Wereldwijde gezondheid uitgelegd

Gezondheid kent geen eenvoudige definitie, omdat ze ontstaat uit de samenhang tussen mensen, dieren, planten en ecosystemen. Op deze pagina lees je hoe gezondheid wereldwijd wordt beïnvloed, waarom het zo lastig te vangen is in één begrip en waarom gezondheid nooit los te zien is van voedsel, leefomgeving en de manier waarop we ons ecosysteem gebruiken.
3 vragen over wereldwijde gezondheid

Wat is gezondheid?
Er is geen eenduidige definitie voor gezondheid. De meeste mensen denken bij gezondheid vooral aan de afwezigheid van ziekte. Maar zelfs als je het op die manier bekijkt, betekent het niet overal hetzelfde. Welvarende landen richten zich meer op het voorkomen van chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten of diabetes. In lage-inkomenslanden ligt de nadruk bijvoorbeeld vaker op infectieziekten.
Gezondheid hangt ook niet alleen af van medische zorg. Bij WUR kijken we naar de oplossingen voor gezondheidsproblemen maar ook naar de voorwaarden voor lichamelijk, mentaal en sociaal welzijn. We doen onderzoek naar gezonde voeding, schoon water en schone lucht, en ook naar de leefstijl van mensen, de overdracht van zoönosen, de effecten van luchtvervuiling en de impact van antibioticaresistentie. We bekijken gezondheid in die breedte: van het gedrag van consumenten tot de inrichting van landbouw- en voedselsystemen.

Hoe benadert WUR gezondheid?
Bij Wageningen University & Research kijken we naar gezondheid als één geheel. De gezondheid van mensen, dieren, planten en ecosystemen is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het voedselsysteem – hoe we voedsel produceren, verwerken, verhandelen en consumeren – is daarin een centrale schakel.
Voeding is namelijk erg bepalend voor de gezondheid van de mens: in veel delen van de wereld eten mensen te veel, te weinig, of niet gezond genoeg. Tegelijk zijn we om voedsel te verbouwen afhankelijk van gezonde ecosystemen. Die zorgen namelijk voor veel van de voorwaarden voor effectieve, duurzame landbouw, zoals een gezonde bodem, schoon water en bestuivende insecten. Via het voedselsysteem staat de mens bovendien in contact met allerlei ander leven, van gewassen en vee tot wilde dieren en insecten.
Dat systeem staat onder druk, paradoxaal genoeg juist door de manier waarop de mens het huidige voedselsysteem heeft ingericht. Een groeiende vraag naar voedsel voor de groeiende wereldbevolking, klimaatverandering, achteruitgang in biodiversiteit, vervuiling, en andere wereldwijde ontwikkelingen veranderen de spelregels voor onze agrosystemen én beïnvloeden de gezondheid van planten, dieren en ecosystemen. En als ander leven op aarde lijdt, lijden mensen mee. Onder ongezonde dieren verspreiden infectieziektes zich bijvoorbeeld sneller, en op plaatsen waar wilde dieren, vee en mensen elkaar ontmoeten, kan zo’n ziekte overspringen. We kunnen ons niet van het leven op aarde isoleren.
“We kunnen ons niet van het leven op aarde isoleren.”
De verbinding tussen de gezondheid van mensen, dieren, planten en ecosystemen staat centraal in de Global One Health benadering van gezondheid. Dit is een van de benaderingen die WUR hanteert. Onze onderzoekers kijken verder dan hun eigen vakgebied: experts op het gebied van volksgezondheid werken samen met specialisten in de diergezondheid, ecologie, en voedselveiligheid. Samen werken ze toe naar een beter begrip van de wisselwerkingen tussen de gezondheid van mensen, dieren, planten en onze omgeving.
Daarnaast werkt WUR vanuit een Global Health-perspectief. Binnen deze benadering ligt de nadruk op het complex aan factoren dat invloed heeft op de menselijke gezondheid. WUR onderzoekt de effecten van leefstijl, voeding, leefomgeving, en sociale en economische omstandigheden op onze gezondheid. Daarbij ligt de nadruk op preventie; het voorkomen van chronische ziekten en acute ziekten veroorzaakt door bacteriën, schimmels en virussen. Ook werken we aan verbetering van kwaliteit van leven van wie oud en ziek is - gelijke kansen op een gezond leven voor iedereen, en veerkrachtige voedselsystemen, die zorgen voor voldoende gezonde, duurzame en veilige voeding, maar ook minder kwetsbaar zijn voor verstoringen.

Wat zijn de grote gezondheidsuitdagingen?
Dankzij verbeteringen in de gezondheidszorg, voedselvoorziening en infectieziekten bestrijding leven mensen steeds langer: van gemiddeld 73 jaar in 2023 naar gemiddeld 78 jaar in 2050. Maar veel mensen brengen een groter deel van hun leven door met ziekte of beperkingen.
Ondervoeding en overgewicht
Een belangrijk knelpunt is de toename van ondervoeding én overgewicht, en de ‘dubbele last’ daarvan. Ongeveer 148 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar zijn ondervoed. Ondervoeding is een belangrijke risicofactor voor gezondheidsproblemen als groeiachterstand en bloedarmoede. Daarnaast hebben meer dan 2,5 miljard volwassenen overgewicht, en nemen de aantallen bij kinderen en jongeren van 5–19 jaar sterk toe. Overgewicht wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten en diabetes, en ook met 13 vormen van kanker, lever- en nieraandoeningen, en depressie. Ruim 70% van alle sterfgevallen wereldwijd hangt samen met deze aandoeningen.
We eten te veel suiker, zout en verzadigde vetten, te weinig groente, fruit, volkorenproducten en vezels. Daarnaast gebruiken we alcohol en tabak, en bewegen we te weinig. Bovendien brengen we ons dagelijks leven door in een omgeving die ongezonde voedingskeuzes bevordert, wat gezond leven extra moeilijk maakt.
Van de mensen met overgewicht is een deel tegelijkertijd ondervoed. Dat komt door slechte eetgewoonten waardoor ze wel veel calorieën binnenkrijgen, maar te weinig belangrijke voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen. Ondervoeding is dus niet altijd aan de buitenkant te zien. Investeren in preventieve gezondheid, van gepersonaliseerd voedingsadvies tot interventies in de voedselomgeving, is daarom van groot belang. Zo ontstaat ruimte voor een gezonder leven en lagere druk op de zorgstelsels.
Daarbij is het ook belangrijk om oog te hebben voor ongelijkheid in gezondheid. De gezondheidsverschillen zijn immers groot, zowel binnen landen als tussen rijke en lage inkomenslanden. Mensen met een lagere opleiding, inkomen of beperkte toegang tot zorg, schoon water en hygiëne leven vaker korter en ongezonder. Oorlog, armoede en gedwongen migratie vergroten de risico’s op ondervoeding, infectieziekten en mentale problemen. Klimaatverandering en milieuvervuiling, waaronder luchtverontreiniging, jaarlijks verantwoordelijk voor rond de 7 miljoen doden, zetten de gezondheid wereldwijd verder onder druk.
Voedselveiligheid
Voedselveiligheid is een voortdurende uitdaging voor de volksgezondheid. Voedsel kan besmet raken met schadelijke micro-organismen (zoals bacteriën, virussen of parasieten) of met chemische stoffen. Denk bijvoorbeeld aan een salmonella-uitbraak door besmette eieren, of aan giftige schimmelstoffen (mycotoxinen) in granen. Door de geglobaliseerde voedselketen kunnen zulke gevaren zich razendsnel verspreiden en veel mensen treffen. Dat is te voorkomen door voedselverontreinigingen vroegtijdig op te sporen en veiligere productiemethoden te ontwikkelen. Zo zorgen we ervoor dat wat op ons bord komt veilig is, waar ter wereld het ook geproduceerd wordt.
Zoönosen
Een zoönose is een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan. COVID-19 is zo’n ziekte. Een ander bekend voorbeeld is het ebolavirus. Dit virus kan van vleermuizen en apen overgaan op mensen. Een zoönose kan ook een bacterie zijn, zoals in het geval van hazenpest. Mensen die met een zieke haas in contact komen, kunnen zelf ook door die bacterie worden geïnfecteerd. Wereldwijd zijn er zo’n 150 zoönosen bekend, zoals tuberculose, hondsdolheid en hepatitis E. Ongeveer 60% van de opkomende infectieziekten bij mensen komt van dieren, waarvan circa 70% uit wilde dieren.
Deze ziekten ontstaan niet zomaar. Wilde dieren, ziekteverwekkers, vee en mensen komen steeds meer met elkaar in aanraking. Die ontmoetingen worden meestal veroorzaakt door menselijke verstoringen van het natuurlijke systeem, zoals ontbossing, intensieve landbouw en klimaatverandering. Habitats van wilde dieren kunnen bijvoorbeeld krimpen door houtkap ten gunste van landbouw of andere menselijke activiteit. Dat kan veel stress veroorzaken bij dieren en maakt ze kwetsbaarder voor ziektes. Tegelijkertijd leven ze steeds dichter bij mensen, waardoor de kans groter wordt dat ziekten overspringen.
Ook vector-overdraagbare ziekten, die via insecten zoals muggen en teken worden verspreid, vormen een groeiende dreiging. Ook op dit gebied is klimaatverandering een invloedrijke factor. Als het in Nederland warmer wordt, kunnen ziektes die nu vooral in het zuidelijk halfrond voorkomen, mogelijk ook hier een probleem worden. Het Westnijlvirus, dat via muggen op paarden en mensen over kan gaan, heeft de sprong naar Nederland al gemaakt.
“Veel mensen brengen een groter deel van hun leven door met ziekte of beperkingen.”
Antibioticaresistentie
Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of hun groei remmen. Wanneer we ze veelvuldig inzetten bij vee, kan dat gezondheidsrisico’s opleveren voor zowel dier als mens. Bacteriën kunnen ongevoelig worden voor een behandeling: ze worden resistent. Die resistentie kan zich vervolgens verspreiden, waardoor infecties moeilijker te behandelen zijn. Zelfs mensen die nog nooit een antibioticakuur hebben gevolgd kunnen te maken krijgen met een resistente bacterie – dat zien we steeds vaker. WUR monitort resistentie bij dieren en in dierlijke producten zodat we op tijd in kunnen grijpen.
Een bijzonder punt van zorg zijn bacteriën met resistente plasmiden. Dat zijn genetische elementen, stukjes DNA, die makkelijk uitgewisseld kunnen worden tussen bacteriën. Omdat bacteriën meerdere van dit soort elementen kunnen verzamelen, kan dit leiden tot ‘multidrug-resistant bacteria’: bacteriën die tegen meerdere middelen bestand zijn. Grootschalig gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren versterkt de selectie van dit soort bacteriën en vergroot het risico dat ze via dierlijke voedingsmiddelen bij mensen terechtkomen. Daarom is het belangrijk om het antibioticagebruik bij dieren drastisch te verlagen.
Druk op ecoystemen
De gezondheid van ecosystemen is in gevaar door menselijke activiteiten. Industrie, landbouw, verstedelijking en verkeer zorgen via pesticiden-gebruik, overbemesting, stikstofuitstoot, habitatvernietiging, grondwateronttrekking en vervuiling voor verlies aan soortenrijkdom en genetische variatie. Landbouw speelt daarin een sleutelrol: die veroorzaakt wereldwijd het meeste biodiversiteitsverlies en draagt ook sterk bij aan ontbossing, verlies van zoetwaterbiodiversiteit en broeikasgasuitstoot. Tegelijkertijd verzwakken droogte, bodemuitputting en het verdwijnen van bestuivende insecten de stabiliteit van oogsten.
Pesticiden verstoren het bodemleven en schaden insecten en vogels. Een overschot aan stikstof, vermindert de diversiteit aan planten en dieren in het rivieren en wateren. Op zee zijn visserij, zandwinning, scheepvaart, klimaatverandering en exotische soorten bepalend. Op het land vormen, in Nederland tenminste, stikstofneerslag en verdroging grote bedreigingen. Klimaatverandering versterkt al deze drukfactoren en vergroot het risico op uitsterven van soorten. Omdat de factoren elkaar onderling versterken, is een forse en blijvende vermindering van menselijke druk noodzakelijk om ecosystemen te herstellen.
