Project

Ondernemerschapsonderwijs op het MBO, HBO en WO in regio’s Utrecht en Wageningen

Om nieuwe werkgelegenheid te stimuleren, maatschappelijke kwesties aan te pakken en economische groei te bewerkstellingen heeft RVO als doel om een meer ondernemende beroepsbevolking in Nederland te creëren (RVO, 2020).

Ondernemerschapsonderwijs speelt hierbij een grote rol. Deze vorm van onderwijs heeft zowel de taak om studenten op alle onderwijsniveaus kennis en vaardigheden rond ondernemerschap bij te brengen, als ook het inspireren en enthousiasmeren van studenten voor ondernemerschap als toekomstperspectief (RVO, 2020). Er is weinig systematisch in kaart gebracht in hoeverre diverse vormen van ondernemerschapsonderwijs in samenwerking met partners uit het ondernemerschapsecosysteem worden toegepast op verschillende onderwijsniveaus en regio’s in Nederland. Dit onderzoek inventariseert in welke mate verschillende vormen van ondernemerschapsonderwijs in het MBO, HBO en WO in de regio Utrecht en Wageningen aanwezig zijn. Tevens illustreert het rapport verschillende samenwerkingen met het ecosysteem. Doel van het onderzoek is dan ook om inzicht te bieden in de verschillende verschijningsvormen van ondernemerschapsonderwijs in relatie tot het ondernemende ecosysteem.

Het onderzoek is gefinancierd door het O2Lab: Ondernemerschap en Onderwijs; en Ondernemerschap en Ondernemendheid. Het O2Lab zet zich in voor meer, toegankelijker en beter ondernemerschap in het onderwijs (zie website). De Wageningen Universiteit (met betrokkenheid van Yvette Baggen, Mees Keukens en Robin Manders) en de Universiteit Utrecht (met betrokkenheid van Frank van Rijnsoever en Jelle de Swart (inmiddels werkzaam voor de WUR)) hebben samengewerkt in de voorbereiding en uitvoering van het onderzoek.

Het onderzoek combineert beschrijvingen van onderwijs op de verschillende niveaus, met kwantitatieve gegevens over studentenaantallen, en interviews met onderwijsinstellingen en ecosysteemactoren. De volgende vragen stonden centraal:

  • Bij welke opleidingen in de regio komen studenten potentieel in aanraking met ondernemerschapsonderwijs?
  • Hoe ziet dit ondernemerschapsonderwijs er vervolgens uit?
  • Hoe is het onderwijs ingebed in het regionale ondernemerschapsecosysteem?

Uit de gesprekken met de opleidingen komt naar voren dat er verschillen zijn tussen hoe tegen ondernemerschap wordt aangekeken op de verschillende onderwijsniveaus. Op het MBO worden veel ondernemers opgeleid in specifieke ondernemerschapsvaardigheden omdat dit voor de beroepspraktijk het belangrijkste is. Op het WO worden studenten vaak in de basis opgeleid tot onderzoeker, waar maatschappelijke impact, innovatie en economische groei of mindsetontwikkeling belangrijk zijn om ondernemerschapsonderwijs aan te bieden. Het ondernemerschapsonderwijs heeft daardoor een andere vorm dan op het MBO. Het HBO zit tussen de twee andere niveaus in: soms is de focus meer maatschappelijk en soms meer op bedrijfsontwikkeling gericht. Er is dan ook een intern debat gaande over de rol van ondernemerschap in de verschillende opleidingen.

In het rapport onderscheiden we vier vormen van ondernemerschapsonderwijs: beroepsgericht, impactgericht, groeigericht en mindsetgericht. Afhankelijk van het doel van ondernemerschapsonderwijs, is één van deze varianten het meest passend, en ziet de samenwerking met het ecosysteem er anders uit. Niet alleen tussen, maar ook binnen kennisinstellingen herkennen we verschillende vormen van ondernemerschapsonderwijs. We pleiten in het rapport daarom voor een verrijking van het vocabulaire rondom ondernemerschap aan de hand van de uitkomsten van deze studie, met als doel een eenduidige boodschap over de inhoud, vorm en betekenis van ondernemerschapsonderwijs te bereiken.

In het bijgevoegde rapport worden eerst de belangrijkste concepten besproken: ondernemerschap, ondernemerschapsonderwijs en -ecosystemen, waarna wordt ingegaan op de gebruikte onderzoeksmethode. Hierna volgen de resultaten voor Utrecht en Wageningen, om af te sluiten met een aantal overkoepelende conclusies en aanbevelingen met oog voor regionale verschillen.

RVO O2lab rapport Utrecht-Wageningen

Betrokken bij dit project:
Jelle de Swart (WUR), Mees Keukens (student WUR), Robin Manders (student WUR), Yvette Baggen (WUR), Frank van Rijnsoever (UU)