Nieuws

Nieuw centrum voor onderzoek aan micro-organismen

article_published_on_label
23 februari 2024

De Wageningse microbiologen gaan een nieuw centrum oprichten op de campus: het Wageningen Microbiome Center (WMC). Initiatiefnemer Thijs Ettema: ‘We zien dat er heel veel microbiologie is in Wageningen.’

Thijs Ettema.jpg

Sinds Thijs Ettema in 2019 werd benoemd tot hoogleraar Microbiologie bij Wageningen University & Research (WUR), is hij bezig om de zichtbaarheid en samenhang van het Wageningse onderzoek naar micro-organismen te vergroten. ‘Dan zie je pas goed hoeveel microbiologie er is in Wageningen’, vertelt hij. In totaal doen zo’n twintig Wageningse onderzoeksgroepen onderzoek aan microbiomen, ofwel gemeenschappen van bacteriën, archaea, virussen, schimmels, micro-algen of combinaties van deze micro-organismen en eencelligen.

Veel verschillende onderwerpen

Het microbieel onderzoek is verspreid over vier kenniseenheden. Onderzoekers bij de Agrotechnology and Food Sciences Group werken bijvoorbeeld aan cultures van micro-organismen voor de productie van voedsel en waardevolle biomoleculen, en maken gebruik van micro-organismen om water te zuiveren en energie te produceren. Andere groepen, van onder andere Wageningen Food Safety Research, bestuderen microbiële ziekteverwekkers en andere microben in relatie tot de veiligheid en kwaliteit van voedsel.

Onderzoekers in de Plant Sciences Group en Animal Sciences Group kijken onder andere naar micro-organismen in gewassen, de visteelt en veehouderij. En de microbiomen in de bodem worden onderzocht bij de Environmental Sciences Group van WUR en het Nederlands Instituut voor Ecologie, NIOO-KNAW, die ook deelneemt aan het Wageningen Microbiome Center.

Microbioloog Hauke Smidt, die samen met Ettema initiatiefnemer is van het WMC, wijst ook op het belang van de sociale wetenschappen in het nieuwe centrum. ‘We hopen dat ook de sociale wetenschappen aanhaken. Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe microbioom-gerelateerde producten. Neem bijvoorbeeld de probiotica, capsules of drankjes met ‘gezonde bacteriën’, maar ook microbiële producten die de gezondheid van dieren en planten bevorderen. Daar wordt veel van verwacht, wellicht niet altijd terecht. In deze context zijn economisch en consumentenonderzoek ook belangrijk. Maar je kunt ook denken aan onderzoek naar de invloed van gmo’s op microbiomen in het milieu; ook daar zijn sociaal-wetenschappers bij nodig.’

Unieke positie

Door die enorme breedte aan microbieel onderzoek kan Wageningen een unieke positie innemen, denkt Ettema. ‘Er zijn al veel microbioomcentra opgezet in Nederland en elders, maar die richten zich meestal op patiënten en humane gezondheid, dus het microbioom in ons lichaam. Dat onderzoeken wij ook in onze groep, maar het WMC is veel breder. Micro-organismen spelen in Wageningen ook een rol bij thema’s als gezonde voeding, klimaat, biodiversiteit, gezondheid van dieren en planten en circulaire economie.’

Nieuw gebouw

Een deel van de Wageningse groepen gaan niet alleen samenwerken, maar ook samenwonen. Er komt een nieuw gebouw op de Wageningen Campus dat eind 2025, begin 2026 gereed moet zijn. Dit gebouw gaat onderdak bieden aan vijf leerstoelgroepen van Wageningen University, een onderzoeksgroep van Wageningen Research en UNLOCK. UNLOCK is de nationale infrastructuur voor onderzoek aan microbiële gemeenschappen, gefinancierd door NWO, waarin WUR samenwerkt met de TU Delft. Dit programma, gecoördineerd door WUR-hoogleraar Hauke Smidt, regelt onder andere hoe de deelnemende groepen de onderzoekfaciliteiten zo laagdrempelig mogelijk delen met andere gebruikers.

Nieuwe initiatieven

Smidt en Ettema voeren momenteel gesprekken over onderzoeksamenwerking in een denktank, met daarin een afvaardiging van alle microbiële groepen. Ettema: ‘Aangezien veel groepen niet fysiek in het centrum komen, moeten we nadenken over de vorm van samenwerking. In elk geval willen we van elkaars onderzoek op de hoogte zijn. Vervolgens willen we kijken hoe we kunnen samenwerken om de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren.’

Welke gezamenlijke projecten zijn er denkbaar? Smidt denkt bijvoorbeeld aan circulaire voedselsystemen. ‘We willen kringlopen sluiten in de akkerbouw en de veehouderij, met onder andere valorisatie van gewasresten en mestverwerking. Dat heeft mogelijk effecten op de gezondheid van mens, dier, plant en milieu. Steeds spelen micro-organismen een rol bij het sluiten van kringlopen. Daar kunnen we veel winnen door de kennis van de microbiologie-groepen te bundelen.’