Klantverhaal
Koen Brabander van PB Techniek: "Wij willen betrokken zijn bij alle innovaties in de glastuinbouw"
De Bloemenkrant portretteert iedere maand één van de deelnemers van deze ‘Club van 100’: Wie zijn ze, waarom doen zij mee, en wat hopen zij te bereiken? In deze editie: Koen Brabander van PB Techniek.
“Wij willen betrokken zijn bij alle innovaties in de glastuinbouw”, aldus Koen Brabander. Samen met zijn broer Paul leidt hij het Westlandse bedrijf PB Techniek, de toeleverancier van elektro-, watertechniek en automatisering voor de internationale tuinbouw. Het bedrijf zei dan ook meteen ‘ja’, toen zij werd gevraagd om deel te nemen aan de Club van 100. “Volgens mij waren wij zelfs het eerste officiële lid”, herinnert Brabander zich. “Er was geen twijfel. Wij dragen de WUR een warm hart toe, het is het beste instituut op haar gebied wereldwijd en heeft een belangrijke rol als het gaat om het behouden van onze wereldwijde positie in de glastuinbouw. Als je innovatie belangrijk vindt, dan moet je bij deze club willen horen.”
Onderzoeken, adapteren
PB Techniek vindt innovatie belangrijk: “We doen veel aan research and development.” Toch heeft het bedrijf daar geen aparte afdeling voor: “Wij innoveren als het ware op projectbasis”, legt Brabander uit. “Innovatie houdt mensen scherp. Het gaat eigenlijk als vanzelf in onze projecten mee.” Dat resulteerde in bijzondere staaltjes innovatie, zoals het plaatsen van zonnecellen op buisrailwagens, meebewegende beregeningssystemen voor in de kas, en in samenwerking met Koppert Cress de ‘Cressomatic’, en speciale kas met Led-verlichting waardoor je op bijzondere plekken, bijvoorbeeld het dak van het Amstelhotel of op het cruiseschip Eurodam, verse gewassen kunt telen.
Zeker de laatste jaren investeert PB techniek overigens fors in onderzoek naar en gebruik van LED verlichting. Het deel van de contributie aan de Club van 100 die het bedrijf aan eigen onderzoek mag besteden schonk Brabander dan ook aan Lemnis, ten bate van lichtonderzoek voor de medicinale wietteelt.
“Tot nu toe zijn er geen onderzoeken binnen de club waar wij direct baat bij of speciale belangstelling voor hebben”, vindt Brabander. Een gul gebaar, maar zeker geen liefdadigheid; “de resultaten van het onderzoek komen immers ook weer bij ons terug. Dat is de kracht van de Club, en van de Nederlandse tuinbouw: communicatie. Als er iets goeds gebeurt in Nederland op ons vakgebied, dan weet iedereen dat binnen een paar weken. De adaptiesnelheid is vervolgens enorm.” Het is dan ook het algemeen belang dat telt binnen de Club: “we moeten onze gezamenlijke positie in de wereld beschermen.”
Mythbusters
PB Techniek is niet vertegenwoordigd in één van de werkgroepen, “maar we luisteren wel mee. En natuurlijk zijn we ook bereid om onze kennis bij te dragen als daar vraag naar is.” Dat er tot dusver geen onderzoeken zijn geweest die Brabander zelf ‘triggerden’, of waar direct praktisch nut uit komt, is wat hem betreft geen bezwaar: “Dat betekent niet dat de Club niet werkt. De expertise van de club staat niet ter discussie. Op dit moment houden ze zich alleen niet bezig met direct voor ons relevante gebieden.”
Niettemin heeft hij zelf ook nog wel een tip: “Wellicht kunnen we met de WUR ook eens onderzoek doen naar wat niet werkt, of waarvan men zègt dat het niet werkt. Soms zijn er ‘waarheden’ binnen ons vakgebied die al sinds decennia verkondigd worden, maar die nog nooit ècht zijn getest.” Een soort tuinbouw-mythbusters dus. Daarnaast zou Brabander graag zien dat bedrijven elkaar ook los van de Club van 100 opzoeken: “Wij zijn voor samenwerking. Ook met onze naaste concurrenten. Daar zijn we niet bang voor. Samenwerken creëert hoogst zelden een nadeel.”