Cellulaire agricultuur

Kweekvlees, kweekvis (niet te verwarren met gekweekte vis) en diervrije zuivel als alternatief voor dierlijke producten maken een opmars en zouden onze eiwitvoorziening in de toekomst behoorlijk kunnen veranderen.
Uitleg
In 2024 vonden de eerste proeverijen met kweekvlees plaats in Nederland. Wageningen University & Research werkt mee aan de ontwikkeling van diervrije producten via cellulaire agricultuur. Waarom? Om op een efficiënte manier gezond en veilig voedsel te produceren en zo de wereld te voeden in een veranderend klimaat.
Veelgestelde vragen over dit onderwerp
Cellulaire agricultuur, of cellulaire landbouw, is een manier om dierlijke producten te maken met gekweekte dierlijke, plantaardige of microbiële cellen in plaats van in dieren. Die methode maakt producten zoals kweekvlees, kweekvis, diervrij leer en diervrije zuivel mogelijk.
Vlees dat we normaal gesproken eten bestaat uit spiercellen en vetcellen van dieren. Kweekvlees start vanuit een klompje cellen van een levend dier, ter grootte van een sesamzaadje. Om kweekvlees zoveel mogelijk dezelfde smaak en textuur te geven als ‘echt’ vlees, worden die cellen doorgekweekt in een voedingsrijke vloeistof tot diezelfde spier- en vetcellen. Samen vormt dat een stukje kweekvlees. Een andere optie is om een hybride product te maken waarbij gekweekte dierlijke cellen, zoals spier- en vetcellen worden gemengd met plantaardig materiaal om bijvoorbeeld hamburgers, kipnuggets en worstjes te maken.
De productie van zuivelproducten zoals diervrije melk en kaas zonder koe is een andere tak van cellulaire agricultuur, waarbij onderzoekers precisiefermentatie inzetten. Daarbij passen onderzoekers het DNA van micro-organismen, zoals gist, aan zodat ze stofjes maken die ze van nature niet produceren. Neem bijvoorbeeld kaas: om dat te maken hebben we caseïne-eiwitten uit melk nodig. Die zorgen voor de gelstructuur van zuivelproducten. Binnen de cellulaire agricultuur maken onderzoekers die eiwitten in gist, door het caseïne-DNA van een koe toe te voegen aan de gist. Daarmee transformeren ze de gist in een minifabriekje die het melkeiwit caseïne maakt. Zo kunnen ze van diervrije melk diervrije kaas maken.
Hoewel er voor kweekvlees- en vis geen dieren hoeven te sterven, moeten dieren wel steeds cellen afstaan. Zouden we in theorie alle vleesconsumptie in Nederland vervangen door kweekvlees, dan zijn daar jaarlijks ongeveer 1 miljoen biopten voor nodig. Dat is dus best veel. Maar er is een mogelijke oplossing. Onderzoekers ontwikkelden een methode waarbij ze normale dierlijke cellen herprogrammeren tot een soort stamcellen. Die cellen kunnen oneindig delen zonder dat het DNA langzaam afbreekt, zoals bij andere cellen.
Onderzoekers van WUR richten zich op zowel kweekvlees als kweekvis, met speciale aandacht voor rundvlees, inktvis en vette vissoorten zoals zalm. Vooral zalm is interessant doordat het zeer efficiënt groeit. Dieren zoals koeien en zalm kun je zien als een soort systeem dat plantaardige eiwitten ombouwt tot dierlijke eiwitten. Losse cellen in een petrischaaltje kunnen dat efficiënter dan een heel dier. Zij hebben immers geen lichaam om te onderhouden. Toch zijn sommige cellen daar nóg beter in dan andere. Zalm is daar een van. Zalmcellen zetten bijna alle plantaardige eiwitten uit hun voeding om in dierlijke eiwitten die wij eten. Bij rundvlees en varkensvlees ligt dat ergens tussen de tien en veertig procent. Althans, dat is het geval wanneer de voedingsstoffen en de omgeving voor de cellen optimaal zijn. Daarom doet WUR onderzoek naar het beste ‘recept’ voor de voedingsbodem (of groeimedium) voor de dierlijke cellen. Vroeger gebruikten onderzoekers daar dierlijke stoffen voor. Tegenwoordig zoeken onderzoekers naar plantaardige alternatieven om het proces diervriendelijker en duurzaam te maken.
Op dit moment zijn kweekvlees, kweekvis en andere producten van cellulaire agricultuur nog niet te koop in Nederlandse supermarkten. Wel zijn er proeverijen met kweekvlees georganiseerd door bedrijven en begeleid door de Stichting Cellulaire Agricultuur Nederland. Dat is echter alleen mogelijk onder strikte voorwaarden en voor een beperkt aantal mensen, omdat het product nog geen wettelijke goedkeuring heeft voor verkoop. In Australië, de Verenigde Staten, Israël en Singapore heeft kweekvlees wel goedkeuring gekregen en is het op kleine schaal te krijgen in restaurants.


