Nieuws

Het belang van gerichte benaderingen voor veerkrachtige cacaoboeren

article_published_on_label
5 februari 2024

Cacaoboeren in Ivoorkust hebben te maken met grote uitdagingen, die het lastig maken om te groeien als onderneming. Tientallen jaren van investeringen hebben vooruitgang opgeleverd, maar grootschalige veerkracht van de gezinnen van cacaoboeren is uitgebleven. Bij een grote groep ligt het inkomen nog altijd onder de extreme armoedegrens zoals vastgesteld door de Wereldbank. Er zijn interventies op grotere schaal nodig om de ambities te behalen voor veerkrachtige gezinnen die genoeg verdienen om een fatsoenlijke levensstandaard te kunnen hebben.

In dit onderzoeksrapport worden de belangrijkste resultaten samengevat van een groter onderzoek van Wageningen University & Research, dat gedaan is in opdracht van Cargill. Aan de hand van data, literatuur, interviews en discussies met boeren in focusgroepen wordt in dit onderzoek nagegaan wat er nodig is om de veerkracht van cacaoboeren te verbeteren.

De focus van dit onderzoek ligt op Ivoorkust, maar er is ook gekeken of de resultaten ook relevant zijn voor andere belangrijke landen waar cacao wordt verbouwd, zoals Ghana. We hebben verschillende aspecten samen bekeken in plaats van los van elkaar, onder andere wat betreft het inkomen van boeren en hun gezin, gemeenschapsontwikkeling en boslandbouw (agroforestry). We hebben de belangrijkste veranderingen geïdentificeerd die nodig zijn om veerkracht op grote schaal te bereiken.

Gerichte aanpak nodig

Er is een gerichte aanpak nodig zodat boeren en hun gezinnen veerkrachtiger worden. Daarbij moet gekeken worden naar de behoeften van specifieke soorten cacaoboeren en hun gezin. Cacaoboeren en kwetsbare groepen moeten een stem hebben bij het opzetten van beleid en interventies, want alleen dan zullen de interventies het verwachte effect hebben omdat ze bieden wat de gezinnen nodig hebben. Informatie over deze behoeften moet worden gebruikt om op bewijs gebaseerde beleidsdoelstellingen op te stellen.

Drie belangrijke groepen cacaoboeren

Cacaoboeren in Ivoorkust zijn onder te verdelen in drie belangrijke groepen, elk met verschillende kenmerken en behoeften.

De grootste groep (62%) bestaat uit de armste gezinnen. Cacaoboeren in deze groep hebben een inkomen van 2529 dollar per jaar, een oogst van 663 kilogram per hectare en een cacao plantage van 2,54 hectare.

Dit type huishouden zou 1,6 dollar extra per persoon per dag nodig hebben om een fatsoenlijke levenstandaard te kunnen hebben. Vanwege de relatief kleine oogst profiteren deze huishoudens minder van hogere cacaoprijzen. Cacaoboeren in deze groep hebben te maken met flinke belemmeringen voor inkomensgroei en er kan niet van hen worden verwacht dat zij in hun bedrijf investeren. Interventies moeten daarom rechtstreeks gericht zijn op het verbeteren van de levensstandaard.

De kleinste groep (17%) zit qua huishoudinkomen tussen de twee andere groepen in. Het gemiddelde gezin in deze groep zou 1,2 dollar per persoon per dag meer moeten verdienen om een fatsoenlijke levenstandaard te kunnen hebben. De boeren in deze groep hebben in totaal 6 hectare grond, maar op slechts 3 hectare daarvan verbouwen ze cacao. De gezinnen in deze groep zijn vrij divers. Hiertoe behoren plantages met veel schaduw door bomen, waardoor ze beter bestand zijn tegen toekomstige klimaatverandering. Maar deze groep bevat ook plantages aan de uiterste rand van het cacaoteeltgebied in Ivoorkust, waar de cacaoteelt weinig toekomst heeft vanwege de te verwachten klimaatverandering. Die laatste groep heeft daarom ondersteuning op maat nodig.

Een kleinere groep (22%) van relatief rijke cacaoboeren benaderd een inkomen dat genoeg is voor een fatsoenlijke levensstandaard, maar gemiddeld hebben ze ook nog ongeveer 1 dollar per persoon per dag extra nodig om dit te bereiken. Deze gezinnen hebben een grote boerderij met in totaal ongeveer 6 hectare grond, waarvan op 4 hectare cacao wordt geteeld. De cacao-oogst en hun totale inkomen zijn relatief groot. Dat maakt het waarschijnlijker dat boeren uit deze groep kunnen investeren in hun bedrijf, wat relevant is voor het type interventies dat aangeboden kan worden.

Actie op sectorniveau nodig

Er zijn dus relevante interventies voor de specifieke groepen, maar daarnaast zijn er interventies en beleidsmaatregelen nodig voor alle groepen. Dit vraagt om actie op sectorniveau (nationaal en wereldwijd). Voorbeelden zijn beleidsmaatregelen voor aanbod beheer, mechanismen voor een sociaal vangnet (waaraan verschillende partijen meebetalen), creëren van werkgelegenheid buiten de landbouw en bescherming van de biodiversiteit. Partijen in de cacaosector moeten verder op zoek gaan naar effectieve manieren om te zorgen dat de cacaoboeren direct meer inkomen hebben, bijvoorbeeld door middel van uitkeringen, premies of prijsverhogingen.

Data nodig

Er zijn geharmoniseerde en betrouwbare data nodig om erachter te komen wat verschillende soorten cacaoboeren nodig hebben en daar de juiste interventies voor op te zetten. De cacaosector zou sterk profiteren van het delen van data en opgedane kennis. Om impactevaluaties van interventies te verbeteren en kennis effectief over te dragen is het nodig om een langetermijnvisie te ontwikkelen en om te investeren in het verzamelen van data. Cacaoboeren moeten een eerlijke vergoeding ontvangen voor hun deelname aan activiteiten voor dataverzameling.