Wat is vogelgriep (aviaire influenza) en hoe verspreidt dit virus zich? Kunnen mensen er ook ziek van worden? En wat zijn er voor maatregelen mogelijk om vogelgriep te voorkomen? Dit en meer leest u op deze pagina
Uitleg
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is hét instituut dat onderzoek uitvoert naar vogelgriep in Nederland. Wij verrichten alle diagnostiek rondom vogelgriep voor de Nederlandse overheid. Zo sporen we vogelgriep zo vroeg mogelijk op. Naast de laboratoriumtesten adviseert WBVR ook over bestrijdingsstrategieën, risico-inschattingen met epidemiologische modellen en stelt risicoanalyses op. Dit is noodzakelijk om maatregelen te kunnen nemen tegen de vogelgriep.
Analyse herkomst virussen
We onderzoeken de herkomst van vogelgriep, door genetische analyse van nieuwe virussen die worden aangetroffen in Nederland. Ook voeren onze onderzoekers genetische analyses uit om te onderzoeken of virussen op pluimveebedrijven op elkaar lijken. Dit maakt duidelijk of er aanwijzingen zijn voor bedrijf-naar-bedrijf transmissie, of dat het waarschijnlijker is dat het gaat over afzonderlijke introducties door wilde vogels. Bij dat onderzoek kijken we naar aspecten als:
- Verschillen tussen bedrijfstypen
- Geografische ligging en ligging ten opzichte van water en natuurgebieden
- Welke wilde vogels spelen een rol bij de introductie van virussen naar Nederland
- Hoe komt het virus binnen in de pluimveestal
Omdat uitloopbedrijven een groter risico lopen op introductie van vogelgriep onderzoeken we dat ook, waaronder het testen van nieuwe methoden om wilde (water)vogels uit de uitloop te weren, zoals met een laser.
Testen van vaccins en desinfectiemiddelen
Wij verrichten onderzoek naar vaccinontwikkeling en toedieningsmethoden van vaccins. In opdracht van de overheid testte WBVR in de High Containment Unit de effectiviteit van vaccins bij legkippen. Vervolgens is een veldproef gestart om nieuwe vaccins te testen.
WBVR kan daarnaast ook voor klanten testen of desinfectiemiddelen effectief zijn in het doden van het vogelgriepvirus.
Veelgestelde vragen over dit onderwerp
Aviaire influenza (AI) staat ook wel bekend als vogelgriep. Het is een verzamelnaam voor verschillende griepvirussen. Er bestaat een milde en een ziekmakende vorm. De meeste virussen zijn van de milde variant; Laag Pathogene Aviaire Influenza (LPAI). Kippen die daarmee besmet zijn hebben lichte ziekteverschijnselen. Type H5 of H7 kan zich echter aanpassen (muteren) tot een zeer ziekmakende variant; Hoog Pathogene Aviaire Influenza (HPAI). Bij kippen die besmet zijn die ernstige variant wordt zeer ernstige ziekte gezien, met tot 100% sterfte.
Wilde vogels vormen vaak de bron voor vogelgriep virussen. Onderzoek wijst uit dat met name wilde eenden drager zijn van allerlei stammen. Dieren die gevoelig zijn voor vogelgriep zijn: hoenderachtigen (kippen, kalkoenen, fazanten, kwartels, parelhoenders), watervogels (eenden, ganzen, zwanen), waadvogels, strandvogels, loopvogels (struisvogels, nandoes, emoes) en spreeuwen. In sommige gevallen kunnen ook zoogdieren als varkens, vossen, honden en katten besmet raken. Bij honden en katten kan het eten van dode vogels een risico zijn.
Sommige varianten van de vogelgriep zijn overdraagbaar op mensen, dit noemen we een zoönose. De kans dat een mens besmet raakt is klein, en als dat gebeurt dan zijn de symptomen meestal heel mild. Het is wel belangrijk om besmetting van mensen zoveel mogelijk te voorkomen. Het virus zou zich namelijk kunnen aanpassen (door mutatie), waarna het zich ook zou kunnen gaan verspreiden tussen mensen. Daarom adviseren we met klem om direct contact met zieke en dode wilde vogels en pluimvee te vermijden.
Wilde (water)vogels die naar Nederland trekken om hier te overwinteren brengen het vogelgriepvirus mee. Het seizoen van besmettingen loopt hierdoor doorgaans van oktober tot en met april. Besmetting van pluimvee vindt plaats via direct of indirect contact, bijvoorbeeld via uitwerpselen. Het risico bij buitenuitloop is daarom veel hoger. Aangezien steeds meer pluimvee vrije uitloop kent, zal het risico op vogelgriep in Nederland toenemen. Verder vormt de (illegale) import van siervogels een risico. De kans dat vogelgriep via de import van pluimvee, broedeieren en pluimveeproducten naar Nederland komt is vermoedelijk klein.
Er loopt een monitoringsprogramma naar vogelgriep in Nederland, zodat we nieuwe introducties snel op kunnen sporen.
Vogelgriepvirussen in de wilde vogels kunnen we niet bestrijden. Wel kunnen pluimveebedrijven maatregelen nemen om risico’s te verlagen. Toepassing van bioveiligheidsmaatregelen moet het virus buiten de stal kunnen houden. Naleving vraagt volharding en discipline. Voor pluimveebedrijven waar de kippen buiten lopen is de uitdaging nog groter om om infectie te voorkomen.





