Publicaties

Bestandsoverzicht van snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem : In het IJsselmeer/Markermeer, 2022

Volwater, Joey; van Rijssel, Jacco; School, J.J.M.; Tien, N.S.H.

Samenvatting

Het beheer van de visserij op snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem in het IJssel-/Markermeer is sinds visseizoen 2014/2015 aangepast als eerste stap richting verduurzaming van deze visserij. De aanpassingen hadden als toenmalige beheerdoelstelling om verdere achteruitgang in de bestanden een halt toe te roepen. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt sindsdien aan een verdere verduurzaming van deze visserij. In 2020 is in de Regiegroep (het bestuurlijk overleg voor de uitwerking van het actieprogramma voor het IJsselmeer) een drietal beheerdoelstellingen voor 2027 afgesproken: (1) de hoogst mogelijke commerciële vangsten die duurzaam opgevist kunnen worden, waarbij wel (2) meer grote vis in het bestand aanwezig moet zijn en (3) voedselreservering moet plaatsvinden voor de potentie aan vogels. Er hebben op dit moment nog geen aanpassingen in het beheer van de staandwantvisserij plaatsgevonden om deze beheerdoelstellingen te halen, maar wel in de zegenvisserij: het aantal dagen dat met de zegen gevist mag worden is per oktober 2021 gereduceerd van zeven naar twee dagen per vergunning. De hoofdvraag van dit rapport is hoe de bestanden zich sinds de beheeraanpassingen in 2014 ontwikkelen en of deze al herstellende zijn. Vanaf 1992 vertoonden alle bestanden negatieve ontwikkelingen in de omvang van het bestand en nam het aandeel grote en oude vis af, tot in de periode 2011-2016 waarin alle vier de bestanden een dieptepunt kenden. Voor alle bestanden lijkt ook te gelden dat bij hogere leeftijdsgroepen de afname eerder en/of sterker is geweest dan bij lagere leeftijdsgroepen. Voor ‘herstel’ zullen alle bestanden in ieder geval moeten verbeteren ten opzichte van de situatie voor visseizoen 2014/2015. Sinds het aangepaste beheer laat geen van de bestanden meer een achteruitgang zien, ten opzichte van de (slechte) jaren ervoor. De meest positieve ontwikkelingen zien we bij snoekbaars: de paaibiomassa neemt consistent en sterk toe sinds het nieuwe beheer, waarbij in 2020 en 2021 de hoogste paaibiomassa’s zijn aangetroffen sinds 2002. In 2022 werden weer wat lagere waardes aangetroffen maar is het paaibestand nog steeds op een relatief hoog niveau. De sterke toename in het paaibestand is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de ontwikkelingen in het Markermeer, maar ook in het IJsselmeer worden over het algemeen hogere waardes voor het paaibestand waargenomen sinds 2015 dan in de jaren ervoor. De aanwas van 0-jarige snoekbaars was in 2017 zeer hoog, maar in de andere jaren sinds 2015 relatief laag met een dieptepunt in 2021 en een weer wat hogere waarde in 2022. Baars toont geen tekenen van verbetering: zowel het juveniele als het paaibestand is niet verbeterd sinds het nieuwe beheer, alhoewel het juveniele bestand in 2022 veruit het grootst is sinds het begin van de tijdserie. Deze hoge indexwaarde is volledig toe te schrijven aan de ontwikkelingen van het juveniele bestand in het IJsselmeer. De indexwaardes van het paaibestand voor het IJssel- en Markermeer liggen dicht bij elkaar en zijn de laatste jaren stabiel maar dus niet hoger dan voor de invoering van het nieuwe beheer in visseizoen 2014/2015. Van blankvoorn is de paaibestandsomvang consistent achteruitgegaan tot in 2016, maar lijkt in 2017-2022 zowel in het Markermeer als in het IJsselmeer iets te herstellen ten opzichte van 2013-2014. Echter, na 2017 is het paaibestand van blankvoorn in het Markermeer structureel afgenomen tot een waarde in 2022 die vergelijkbaar is met de lage waardes in 2014-2016. Het juveniele bestand laat geen verbetering zien sinds het nieuwe beheer en er zijn sindsdien geen jaren met sterke aanwas van 0-jarige blankvoorn waarbij de aanwas in 2017 en 2021 zelfs zeer slecht is. De achteruitgang van zowel het juveniele als het paaibestand van brasem tot 2007 kent een vergelijkbaar verloop in het IJssel- en Markermeer en sinds 2006 wordt vrijwel geen paairijpe brasem gevangen, met het dieptepunt in 2014 en 2015. Er zijn geen duidelijke ontwikkelingen in de indexwaardes te zien: zowel het juveniele als het paaibestand zijn niet toegenomen sinds het nieuwe beheer. Ook is de aanwas van 0-jarige brasem in 2017-2022 relatief laag. De maatregelen die genomen zijn in 2014 lijken dus geleid te hebben tot het toenmalige doel, namelijk het voorkomen van verdere verslechtering, maar van herstel van alle bestanden naar de geformuleerde doelstellingen is op dit moment nog geen sprake.