
Mond-en-klauwzeer (MKZ)
Mond-en-klauwzeer is een zeer besmettelijke en ernstige virusziekte die zich razendsnel kan verspreiden. MKZ komt voor bij evenhoevige dieren: runderen, varkens, schapen, geiten en ook bij wilde zwijnen, herten, reeën en sommige dierentuindieren.
Kameelachtigen zijn minder gevoelig. Het virus is onschadelijk voor bijvoorbeeld paarden, honden, katten en pluimvee.
Verspreiding en gevolgen
Het mond-en-klauwzeer virus kan zich verspreiden via speeksel, melk, mest en urine van besmette dieren, via mensen, dieren en materialen die in contact geweest zijn met besmette dieren en ook via de lucht. Besmette volwassen dieren zullen in het algemeen niet sterven aan de ziekte, maar bij jonge dieren komen soms sterftepercentages voor van 100%. In 2001 brak er een epidemie uit in Europa. In Nederland werden 26 bedrijven besmet verklaard. Er is toen besloten om op grote schaal preventief te ruimen.
Ongevaarlijk voor mensen
De ziekte is niet gevaarlijk voor de mens. Besmetting bij de mens is uiterst zeldzaam en alleen mogelijk door contact met besmet vee, het drinken van besmette, rauwe (ongepasteuriseerde) melk of het eten van besmet, rauw vlees. Besmetting veroorzaakt bij de mens lichte ziekteverschijnselen in de vorm van pijnloze blaasjes rondom de mond die snel en vanzelf weer overgaan. Mensen kunnen wel enkele dagen drager zijn van het virus en het virus op die manier verspreiden.
Er bestaat bij mensen wel een ziekte die erop lijkt, namelijk hand-, voet- en mondziekte (HVM). Deze ziekte komt voor bij kinderen en jonge mensen, maar is een andere ziekte dan MKZ.
Vaccin voor dieren beschikbaar
Er zijn geen geneesmiddelen. De meeste dieren herstellen na verloop van tijd, doorgaans binnen enkele weken vanzelf van mond-en-klauwzeer. Echter, secundaire infecties kunnen voor blijvende schade zorgen. Ter preventie kan tegen MKZ gevaccineerd worden. Het virus komt voor in een groot aantal verschillende (sub)typen.
Evenhoevigen in Nederland
Op de Nederlandse boerderijen zijn circa 19 miljoen evenhoevigen aanwezig. Het totale aantal evenhoevigen in Nederland is onbekend. Naast de dieren op landbouwbedrijven worden evenhoevigen gehouden door hobbyisten. Bovendien komen ze voor in dierentuinen en op kinderboerderijen, en in het wild.
Ziekte in het dier
De ziekte begint in en rond de bek en aan de klauwen. Dieren met MKZ hebben koorts, maken een zieke indruk, eten minder en vertonen blaren, onder andere op de rand van huid en klauw in de tussenklauwspleet, en op de tong en in de mond. Bij runderen daalt de melkproductie sterk en de dieren gaan kwijlen. De verschijnselen zijn bij runderen en varkens doorgaans zo duidelijk, dat al op het zicht een redelijk zekere diagnose gesteld kan worden. Bij geiten en schapen zijn de verschijnselen in het algemeen minder duidelijk: die beperken zich vaak tot kreupelheid.
De ziekte zelf is meestal niet dodelijk. Alleen jonge dieren kunnen acuut sterven ten gevolge van hartdegeneratie. Bij biggen is de sterfte in ernstig aangetaste tomen vaak 100%. Oudere dieren overleven de infectie bijna altijd echter de gevolgen van secundaire bacteriële infecties kunnen veel blijvende schade berokkenen.
Gevoeligheid voor het virus
Gevoeligheid voor het virus kan per diersoort maar ook per virusstam verschillen. Varkens zijn minder gevoelig voor MKZ dan runderen. Dit betekent dat varkens grotere hoeveelheid virus binnen moeten krijgen voordat zij ziek worden. Er zijn virusisolaten die zeer duidelijke klinische verschijnselen geven in varkens maar niet in runderen (bijvoorbeeld O Taiwan 1997). De verschijnselen bij schapen en geiten zijn vaak niet erg duidelijk en beperken zich meestal tot kreupelheid. Aangezien het aantal dieren in de varkenshouderij groot is en een varken veel virus uitscheidt, kan bij infectie van varkens een sterke vermeerdering en verspreiding van het virus plaatsvinden.
Het MKZ-virus waar we in 2001 in Nederland mee te maken hadden, gedroeg zich in een aantal opzichten wat onvoorspelbaar: op een bedrijf werd het eerder zichtbaar bij geiten dan bij runderen.
Genezing
Er zijn geen geneesmiddelen die dieren helpen om van een MKZ-infectie te genezen. De meeste dieren herstellen na verloop van tijd, doorgaans binnen enkele weken, vanzelf van MKZ. Echter, secundaire infecties zoals mastitis kunnen voor blijvende schade zorgen. Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen, is zo snel mogelijk ruimen van de dieren de beste oplossing. Ter preventie kan tegen MKZ gevaccineerd worden. Het virus komt echter voor in een groot aantal verschillende (sub)typen. Bij gebruik van vaccinatie is het noodzakelijk dat wordt vastgesteld welk (sub)type een bedreiging vormt.
Links
Publicaties
-
Automated monitoring and detection of disease using a generic facial feature scoring system – A case study on FMD infected cows
-
Main factors associated with foot-and-mouth disease virus infection during the 2001 FMD epidemic in Uruguay
-
Mapping of foot-and-mouth disease virus antigenic sites recognized by single-domain antibodies reveals different 146S particle specific sites and particle flexibility
-
Predicting cross-protection against foot-and-mouth disease virus strains by serology after vaccination
-
A new blocking ELISA for detection of foot-and-mouth disease non-structural protein (NSP) antibodies in a broad host range
-
Small-Scale Secretory VHH Expression in Saccharomyces cerevisiae
-
A vaccine based on the A/ASIA/G-VII lineage of foot-and-mouth disease virus offers low levels of protection against circulating viruses from the A/ASIA/Iran-05 lineage
-
Structural and molecular basis for foot-and-mouth disease virus neutralization by two potent protective antibodies
-
Emergency FMD Serotype O Vaccines Protect Cattle against Heterologous Challenge with a Variant Foot-and-Mouth Disease Virus from the O/ME-SA/Ind2001 Lineage
-
Novel capsid-specific single-domain antibodies with broad foot-and-mouth disease strain recognition reveal differences in antigenicity of virions, empty capsids, and virus-like particles