Ga naar de inhoud

CGN-vlascollectie

De collectie

In het kort
  • 1000 accessies
  • Vezelvlas
  • Olievlas

De vlascollectie van het CGN is met ongeveer 1000 accessies is een van de grotere collecties van vlas in de wereld. De collectie bevat vezelvlas en olievlas. De vlascollectie is in het begin van de 20ste eeuw opgezet door het Instituut voor Plantenveredeling (IVP) van Wageningen University & Research.

Later werd het een werkcollectie van de voormalige Stichting voor Plantenveredeling (SVP) in Wageningen, die tussen 1948 en 1996 is gebruikt voor onderzoeksprogramma’s op het gebied van vlasveredeling. De collectie werd met name gebruikt voor de veredeling van resistentie tegen vlasbrand (Pythium megalacanthum), Fusarium-verwelkingsziekte en vlasroest (Melampsora lini). Er is ook materiaal van de collectie gebruikt voor verbetering van het vezelgehalte. De collectie is in 1995 op verzoek van vier Nederlandse veredelingsbedrijven door CGN overgenomen (Van Soest, 1998) en is sindsdien een vaste collectie.

Samenstelling

De collectie bevat vezelvlas en lijnzaad, waarbij er net iets meer vezelvlas vertegenwoordigd is. Er zijn ook enkele accessies van wild materiaal. De collectie bestaat uit landrassen, cultivars en onderzoeksmateriaal. Een aanzienlijk deel van de collectie is van Europese oorsprong, en er zitten accessies uit de VS, Canada, Australië, Turkije, Japan en verschillende landen uit Noord-Afrika in de collectie (Van Soest 1998).

Regeneratie

Regeneratie vindt plaats op het veld op een plot van 2m2 met een dichtheid van 1000 zaden per m2. De veldjes worden met een zaaimachine gezaaid in rijtjes met een onderlinge afstand van 9cm. Tijdens de groei moet met regelmaat onkruid bestreden worden. Tijdens de bloei worden planten met een afwijkende lengte of bloemkleur verwijderd. Het gewas moet na de bloei, wanneer het zaad aan het rijpen is, beschermd worden tegen vogels. Het oogsten gebeurt in bundels zodra de zaadbollen bruin en droog zijn. De bundels worden in zakken gedaan en gedroogd en vervolgens gedorst. De wilde accessies worden in de kas gezaaid en vervolgens in potten verspeend. De teelt kan vervolgens binnen in een koude afdeling of buiten voortgezet worden. Omdat de zaadbollen van wilde soorten open springen zodra het zaad rijp is moet er meerdere malen geoogst worden, waarbij telkens de meest rijpe bollen geoogst worden. In het geval van een slechte zaadoogst kunnen planten van de meerjarige soort Linum bienne overwinteren in de kas en kan er nog een keer geoogst worden in een tweede teeltseizoen.

Vlas core collection

Van 1998 tot 2001 is een core collection van 83 accessies opgezet en daarna is het aantal accessies door de jaren heen nog verminderd. Van de core collection zijn door CGN en ATO (Instituut voor Agro Technologisch Onderzoek, Wageningen) 52 accessies geëvalueerd op vezelgehalte, zowel doorwarm roten als groen ontschorsenmethoden (Oever et al. 2003). Deze gegevens kunnen worden gedownload en doorzocht op de website van CGN.

Genenbank plantaardige bronnen

Bekijk de database of dien een aanvraag voor genetisch materiaal in.

Heeft u een vraag?

Stel uw vraag over de vlascollectie aan onze curator.

HWW (Wouter) Groenink

DLO HBO Onderzoeker