Project

Add Fosfaatgehalten na mestscheiding

Mestintermediairs verzorgen de afvoer van mest van landbouwbedrijven, en ze zijn verantwoordelijk voor de afzet van deze mest. RVO en de NVWA controleren of dit volgens de regels gaat, echter als mest bewerkt wordt is nog onvoldoende betrouwbaar welke gehalten aan nutriënten in de mestproducten te verwachten zijn. 

De NVWA constateert dat er gehalten in bewerkte mest worden opgegeven die kunnen wijzen op onaannemelijke of frauduleuze praktijken. Momenteel ligt de bewijslast van fraude bij de NVWA. De NVWA zou idealiter bij onaannemelijke  gehalten in de mestproducten de bewijslast willen neerleggen bij de mestintermediair, de intermediair zal dan bewijs moeten leveren die deze gehalten verklaren, bijvoorbeeld verdere bewerking van de fracties. De NVWA heeft dan wel betrouwbaar vastgestelde boven- en ondergrenzen nodig voor fosfaat na het bewerken van mest.

In 2015-2016 is een eerste onderzoek uitgevoerd naar de maximale gehalten aan fosfaat in de dikke fractie van drijfmest gescheiden met een decanter (Melse et al., 2017 en 2020). Het startpunt van de huidige studie is dit onderzoek. Op basis van het onderzoek uit 2017/2020 is een maximaal fosfaat gehalte in de dikke fractie vastgesteld na scheiding van drijfmest door middel van een decanter. Ook is een relatie gevonden tussen het droge stof gehalte en de gehalten aan P.

Het doel van de huidige studie is om vast te stellen welke fosfaatgehaltes maximaal gevonden kunnen worden in dikke fracties die door middel van scheiding van varkensdrijfmest worden geproduceerd. Tevens wordt vastgesteld welke gehalten aan fosfaat te verwachten zijn in de dunne fractie. De focus van de huidige studie ligt op gescheiden mestfracties uitgevoerd met een decanter en een zeefbandpers. Eerst worden bestaande kennis en informatie verzameld waarna veldexperimenten uitgevoerd worden. Met de veldexperimenten worden van een aantal decanteren en zeefbandpersen de verschillende fracties (drijfmest, dikke en dunne fractie) bemonsterd en geanalyseerd. Data-analyse zal uitwijzen of er voldoende betrouwbaar een bovengrens voor P in de dikke fractie en een ondergrens voor P in de dunne fractie kan worden vastgesteld. De eindrapportage zal de controlerende instanties handvaten geven voor de handhaving.

Publicaties