Project

Toekomstvisie Watermuseum

Het Watermuseum in Arnhem werkt aan het vergroten van het waterbewustzijn en biedt informatie over zoetwater, waterzuivering, drinkwater en waterveiligheid. Het museum heeft de Wetenschapswinkel gevraagd om te helpen bij het ontwikkelen van haar toekomstvisie, waarin de mondiale ontwikkelingen meegenomen zijn.

Het Watermuseum is gevestigd in een oude watermolen in het Sonsbeekpark te Arnhem. In 2002 is het gebouw geschikt gemaakt als museum en in 2003 is het museum geopend. Er komen nu ongeveer 60.000 bezoekers per jaar; voornamelijk gezinnen en schoolklassen. Het museum wordt gefinancierd via kaartverkoop en sponsoring door een waterschap, een drinkwaterbedrijf en enkele private bedrijven.

Onderzoek

In dit project hebben de onderzoekers zich gericht op de antwoorden van de volgende vragen:

  • Wat is een toekomstgerichte inrichting voor het Nederlandse Watermuseum?
  • Welke vraagstukken van de toekomst kan het Watermuseum de komende jaren laten zien en welke boodschap wil het museum aan bezoekers meegeven?
  • Wat betekent dat voor het beleid en de inrichting van het museum?

Voor dit project zijn nu twee rapporten verschenen. In het eerste rapport ‘Toekomstvisie Watermuseum’ door Naomi Kroon en Judith Klostermann is een overzicht gemaakt van mogelijke onderwerpen voor het museum. Eerst is gekeken welke belangrijke trends er zijn in de maatschappij, en daarna is met het museum besproken welke daarvan het meest relevant zijn voor het museum. Drie brede thema’s zijn vervolgens verder uitgewerkt:

  • Ruimte/natuur: In Nederland is ruimte schaars maar ook mondiaal wordt steeds meer land in gebruik genomen voor voedselproductie. Toch zal er ook voldoende ruimte gereserveerd moeten worden voor water en voor natuur, en het beste kan dat in samenhang met elkaar gebeuren; dus groenblauwe ruimte. Ruimte voor de Rivier is daarvan een goed voorbeeld. In de Nederlandse veengebieden moet juist nog meer actie ondernomen worden.
  • Voedsel/landbouw: De wereldbevolking groeit en de voedselproductie ook. Daar is heel veel water voor nodig; van de water-voetafdruk van een gemiddelde Nederlander is 88% nodig voor de productie van zijn of haar voedsel. Er zijn duurzame transities nodig in de toekomst zoals minder vleesconsumptie en kringlooplandbouw.
  • Klimaatverandering: Door emissie van CO2 en andere broeikasgassen is de gemiddelde mondiale temperatuur al aan het stijgen, en de verwachting is dat dit zelfs met maatregelen kan oplopen tot een verhoging van 2-4 graden. Hierdoor smelten ijskappen, stijgt de zeespiegel en veranderen weerpatronen wereldwijd. Dit heeft ernstige effecten op de leefbaarheid voor mens, dier en plant in gebieden waar het nu al relatief heet en droog is. Ook natte extremen zullen vaker voorkomen.
Watermolen

Naast het aandacht besteden aan deze onderwerpen beveelt het rapport het Watermuseum aan om basiskennis over water aan te bieden, bijvoorbeeld over de waterkringloop, en om de bezoekers handelingsperspectief te bieden, bijvoorbeeld hoe ze zich zelf aan kunnen passen aan klimaatverandering.

Als vervolg daarop is een tweede rapport gemaakt binnen een ACT (Academic Consultancy Training) project, getiteld ‘Waterpas op de toekomst af’. Aan dit rapport is door zes studenten gewerkt. Zij hebben onderzocht hoe vergelijkbare musea in Nederland toekomstgericht proberen te blijven. Ook hebben ze medewerkers, bezoekers en vrijwilligers van het Watermuseum geïnterviewd en de huidige installaties in het museum bekeken. Hierop zijn vijf adviezen over vernieuwende watereducatie gebaseerd:

  1. Een focus in het museum op vier thema’s (mede gebaseerd op het eerste deeladvies): zoetwater, duurzaamheid, droogte en Nederland als delta.
  2. Gelaagde informatievoorziening, die geschikt is voor meer doelgroepen tegelijk;
  3. Inspelen op het Techniekpact, en scholen helpen techniekonderwijs over water aan te bieden;
  4. De vier thema’s verwerken in huidige en nieuwe installaties: concrete adviezen welke installaties goed in de nieuwe thema’s passen, hoe ze verbeterd kunnen worden en welke nieuwe installaties zouden kunnen komen;
  5. Algemene adviezen voor educatie en fysieke inrichting: bijvoorbeeld kinderen iets meegeven na afloop van het museumbezoek, en een betere pauzeplek in het museum.

Daarnaast hebben de studenten nog zeven adviezen geformuleerd voor verbeteren van het netwerk, zoals het oprichten van een ‘Vrienden van het Watermuseum’ stichting en organisatieadviezen, zoals de oprichting van een vrijwilligersraad.

Het Watermuseum was blij met de concrete adviezen van de studenten en gaat ze nu geleidelijk oppakken. Vanwege corona is het Watermuseum van maart tot en met mei dicht geweest. Vanaf 1 juni is het weer open, maar moeten bezoekers wel reserveren.