Nieuws

Familie van voetafdrukken toont effecten van beleid op biodiversiteit

article_published_on_label
9 februari 2024

Naar aanleiding van het in 2019 verschenen rapport van het VN-panel voor biodiversiteit (IPBES) heeft de Nederlandse overheid de ambitie om de voetafdruk van de Nederlandse consumptie vóór 2050 te halveren. Deze doelstelling moet een bijdrage leveren aan het herstel en behoud van biodiversiteit. Wageningen Economic Research onderzoekt in het project ‘Kosteneffectief verbeteren grootte en diepte voetafdruk’ (KOEVOET) welke beleidsmaatregelen potentieel effectief zijn om de voetafdruk van de Nederlandse consumptie te halveren. Het project concentreert zich op de invloed van de Nederlandse voedselconsumptie op de voetafdruk.

Om de effecten van beleidsmaatregelen op biodiversiteit goed in beeld te brengen wordt in KOEVOET gebruik gemaakt van het Biodiversity Footprint Family Framework (BFFF), oftewel de biodiversiteitsvoetafdruk. Deze voetafdrukfamilie integreert voetafdrukindicatoren voor land, water, broeikasgassen en nutriënten (fosfaat en stikstof). Binnen KOEVOET wordt een methodologie ontwikkeld om deze biodiversiteitsvoetafdruk te berekenen. Het doel is om met deze methodologie de effecten van beleidsmaatregelen op de wereldeconomie te modelleren, waarna deze effecten worden vertaald naar een potentiële reductie van de biodiversiteitsvoetafdruk.

Eerste test met exploratief beleidsscenario

Om de kwaliteit van de methodologie te waarborgen is eerst een test uitgevoerd, waarvan de resultaten te lezen zijn in de beleidssamenvatting ‘Het verkleinen van de biodiversiteitsvoetafdruk’. De test is uitgevoerd aan de hand van een exploratief beleidsscenario. Dat bestaat uit vier maatregelen:

  1. in de EU wordt in 2050 50% minder dierlijke producten geconsumeerd
  2. in de EU is de consumentenvoorkeur voor vlees in 2050 met 30% toegenomen
  3. in de EU is consumentenvoorkeur voor goederen uit de EU met 20% toegenomen
  4. in de EU is het oppervlakte beschermd gebied in 2050 toegenomen met 4%.

Om de methodologie te valideren is het beleidsscenario vergeleken met een referentiescenario. In dit scenario zijn de verwachte veranderingen in de wereld, zoals bevolkingsgroei, gemodelleerd voor de periode van 2014 tot 2050 (conform de verwachtingen vanuit socio-economic pathways, SSP).

Beide scenario’s zijn gemodelleerd in het macro-economisch evenwichtsmodel MAGNET (Modular Applied GeNeral Equilibrium Tool). MAGNET wordt op grote schaal gebruikt om de impact van beleidop onder meer het gebied van landbouw op de wereldeconomie te simuleren.

Effect beleidsmaatregelen op productie en consumptie beperkt tot de EU

Uit deze analyse blijkt dat het referentiescenario een toename vertoont in de vraag naar dierlijke producten (zoals vlees, eieren en zuivel), wat resulteert in een verwachte toename van de productie van dierlijke producten en granen voor veevoer in de EU. Daarentegen vertoont het exploratieve beleidsscenario een afname van de vraag naar dierlijke producten in de EU, terwijl de vraag naar vis, peulvruchten, oliezaden (zoals soja, zonnebloempitten, raapzaad) en noten juist stijgt. Deze verschuiving wordt veroorzaakt door een verandering in dieetpatronen en voorkeuren voor goederen uit de EU.

Buiten de grenzen van de EU lijkt de wereldproductie- en consumptie in het beleidscenario echter niet significant te veranderen.

Vergaande maatregelen zijn niet toereikend genoeg voor halvering voetafdruk

Wat betreft de biodiversiteitsvoetafdruk, laat deze eerste test zien dat in het referentiescenario de biodiversiteitsvoetafdruk van de Nederlandse consumptie in 2050 met circa 2% is afgenomen ten opzichte van 2014. De effecten van de maatregelen genomen in het exploratieve beleidsscenario leiden tot een aanzienlijk grotere afname van de biodiversiteitsvoetafdruk, met circa 28% in 2050 ten opzichte van 2014. Deze afname wordt voornamelijk toegeschreven aan de vermindering van dierlijke productie, wat met name leidt tot een reductie van broeikasgasemissies. Niettemin vertoont de analyse een toename van de land-, water- en nutriëntenvoetafdruk.

Groeiende interesse in voetafdrukken

De belangstelling voor voetafdrukken groeit zowel in de wetenschappelijke wereld als onder beleidsmakers. Tegelijktijdig is het een onderwerp in ontwikkeling. Hetis daarom een uitdaging voor onderzoekers om complexe concepten rond voetafdrukken effectief over te brengen naar beleidsmakers. Binnen het KOEVOET-project is er daarom intensief contact met beleidsmakers van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om een continue uitwisseling van kennis en ervaringen over voetafdrukken te bevorderen. Deze interactie toont niet alleen de groeiende interesse in voetafdrukken, maar onthult ook dat er nog veel aanvullende onderzoeksvragen zijn waaraan KOEVOET in 2024 verder invulling aan zal geven. In dit kader wordt dit jaar een tweede beleidsscenario ontwikkeld, en parallel daaraan wordt de methodiek voor het meten van voetafdrukken verder verbeterd, met onder andere de toevoeging van de chemische voetafdruk.