Studieprogramma - BSc Gezondheid en Maatschappij

Welke gevolgen hebben vergrijzing en individualisering voor de gezondheid van de maatschappij? En hoe gaan we daar mee om? Gezondheid is niet alleen een zaak voor artsen. Tijdens de studie Gezondheid en Maatschappij leer je welke invloed de sociale en fysieke omgeving heeft op de gezondheid van mensen en de maatschappij, en hoe je deze kunt verbeteren.

Jaar 1

Het eerste jaar van de BSc Gezondheid en Maatschappij is inleidend en oriënterend, met vakken als inleiding gezondheid en maatschappij, sociologie en antropologie van gezondheid en economie.

Opbouw van de studie

Jaar 2

In het tweede jaar krijg je verbredende en verdiepende vakken rond de thema’s fysieke leefomgeving van mensen, leefstijl en sociale omgeving. Je leert de kwaliteit en effectiviteit van zorgsystemen en gezondheidsbevorderende activiteiten te analyseren. Daarnaast volg je in het tweede jaar vakken die dieper ingaan op het doen van onderzoek.

Opbouw van de studie

Jaar 3

In het derde jaar van de opleiding Gezondheid en Maatschappij ga je de diepte in zowel binnen de aangeboden vakken als door het schrijven van een bachelor thesis. Je hebt ook een vrije keuze ruimte van 30 studiepunten (de eerste helft van het studiejaar). Deze tijd is voor je vrij gemaakt zodat je de kans krijgt je verder te verdiepen in je eigen studie-interesses. Je kan bijvoorbeeld een minor volgen over gezondheidszorg in ontwikkelingslanden, beleid, ruimtelijke ordening, communicatie, (sociale) psychologie en voeding & gezondheid. Je kunt de minor volgen in Wageningen, maar ook aan een andere universiteit in Nederland of elders in de wereld.

Opbouw van de studie

Onderwijsvormen

Periodes

Het studiejaar in Wageningen is opgedeeld in 6 periodes. Periodes 1, 2, 5 en 6 duren acht weken. Meestal volg je één vak in de ochtend en één vak in de middag voor een periode van 6 weken. Hierna is er één week studieweek en daarna is er in de achtste week een tentamenweek. In de periodes 3 en 4 volg je meestal één vak van vier weken, in deze vier weken volg je colleges en heb je een tentamen.

Werkvormen

Het onderwijs bestaat uit hoorcolleges, zelfstudie en onderwijs in kleine werkgroepen.

Hoorcollege

Tijdens een hoorcollege volg je met een collegezaal vol medestudenten de uitleg van een docent. De docent vertelt over de leerstof, leidt je door de moeilijke delen van het boek, geeft voorbeelden en stof tot nadenken.

Zelfstudie

Voor zelfstudie wordt in het rooster tijd vrijgemaakt, maar je mag het helemaal zelf inplannen. Overal op de universiteit zijn studieruimten beschikbaar, maar je kunt natuurlijk ook thuis studeren.

Groepswerk

Tijdens groepswerk werk je met een kleine groep medestudenten onder begeleiding van een docent aan een probleem of casus.

Engelstalig

In het eerste studiejaar zijn alle colleges in het Nederlands, maar lees je ook al een deel van de lesstof in het Engels. In het tweede jaar zijn er zowel colleges in het Engels als in het Nederlands en in het derde jaar zijn alle colleges in het Engels.