Centrum voor Economische Informatievoorziening

WOT Economische Informatievoorziening (WOT-EI) verzorgt de verzameling van gegevens over Nederlandse landbouw, visserij en bosbouw, ten behoeve van het Europese Farm Sustainability Data Network (FSDN).
Alle relevante KennisOnline economische informatievoorziening-projecten zijn op Research@WUR samengebracht in één overzicht.
Boeren, tuinders, vissers en bosbeheerders zijn belangrijk voor Nederland. Ze zorgen voor gezond voedsel, zoals melk, vlees, vis, groente en fruit. Ook verdienen veel mensen hun geld in de productie en verwerking van voedsel en zorgt deze sector voor veel handel met andere landen. Maar wat boeren, tuinders vissers en bosbeheerders doen, heeft ook invloed op de natuur, het klimaat en de dieren. Denk bijvoorbeeld aan de uitstoot van broeikasgassen of stikstof, het gebruik van grond en water, en hoe dieren worden gehouden.
Omdat de landbouw op veel zaken invloed heeft, is het belangrijk om plannen en keuzes goed af te wegen. Zo kan een sterke en duurzame landbouwsector ontstaan die goed kan blijven meedoen op de markt. Veel besluiten over landbouw en visserij worden genomen op Europees niveau. Door het grote landbouwbudget van de EU is het nodig om beschikbare middelen slim en effectief in te zetten om sectoren optimaal te ondersteunen en maatschappelijke doelen te bereiken.
Op Europees niveau zijn er afspraken die landen verplichten om gegevens te verzamelen, op te slaan en beschikbaar te maken over de landbouw, visserij en bosbouw. Deze gegevens worden gebruikt om Europese besluiten te onderbouwen en te toetsen. WOT Economische Informatievoorziening verzorgt de verzameling van gegevens over verschillende sectoren.
Wat doet WOT Economische Informatievoorziening
De WOT Economische Informatievoorziening verzamelt data rond onderwerpen zoals:
- economie van diverse landbouwsectoren in relatie tot andere duurzaamheidsprestaties rond milieu, innovatie, en diergeneesmiddelenverbruik;
- de economie van diverse visserijsectoren;
- de economie van particuliere bosbeheerders;
- marktprijzen van agrarische productiemiddelen en agrarische producten;
- waardetabellen van dieren;
- agrarische buitenlandse handel;
- voorzieningsbalansen.
Deze data worden vastgelegd en beheerd en worden opgeleverd aan nationale en internationale organisaties zoals: DG-AGRI, DG-MARE, EUROSTAT, RIVM, PBL, CBS, FAO, OECD en ICCO.
Continue ontwikkelingen WOT Economische Informatievoorziening
Er zijn grote veranderingen in de Europese wetgeving die doorwerken op de gegevens die worden verzameld. Naast informatie over de Economische prestaties van bedrijven is er steeds meer behoefte aan informatie over duurzaamheidsprestaties. De WOT EI past haar dataverzameling aan om aan deze nieuwe behoeften te voldoen.
In de agrarische sectoren wordt veel informatie uitgewisseld met andere ketenpartijen en overheidsorganisaties. Traditioneel vond er veel uitwisseling op papier plaats. Deze papieren informatiestromen worden steeds meer vervangen door digitale stromen. Dit biedt mogelijkheden om de efficiency van de dataverzameling te verhogen en de actualiteit van gegevens te vergroten. WOT EI experimenteert met het gebruik van kunstmatige intelligentie en large language models in de verzameling en verwerking van gegevens.
Een ontwikkeling die binnen sectoren plaatsvindt, is dat bedrijven steeds groter en complexer worden, met name ook in financieel juridische zin. Dit brengt uitdagingen mee in het verzamelen van gegevens maar ook in het kunnen bieden van toegevoegde waarde om bedrijven te overtuigen om gegevens te delen. De WOT EI ontwikkelt nieuwe visualisatie tools en benchmarking services om de toegevoegde waarde van informatie voor deelnemers te vergroten.
Onze expertisegebieden
Land- en tuinbouw
Het Bedrijveninformatienet Land- en Tuinbouw is een panel van 1500 bedrijven. De bedrijven worden zodanig geselecteerd dat ze gezamenlijk de gehele land- en tuinbouw representeren (met uitzondering van de hele kleine bedrijven).
Doel
Het Bedrijveninformatienet maakt deel uit van het Europese Farm Sustainability Data Network waarin 80.000 boeren en tuinders deelnemen. Door het verzamelen van gedetailleerde data over de structuur van bedrijven, de gehanteerde productiemethoden, en de economische en duurzaamheidsprestaties is het mogelijk om beleid te ontwikkelen rekening houdend met de situatie in de praktijk. Hiermee ondersteunt de gegevensverzameling de ontwikkeling van een concurrerende duurzame agrarische sector.
Boeren en tuinders krijgen inzicht in hun eigen economische en duurzaamheidsprestaties. Deelnemers krijgen elk jaar een financieel economische rapportage van de ontwikkeling van hun bedrijf en krijgen de mogelijkheid om hun resultaten te benchmarken met soortgelijke bedrijven. De rapportages kunnen worden gebruikt in het nemen van (strategische) bedrijfsbeslissingen en in gesprekken met adviseurs.
De vertrouwelijke omgang met de gegevens is gegarandeerd. Resultaten worden alleen op groepsniveau (vuistregel minimaal tien bedrijven) gepubliceerd.
Toepassingen:
Het Bedrijveninformatienet wordt regelmatig gebruikt bij beleidsevaluaties. Enkele aansprekende voorbeelden zijn:
- Actuele inkomensontwikkelingen in de land- en tuinbouw
- Voorbereiding standpunt Nederland in de hervorming van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid
- Het onderbouwen van Europese of nationale subsidies aan de agrarische sector
- Vaststellen van effecten van externe crisissen op de levensvatbaarheid van sectoren (bijvoorbeeld Corona, Oekraïne of energiecrisis)
- Gevolgen van milieu- of dierwelzijnsbeleid op de economische positie van bedrijven en de concurrentiekracht van de agrarische sector
- Monitoren van de economische en duurzaamheidsprestaties van de land- en tuinbouw:
Visserij en aquacultuur
Het Bedrijveninformatienet Visserij en aquacultuur van Wageningen Social & Economic Research omvat de dataverzameling van de sociaaleconomische gegevens van de Nederlandse visserij- en aquacultuursector.
Van de volgende subsectoren worden de gegevens over kosten, opbrengsten en werkgelegenheid verzameld en vastgelegd:
- Kottersector: bedrijfsmatige visserij met actieve vistuigen op vis en schaaldieren
- Kleine kustvisserijen: met diverse vistuigen op vangst van vis, schaal- en schelpdieren
- Grote zeevisserij: met vriestrawlers gespecialiseerd op vangst pelagische vissoorten
- Mosselen en oesterkweek
- Land gebonden visteelt (palingkweek)
De wijze van gegevensverzameling en mate van detail verschilt per subsector en is afgestemd op de dynamiek en het belang van deze subsectoren. Zo wordt voor de kottervisserij de complete boekhouding overgenomen. Voor andere subsectoren worden de gegevens verzameld vanuit de fiscale jaarrekeningen en/of met behulp van enquêtes.
Het doel van de dataverzameling is drieledig:
- Uitvoering verplichting EU Data Collectie Verordening
- Openbare informatieverstrekking via Visserij in Cijfers en STECF-rapporten
- Toepassing in overig beleidsonderzoek
Opzet steekproef:
De kottervisserij is de grootste en belangrijkste subsector in Nederland. Het Bedrijveninformatienet Visserij omvat circa 25% van alle actieve kotters en vertegenwoordigt circa 95% van de totale omzet van de kottervisserij. Voor de andere subsectoren varieert de omvang van de steekproef van de complete populatie (voor de grote zeevisserij) tot zo’n 20% bij de kleine kustvisserijen. Voor alle subsectoren geeft het Bedrijveninformatienet Visserij een representatief beeld.
Werving nieuwe deelnemers:
Het werven van de nieuwe kotters voor deelname aan het Bedrijveninformatienet verloopt volgens een steekproefplan dat jaarlijks wordt opgesteld. Over het algemeen gaat het hierbij om kotters met een lengte van meer dan tien meter die in het bezit zijn van de benodigde licenties, vergunningen en vangstrechten om op vis en schaaldieren te vissen. Daarnaast moeten zij in het verslagjaar in voldoende mate actief zijn geweest (minimum aantal dagen op zee en minimum opbrengst (besomming van € 50.000)).
Er wordt een minimale rotatie van de schepen aangehouden (circa 10% per jaar), mede om de kosten van het verzamelen van de gegevens te beperken. Deze natuurlijke rotatie komt doordat deelnemende schepen uitvallen en vervangen worden. De representativiteit van de steekproef wordt elk jaar getoetst. Het vaststellen van de steekproef vindt zodanig plaats dat uiteindelijk met een zo gering mogelijk aantal schepen per pk-klasse en EU-categorie betrouwbare resultaten kunnen worden gepresenteerd.
Privacy staat voorop:
Alle deelnemende vissers aan het Bedrijveninformatienet doen op vrijwillige basis mee. In ruil voor het beschikbaar stellen van hun gegevens ontvangen zij ieder jaar een economisch verslag dat hen nog meer inzicht in de eigen bedrijfsresultaten geeft. Daarnaast kunnen zij hun resultaten vergelijken met andere deelnemers uit dezelfde grootte en/of pk-klasse. Uiteraard anoniem, want de privacy van alle deelnemers staat voorop.
De gegevensverzameling vindt daarom uiterst nauwkeurig en zorgvuldig plaats. Zo worden de verzamelde gegevens verwerkt in een beveiligd systeem en worden alleen de onderzoeksuitkomsten – in de vorm van groepsgemiddelden – gepubliceerd en nooit de onderliggende data van individuele schepen. Wij zorgen er met deze maatregelen voor dat de aan ons toevertrouwde gegevens beschermd zijn.
Bosbeheer
Bosbeheer brengt zowel kosten als opbrengsten met zich mee. Maar hoe ziet het economische plaatje voor de particuliere bosbeheerders er precies uit? En welke verschillen bestaan er tussen regio’s en naar bedrijfsgrootte? Om daar inzicht in te krijgen, onderhoudt Wageningen Social & Economic Research (WSER) het Informatienet Bosbouw. De verzamelde bedrijfsresultaten worden gebruikt ter ondersteuning van overheidsbeleid (nationaal en regionaal), voor de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren, Stichting Probos en eigenaren en beheerders van bos. Het inzicht wordt gedeeld via een publicatie, de website agrimatie.nl en verslagen voor de deelnemende bedrijven.
Populatie en opbouw steekproef
Op basis van registraties van het Kadaster worden boseigenaren geïdentificeerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijk bosbezit, zoals de boseigendommen van het Rijk – waaronder Staatsbosbeheer, Domeinen, Defensie, provincies, waterschappen en gemeenten – en privaatrechtelijk bosbezit. De populatie van het Informatienet Bosbouw wordt gevormd door de privaatrechtelijke boseigenaren, met uitzondering van de natuurbeschermingsorganisaties.
Het Informatienet bosbouw bestaat uit particuliere bosbedrijven met minimaal 50 ha bos. De steekproef bestaat uit circa 100 bedrijven, die samen ruim de helft van het particuliere bosareaal binnen de doelpopulatie vertegenwoordigen. De bedrijven zijn ingedeeld in oppervlakteklassen en regio’s om inzicht te krijgen in spreiding in bedrijfsresultaten naar regio en omvang.
Gegevensverzameling en privacy
Van de deelnemende bedrijven worden zogenaamde deeladministraties bijgehouden: alleen de kosten en opbrengsten die direct verband houden met het bosbedrijf worden geregistreerd. De deeladministraties worden door medewerkers van Wageningen Social & Economic Research geanonimiseerd vastgelegd in een beveiligd systeem. Bosbedrijven doen op vrijwillige basis mee aan het Informatienet. Resultaten worden in de vorm van groepsgemiddelden gepubliceerd, nooit de onderliggende individuele resultaten.
Gebruik van gegevens
De groepsgemiddelden worden jaarlijks gepubliceerd ten behoeve van het beleid van overheden, bedrijfsleven en de eigenaren en beheerders van particuliere bosbedrijven in een openbaar rapport. Daarnaast worden de tabellen met de resultaten gepubliceerd op de website: agrimatie.nl.
Naast de overzichtspublicatie ontvangen de deelnemers een bedrijfsspecifiek deelnemersverslag. In het verslag staan de resultaten van het eigen bedrijf naast het groepsgemiddelde van andere (anonieme, maar vergelijkbare) bedrijven. Het stelt de bosbeheerder in staat het bedrijfsmatig functioneren van het eigen bedrijf te vergelijken met dat van anderen en het daaraan te ijken. Het biedt daarmee houvast voor het optimaliseren van de eigen bedrijfsvoering en voor het beoordelen van de mogelijke resultaten van nieuwe (alternatieve) vormen van exploitatie.
Verdere informatie
Voor verdere informatie zie het project Informatienet particulier bosbeheer.
Land- en tuinbouw
Het Bedrijveninformatienet Land- en Tuinbouw is een panel van 1500 bedrijven. De bedrijven worden zodanig geselecteerd dat ze gezamenlijk de gehele land- en tuinbouw representeren (met uitzondering van de hele kleine bedrijven).
Doel
Het Bedrijveninformatienet maakt deel uit van het Europese Farm Sustainability Data Network waarin 80.000 boeren en tuinders deelnemen. Door het verzamelen van gedetailleerde data over de structuur van bedrijven, de gehanteerde productiemethoden, en de economische en duurzaamheidsprestaties is het mogelijk om beleid te ontwikkelen rekening houdend met de situatie in de praktijk. Hiermee ondersteunt de gegevensverzameling de ontwikkeling van een concurrerende duurzame agrarische sector.
Boeren en tuinders krijgen inzicht in hun eigen economische en duurzaamheidsprestaties. Deelnemers krijgen elk jaar een financieel economische rapportage van de ontwikkeling van hun bedrijf en krijgen de mogelijkheid om hun resultaten te benchmarken met soortgelijke bedrijven. De rapportages kunnen worden gebruikt in het nemen van (strategische) bedrijfsbeslissingen en in gesprekken met adviseurs.
De vertrouwelijke omgang met de gegevens is gegarandeerd. Resultaten worden alleen op groepsniveau (vuistregel minimaal tien bedrijven) gepubliceerd.
Toepassingen:
Het Bedrijveninformatienet wordt regelmatig gebruikt bij beleidsevaluaties. Enkele aansprekende voorbeelden zijn:
- Actuele inkomensontwikkelingen in de land- en tuinbouw
- Voorbereiding standpunt Nederland in de hervorming van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid
- Het onderbouwen van Europese of nationale subsidies aan de agrarische sector
- Vaststellen van effecten van externe crisissen op de levensvatbaarheid van sectoren (bijvoorbeeld Corona, Oekraïne of energiecrisis)
- Gevolgen van milieu- of dierwelzijnsbeleid op de economische positie van bedrijven en de concurrentiekracht van de agrarische sector
- Monitoren van de economische en duurzaamheidsprestaties van de land- en tuinbouw:
Visserij en aquacultuur
Het Bedrijveninformatienet Visserij en aquacultuur van Wageningen Social & Economic Research omvat de dataverzameling van de sociaaleconomische gegevens van de Nederlandse visserij- en aquacultuursector.
Van de volgende subsectoren worden de gegevens over kosten, opbrengsten en werkgelegenheid verzameld en vastgelegd:
- Kottersector: bedrijfsmatige visserij met actieve vistuigen op vis en schaaldieren
- Kleine kustvisserijen: met diverse vistuigen op vangst van vis, schaal- en schelpdieren
- Grote zeevisserij: met vriestrawlers gespecialiseerd op vangst pelagische vissoorten
- Mosselen en oesterkweek
- Land gebonden visteelt (palingkweek)
De wijze van gegevensverzameling en mate van detail verschilt per subsector en is afgestemd op de dynamiek en het belang van deze subsectoren. Zo wordt voor de kottervisserij de complete boekhouding overgenomen. Voor andere subsectoren worden de gegevens verzameld vanuit de fiscale jaarrekeningen en/of met behulp van enquêtes.
Het doel van de dataverzameling is drieledig:
- Uitvoering verplichting EU Data Collectie Verordening
- Openbare informatieverstrekking via Visserij in Cijfers en STECF-rapporten
- Toepassing in overig beleidsonderzoek
Opzet steekproef:
De kottervisserij is de grootste en belangrijkste subsector in Nederland. Het Bedrijveninformatienet Visserij omvat circa 25% van alle actieve kotters en vertegenwoordigt circa 95% van de totale omzet van de kottervisserij. Voor de andere subsectoren varieert de omvang van de steekproef van de complete populatie (voor de grote zeevisserij) tot zo’n 20% bij de kleine kustvisserijen. Voor alle subsectoren geeft het Bedrijveninformatienet Visserij een representatief beeld.
Werving nieuwe deelnemers:
Het werven van de nieuwe kotters voor deelname aan het Bedrijveninformatienet verloopt volgens een steekproefplan dat jaarlijks wordt opgesteld. Over het algemeen gaat het hierbij om kotters met een lengte van meer dan tien meter die in het bezit zijn van de benodigde licenties, vergunningen en vangstrechten om op vis en schaaldieren te vissen. Daarnaast moeten zij in het verslagjaar in voldoende mate actief zijn geweest (minimum aantal dagen op zee en minimum opbrengst (besomming van € 50.000)).
Er wordt een minimale rotatie van de schepen aangehouden (circa 10% per jaar), mede om de kosten van het verzamelen van de gegevens te beperken. Deze natuurlijke rotatie komt doordat deelnemende schepen uitvallen en vervangen worden. De representativiteit van de steekproef wordt elk jaar getoetst. Het vaststellen van de steekproef vindt zodanig plaats dat uiteindelijk met een zo gering mogelijk aantal schepen per pk-klasse en EU-categorie betrouwbare resultaten kunnen worden gepresenteerd.
Privacy staat voorop:
Alle deelnemende vissers aan het Bedrijveninformatienet doen op vrijwillige basis mee. In ruil voor het beschikbaar stellen van hun gegevens ontvangen zij ieder jaar een economisch verslag dat hen nog meer inzicht in de eigen bedrijfsresultaten geeft. Daarnaast kunnen zij hun resultaten vergelijken met andere deelnemers uit dezelfde grootte en/of pk-klasse. Uiteraard anoniem, want de privacy van alle deelnemers staat voorop.
De gegevensverzameling vindt daarom uiterst nauwkeurig en zorgvuldig plaats. Zo worden de verzamelde gegevens verwerkt in een beveiligd systeem en worden alleen de onderzoeksuitkomsten – in de vorm van groepsgemiddelden – gepubliceerd en nooit de onderliggende data van individuele schepen. Wij zorgen er met deze maatregelen voor dat de aan ons toevertrouwde gegevens beschermd zijn.
Bosbeheer
Bosbeheer brengt zowel kosten als opbrengsten met zich mee. Maar hoe ziet het economische plaatje voor de particuliere bosbeheerders er precies uit? En welke verschillen bestaan er tussen regio’s en naar bedrijfsgrootte? Om daar inzicht in te krijgen, onderhoudt Wageningen Social & Economic Research (WSER) het Informatienet Bosbouw. De verzamelde bedrijfsresultaten worden gebruikt ter ondersteuning van overheidsbeleid (nationaal en regionaal), voor de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren, Stichting Probos en eigenaren en beheerders van bos. Het inzicht wordt gedeeld via een publicatie, de website agrimatie.nl en verslagen voor de deelnemende bedrijven.
Populatie en opbouw steekproef
Op basis van registraties van het Kadaster worden boseigenaren geïdentificeerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijk bosbezit, zoals de boseigendommen van het Rijk – waaronder Staatsbosbeheer, Domeinen, Defensie, provincies, waterschappen en gemeenten – en privaatrechtelijk bosbezit. De populatie van het Informatienet Bosbouw wordt gevormd door de privaatrechtelijke boseigenaren, met uitzondering van de natuurbeschermingsorganisaties.
Het Informatienet bosbouw bestaat uit particuliere bosbedrijven met minimaal 50 ha bos. De steekproef bestaat uit circa 100 bedrijven, die samen ruim de helft van het particuliere bosareaal binnen de doelpopulatie vertegenwoordigen. De bedrijven zijn ingedeeld in oppervlakteklassen en regio’s om inzicht te krijgen in spreiding in bedrijfsresultaten naar regio en omvang.
Gegevensverzameling en privacy
Van de deelnemende bedrijven worden zogenaamde deeladministraties bijgehouden: alleen de kosten en opbrengsten die direct verband houden met het bosbedrijf worden geregistreerd. De deeladministraties worden door medewerkers van Wageningen Social & Economic Research geanonimiseerd vastgelegd in een beveiligd systeem. Bosbedrijven doen op vrijwillige basis mee aan het Informatienet. Resultaten worden in de vorm van groepsgemiddelden gepubliceerd, nooit de onderliggende individuele resultaten.
Gebruik van gegevens
De groepsgemiddelden worden jaarlijks gepubliceerd ten behoeve van het beleid van overheden, bedrijfsleven en de eigenaren en beheerders van particuliere bosbedrijven in een openbaar rapport. Daarnaast worden de tabellen met de resultaten gepubliceerd op de website: agrimatie.nl.
Naast de overzichtspublicatie ontvangen de deelnemers een bedrijfsspecifiek deelnemersverslag. In het verslag staan de resultaten van het eigen bedrijf naast het groepsgemiddelde van andere (anonieme, maar vergelijkbare) bedrijven. Het stelt de bosbeheerder in staat het bedrijfsmatig functioneren van het eigen bedrijf te vergelijken met dat van anderen en het daaraan te ijken. Het biedt daarmee houvast voor het optimaliseren van de eigen bedrijfsvoering en voor het beoordelen van de mogelijke resultaten van nieuwe (alternatieve) vormen van exploitatie.
Verdere informatie
Voor verdere informatie zie het project Informatienet particulier bosbeheer.
Bekijk de animatie WOT Economische Informatievoorziening
De Wettelijke Onderzoekstaken Economische Informatievoorziening is een van de zes WOT-programma’s van Wageningen University & Research. Het Centrum voor Economische Informatievoorziening verzamelt economische en duurzaamheidsdata van Nederlandse agrarische bedrijven, verwerkt deze tot statistieken, en maakt de informatie beschikbaar voor onderzoek, beleid en de agrarische sector. Hiermee levert deze WOT een essentiële bijdrage aan de verdere verduurzaming en concurrentiepositie van de Nederlandse agrarische sector. Deze animatie introduceert de verschillende onderzoekstaken die de WOT Economische Informatievoorziening uitvoert.
