maken.” Dat begint met oprechte interesse in routinematige consumptiepatronen. Die zijn vaak cultureel bepaald. Het is voor een duurzame toekomst van essentieel belang om een ‘nieuw normaal’ te scheppen.

Sigrid heeft in Vietnam gewerkt, waar voedselveiligheid een belangrijk issue is. Daar zag ze hoe beleidsinterventies de plank kunnen misslaan als er geen goede analyse wordt gemaakt van waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen. “De overheid wilde dat mensen hun voedsel niet langer op straat kochten, maar in de supermarkt, waar veiliger voedsel wordt verkocht. Maar er zijn belangrijke redenen waarom Vietnamezen juist wel hun voedsel op straat kopen. Ze kennen de straatventer vaak persoonlijk en kunnen hun kind of hun oude vader gerust bij hen achterlaten om zelf ergens anders een boodschap te doen.”

Ondanks dat er meer supermarkten werden gebouwd, verkochten ze hun producten niet. Als gevolg van het sluiten van markten en het terugdringen van straatverkoop, zochten mensen elkaar informeel op. Steeds meer voedsel werd verkocht via online sociale netwerken, buiten de invloedsfeer van beleidsmakers. “Wanneer beleid geen gevoel heeft voor dagelijkse gedragspatronen, dan is het risico groot dat beleid ondoelmatig is. Zoals in dit voorbeeld waarin de lokale overheid eerder minder dan meer controle heeft gekregen over de voedselveiligheid.”

Sociale verschillen en onrecht

Wertheim-Heck onderschrijf de doelstelling van de Europese farm-2-forkstrategie, waarbij voedsel lokaal geproduceerd wordt en directer aan consumenten wordt geleverd. Tegelijk blijft ze aandacht houden voor de sociale dynamiek rondom deze strategie. “Neem een aspect als betaalbaarheid van verse groente: daarvoor zijn we nu afhankelijk van mensen uit Noord-Afrika die onder bedroevende omstandigheden die groente voor ons oogsten. Moeten we dat dan maar voor lief nemen?”

“Of neem het idee dat Europa moet overstappen naar meer lokale voedselproductie. Die transformatie ontvouwt zich anders in Nederland dan bijvoorbeeld in Oost-Europa. Want waar in Nederland steeds meer wordt aangestuurd op lokale voedselvoorziening, is de situatie in Oost-Europe heel anders. Daar komt 65 tot 80 procent van de lokale productie aan groente en fruit uit moestuinen. Moeten die landen dan volgens een en hetzelfde model overschakelen?”

Dit was onderwerp van gesprek tijdens de beleidssessie over transities in het voedselsysteem van Oekraïne. “De paradox van Oekraine is: hoe kan het dat het land bekendstaan als graanschuur van de wereld terwijl de lokale bevolking voor dagelijkse groenten en fruit afhankelijk is van informele moestuinproductie en import?”

Bevraag hoe we als samenleving consumeren

Het is volgens Sigrid zaak om niet alleen te focussen op hoe we produceren, maar ook om aandacht te besteden aan wat we werkelijk nodig hebben in de toekomst en hoe we dat rechtvaardig verdelen: “Hoewel ecologische randvoorwaarden helder zijn en nieuwe sturingsmodellen rond bodem en water veelbelovend zijn, blijven maatschappelijke vraagstukken ingewikkeld. Wanneer we ons richten op quick fixes en voorbijgaan aan de pluriforme maatschappelijke realiteit, lopen we het risico dat we de plank misslaan, te grote weerstand creëren of te weinig oog te hebben voor diverse mogelijkheden tot veranderen.”

“Ik mis vooral een discussie over de wijze waarop we consumeren in onze samenleving en of we die overvloed wel normaal moeten vinden. Toen ik nog studeerde, was er niet eens een kiosk op het station. Nu wordt ieder winkeltje dat failliet gaat een eetgelegenheid. Als we met iemand afspreken, dan doen we dat op dat soort plekken.”

De transitie van wat vandaag normaal is naar wat in de toekomst normaal zou moeten zijn, maak je als samenleving niet zomaar. Dat vergt een langdurig proces. “De truc is om te begrijpen hoe je kunt versnellen, terwijl je monitort waar directe weerstand ontstaat, en waarom die weerstand er is. Als sociologen moeten we bij dit proces betrokken zijn. Omdat het voedselsysteem zoals we het hebben ingericht vooral een sociaal vraagstuk is: hoe creëren we een cultureel passend en rechtvaardig voedselsysteem en hoe verhoudt dit zich tot de drie grote vraagstukken van deze tijd: biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en het uitputten van natuurlijke hulpbronnen?”

De toekomstige transitiepuzzel

“We moeten ons iedere keer te blijven afvragen: welke puzzelstukjes hebben we, hoe verhouden ze zich tot elkaar en welke stukjes missen we nog? We hebben solide en divers georiënteerd onderzoek nodig en een open dialoog voor uiteenlopende perspectieven,” benadrukt Wertheim-Heck. “Normatieve opvattingen moeten worden gerespecteerd, want die hebben ergens een basis. Het verlangt echte interesse om een ander te willen begrijpen, maar laten we wegblijven van dogmatische ideologieën.”

“Toch de vraag of we de weg van technologisch optimisme moeten blijven volgen. Zoals ik al zei, heeft die alleen nog maar geleid tot meer consumptie. De vraag hoelang we deze weg kunnen blijven bewandelen en hoe rechtvaardig dat is tegenover mensen die niet kunnen aanhaken. In Maleisië zijn er al mensen die nooit buiten komen. Ze zitten in hun airconditioned appartement, gaan met de auto naar hun airconditioned kantoor en slikken vitamine D om het gebrek aan zonlicht te compenseren. En dat in het meest zonovergoten land ter wereld.”

Ook in het Nederlandse voedselsysteem blijven beleidsmakers kiezen voor de technologische oplossingen, ziet Wertheim-Heck. “Als sociologen moeten we daar niet alleen kritische vragen bij blijven stellen, maar ook oplossingsrichtingen aandragen. De sociale wetenschappen zijn nodig om maatschappelijke dynamieken in kaart te brengen en heersende normen ter discussie te stellen.”