Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen biedt veel informatie over de melkveehouderij

Onlangs is de achtste editie van de Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen verschenen. Dit boekje bevat veel informatie over de melkveehouderij en zuivelverwerking, specifiek over duurzaamheidthema’s. Dit artikel bevat een overzicht van de indicatoren die gemonitord worden en een kleine selectie van de resultaten.

De indicatoren zijn onderverdeeld in 4 thema’s. Dit zijn: energie en klimaat; diergezondheid en dierenwelzijn; weidegang; en biodiversiteit en milieu.

Energie en klimaat

Binnen dit thema wordt gekeken naar indicatoren voor broeikasgasemissie uit de zuivelketen, energie-efficiëntie (bijvoorbeeld primair brandstofverbruik per 1.000 kg melk) en de productie van duurzame energie. De broeikasgasemissie per kg meetmelk is in 2018 verder gedaald (naar 1.195 gram CO2-equivalenten per kg meetmelk). De hogere melkproductie per koe en de lagere jongveebezetting zijn hiervoor belangrijke oorzaken. De spreiding in de uitstoot per kg meetmelk is groot. In 2018 had 90% van de bedrijven een uitstoot tussen de 1.005 en 1.550 gram CO2-equivalenten per kg meetmelk (figuur 1).

 Figuur 1 (klik om vergroting te zien): Spreiding in product carbon footprint in gram CO2-eq. per kg afgeleverde meetmelk, 2008-2018. Bron: Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research.
Figuur 1 (klik om vergroting te zien): Spreiding in product carbon footprint in gram CO2-eq. per kg afgeleverde meetmelk, 2008-2018. Bron: Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research.

Diergezondheid en dierenwelzijn

Voor diergezondheid wordt gekeken naar indicatoren voor verantwoord antibioticagebruik (bijvoorbeeld het aandeel bedrijven onder de SDa-actiewaarde en antibioticagebruik) en levensduur (bijvoorbeeld de leeftijd bij afvoer melkkoeien). Omdat er voor dierenwelzijn nog geen indicatoren beschikbaar zijn, wordt er een monitoringssystematiek ontwikkeld.

De SDa-actiewaarde is een limiet in het antibioticagebruik per dier waarboven bedrijven direct maatregelen moeten treffen om het gebruik snel te verlagen. Slechts 0,2% van de melkveebedrijven zat in 2018 boven deze waarde. De gemiddelde leeftijd bij afvoer van melkkoeien bedroeg in 2018 5 jaar, 6 maanden en 20 dagen. Dit is lager dan in 2017. De invoering van het fosfaatrechtenstelsel heeft hier een sterke invloed op gehad. In 2018 zijn meer dan in een gemiddeld jaar melkkoeien afgevoerd van het bedrijf.

Weidegang

Binnen dit thema wordt gekeken naar het aandeel bedrijven met een vorm van weidegang. Dit aandeel is in 2018 gestegen naar 82%, waarmee het doel (minimaal 81,2%) is bereikt. Ook het aandeel bedrijven met volledige weidegang (gedefinieerd als ten minste 120 dagen met minimaal 6 uur per dag of minimaal 720 uur verdeeld over minimaal 120 dagen per jaar) is in 2018 hoger dan in 2012 (74,8% respectievelijk 73,6%).

Biodiversiteit en milieu

De indicatoren voor het onderwerp milieu zijn gericht op verantwoorde soja (aandeel duurzame soja) en mineralen (fosfaatexcretie van de melkveestapel en ammoniakemissie van de melkveestapel). Voor biodiversiteit zijn nog geen indicatoren beschikbaar en wordt een monitoringssystematiek ontwikkeld.

Vanaf 2015 zijn veevoerbedrijven verplicht om verantwoorde sojaproductie-certificaten aan te schaffen voor de hoeveelheid soja die zij verwerken in melkveevoeders. Of veevoerbedrijven voldoen aan de afgesproken criteria wordt gecontroleerd via externe audits. Het aandeel verantwoorde soja is daarom vanaf 2015 100%.

De fosfaatexcretie van de Nederlandse melkveestapel in miljoen kg P2O5 betreft de totale hoeveelheid fosfaat die door melk- en kalfkoeien, vrouwelijk fokjongvee en fokstieren wordt uitgescheiden. De fosfaatexcretie van de Nederlandse melkveestapel wordt gemonitord door de Werkgroep Uniformering berekening Mest- en Mineralencijfers (WUM). Deze werkgroep stelt jaarlijks de mestproductie en mineralenuitscheiding per diercategorie vast. Op basis van het aantal dieren in de Landbouwtelling en de berekende gemiddelde excretie per dier wordt de landelijke mineralenuitscheiding berekend. Na een overschrijding van het fosfaatexcretieplafond voor melk- en fokvee in 2014-2017 was in 2018 de excretie lager dan het gestelde sectorplafond. De benutting van fosfaat door melk- en fokvee steeg in 2018 naar 33% (figuur 2).

Figuur 2(klik om vergroting te zien): Fosfaatexcretie totale veestapel in relatie tot EU-productieplafond, fosfaatexcretie Nederlandse melk- en fokveestapel in relatie tot excretieplafond melk- en fokvee en fosfaatbenutting melk- en fokveestapel. Bron: CBS/WUM (2019), bewerkt door Wageningen Economic Research.
Figuur 2(klik om vergroting te zien): Fosfaatexcretie totale veestapel in relatie tot EU-productieplafond, fosfaatexcretie Nederlandse melk- en fokveestapel in relatie tot excretieplafond melk- en fokvee en fosfaatbenutting melk- en fokveestapel. Bron: CBS/WUM (2019), bewerkt door Wageningen Economic Research.

Over het onderzoek

Via het initiatief Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen en melkveehouders gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector. De Duurzame Zuivelketen heeft doelen geformuleerd op het gebied van klimaatneutraal ontwikkelen, het continu verbeteren van de diergezondheid en dierenwelzijn, behoud van weidegang en behoud van biodiversiteit en milieu. Jaarlijks wordt verslag gedaan van de voortgang op deze doelen.

De sectorrapportage Duurzame Zuivelketen wordt uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van de Duurzame Zuivelketen en gefinancierd door ZuivelNL en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in het kader van de PPS Duurzame Zuivelketen, onderdeel van topsector Agri&Food.


Marga Hoogeveen (Wageningen Economic Research)