Talen leren in de toekomst: mét technologie, maar niet zonder mensen

Taallessen in de vorm van spelletjes, handige AI-tools en automatische vertaaltechnologie: het is ineens allemaal binnen handbereik. Wat betekent dat voor ons taalonderwijs? Hoe leren we talen in de toekomst – als we dat überhaupt nog wel hoeven doen? In dit interview deelt René Vermeulen, manager Vreemde Talen bij In'to Languages, zijn visie op de ontwikkelingen en hoe In’to hierop inspeelt: “We willen het beste van twee werelden bieden.”

Grote veranderingen

Sinds 2019 is René Vermeulen manager Vreemde Talen bij Wageningen in’to Languages. In die rol houdt hij zich bezig met het cursusaanbod, de vraag vanuit de markt en de trends in taalonderwijs. “We proberen zo goed mogelijk in te spelen op wat mensen nodig hebben,” vertelt hij. Tijdens de coronapandemie betekende dat bijvoorbeeld een snelle omschakeling naar online onderwijs – inmiddels een blijvend onderdeel van het aanbod.

Nu dient een nieuwe ontwikkeling zich aan: de razendsnelle opkomst van AI en allerlei slimme zelfstudietools. Volgens René staan we daarmee opnieuw aan het begin van een grote verandering. “De mogelijkheden nemen met de dag toe. Spelenderwijs woorden en zinnetjes leren kan met apps als Duolingo al heel lang, maar inmiddels zijn er ook steeds betere opties om bijvoorbeeld spreekvaardigheid te oefenen. En ook op het gebied van vertaaltechnologie gebeurt er veel: er bestaan al oortjes die live gesprekken vertalen. Als zulke technologie breed beschikbaar wordt, hoef je in principe nooit meer een taal te leren om te kunnen communiceren.”

De kracht van menselijk contact

Zullen deze nieuwe technologieën en methoden het traditionele taalonderwijs doen verdwijnen? Dat ziet René niet gebeuren: “Ik denk dat de behoefte aan menselijk contact daarvoor te groot is. Als je zo’n oortje gebruikt om een gesprek te voeren maak je nooit écht contact, want het verloopt altijd via een hulpmiddel. In een zakelijke context is dat tot op zekere hoogte misschien prima, maar voor veel andere situaties lijkt mij dat te klinisch.”

Ik geloof dat de docent een onmisbare rol speelt in goed taalonderwijs. Een bevlogen docent is de beste motivatie.

Ook apps en AI-tutors ziet hij eerder als een mooie aanvulling op het bestaande taalonderwijs, dan als vervanging: “Ik geloof dat de docent een onmisbare rol speelt in goed taalonderwijs. Niet alleen voor de inhoudelijke kennis, maar vooral om het enthousiasme voor de taal over te brengen. Dat stimuleert enorm, hoor ik ook van cursisten. Een taal leer je niet zomaar, daar is toewijding voor nodig. Veel mensen die zelfstudietools gebruiken haken af, omdat ze geen stok achter de deur hebben. Een bevlogen docent is de beste motivatie om tijd te steken in het leren, in het huiswerk. Die geeft je niet alleen kennis en vaardigheden mee, maar ook liefde voor de taal en cultuur.”

De taalcursus van de toekomst

René verwacht wel dat de manier waarop we talen leren zal veranderen, ook bij In’to. In een zogeheten innovatieteam onderzoekt hij hoe de ‘talencursus van de toekomst’ eruit zou kunnen zien. “Dit doen we niet alleen met taaldocenten, maar bewust ook met collega’s van andere afdelingen. Die diverse achtergronden zorgen ervoor dat we niet in dezelfde denkpatronen blijven hangen en tot verrassende inzichten en ideeën komen. We weten nog niet precies welke kant het op gaat, maar ik kan me voorstellen dat cursisten meer zelfstandig gaan leren met behulp van AI-tools, waardoor je bijvoorbeeld meer spreekvaardigheid kunt oefenen met een app. De docent krijgt dan een meer coachende rol, en de klassikale lessen zullen nog meer gericht zijn op interactie en verdieping. Je komt samen om te bespreken en oefenen met wat je geleerd hebt, en om ervaringen uit te wisselen.”

Het beste van twee werelden

Op dit moment wordt er volop geëxperimenteerd met manieren om het onderwijs te vernieuwen. Zo gebruiken docenten bij maatwerktrainingen al AI om lesmateriaal te personaliseren: “Met AI kunnen we bijvoorbeeld makkelijker woordenlijsten of lesplannen genereren voor specifieke situaties, waardoor we nog beter en sneller kunnen inspelen op de wensen en behoeften van de cursist. De docent blijft hierin heel belangrijk: die moet de AI-output controleren en onze kwaliteit waarborgen. Zo zorgen we dat AI echt meerwaarde biedt voor de klant én docent.”

Om ontwikkelingen te volgen en ideeën te toetsen, zoekt In’to ook actief contact met experts buiten de eigen organisatie. “Zeker als het gaat om AI is dat belangrijk. Wij hebben expertise op het vlak van taal en communicatie, maar op het gebied van AI leren we continu bij.”

Ik denk dat mensen het altijd prettig blijven vinden om met anderen samen te leren - misschien wordt die behoefte zelfs wel sterker.

Tegelijkertijd wil In’to blijven inzetten op datgene wat technologie niet kan vervangen: persoonlijke interactie en saamhorigheid. “We willen het beste bieden van twee werelden,” aldus René. “We gaan zeker AI verder integreren in ons onderwijs, maar zullen ook het menselijke aspect profileren. Ik denk dat mensen het altijd prettig blijven vinden om met andere mensen te leren – misschien wordt die behoefte zelfs sterker. Die sociale context biedt zoveel meer dan de taalles op zich: het gaat ook om het delen van ervaringen, en het leren van en met elkaar. Die extra’s krijg je minder makkelijk als je zelfstandig leert met een app. Daarnaast biedt taalonderwijs met een docent structuur. Je weet dat je een logisch traject doorloopt en een bepaalde vooruitgang boekt.”

Een verrijkende ervaring

Tot slot heeft René nog een persoonlijke boodschap voor taalleerders: “Juist in een tijd waarin de wereld individualistischer wordt en er veel onzekerheden zijn, is in een groep een taal leren extra waardevol. Het is niet alleen nuttig, maar ook gewoon ontzettend leuk om samen met gelijkgestemden ergens naartoe te werken. Bovendien is talenleren goed voor je hersenen, het houdt je brein actief en gezond. Maar vooral: het verrijkt je blik. Je leert een taal, maar je leert ook andere mensen en verschillende perspectieven kennen. Dat is misschien wel het mooiste van allemaal.”